Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Tweede verdieping
Buurtmanagement Nederland: de privatisering van het buurtbeheer
Leefbaarheid als kant-en-klaar pakket

Van probleemwijk naar superbuurt? Moet kunnen. Na jaren sappelen, pappen en nathouden, kleine en minder kleine successen in de strijd voor schone, hele en veilige buurten kunnen corporaties en gemeenten nu een beroep doen op Buurtmanagement Nederland. Deze particuliere onderneming biedt namelijk sinds ongeveer een jaar een bijzonder product aan: leefbaarheid.

Wat is Buurtmanagement Nederland?
BMN is een BV die op contractbasis leefbaarheid als kant-en-klaar pakket aanbiedt aan gemeenten en corporaties. Vooralsnog in twaalf Amsterdamse buurten, binnenkort wellicht in heel Nederland.
Het concept berust op het stimuleren van betrokkenheid van bewoners. Een schone, hele en veilige buurt is mede hun verantwoordelijkheid. Buurtmanagers van BMN staan bewoners bij en zorgen voor uitwisseling van informatie en voor de daadwerkelijke aanpak van gesignaleerde problemen door verantwoordelijke partijen. Een buurtwebsite is het gemeenschappelijke forum. Daarnaast beschikt BMN over een meldkamer, die 24 uur per etmaal wordt bemand. Zonodig komt beveiligingsbedrijf Trigion in actie, binnen twintig minuten.
Naast ‘Superbuurt’ werkt de onderneming ook aan ‘Buurtsafe’ (voor villawijken), ‘Buurtphoenix’ (stadsvernieuwingsgebieden) en ‘Buurtcare’ (wonen met zorg – in ontwikkeling met thuiszorg en KPN). Al deze concepten zijn alvast geregistreerd als handelsmerk.
In BMN nemen als aandeelhouder deel adviesbureau Boer&Croon, de corporaties Eigen Haard en Rochdale, beveiligers Rosa Security en Trigion, de Verweij Communicasa Groep en de ANWB.
In de Adviesraad nemen deel: Rob Hessing (voormalig hoofdcommissaris van politie Rotterdam), minister Guusje ter Horst, Mickey Huibregtsen, Hans Nieukerke (Hoenderloo Groep) en Hugo Priemus (hoogleraar Delft).
Voorlopig directeur is adviseur Jaap van der Aa, voormalig schooldirecteur en wethouder. Hij is aangetrokken om de start en uitbouw te begeleiden.

Bliep. Buurtmanager Sen (“Sennie”) Chan zet zijn digitale camera aan het werk. Tijdens een dagelijkse ronde door de Amsterdamse Vogelbuurt registreert hij nieuwe tags (“hé, jongens uit Osdorp”), omgevallen schuttingen of vervuilde tuinen. Het zwerfvuil, dat zelfs voor Amsterdamse begrippen ongekend is, valt niet meer te fotograferen. Al legt Chan zich er niet bij neer. Hij kent inmiddels alle hoeken en gaten van de buurt, inclusief natuurlijk de nodige bewoners. Hij weet dat de snackbar aan de Meeuwenlaan er alles aan doet om geen zwerfvuil te produceren en hij weet dat Dirk van den Broek, aan de overkant, dat niet doet. “Soms denk je dat er niet tegen op te boksen is, het komt gewoon door de lucht.” Hetzelfde geldt voor de hondenpoep. Veel eigenaars van de ontlastende viervoeters laten zich door een bordje niet weerhouden. Lange adem is nodig, en die heeft Chan. Eenmaal op kantoor wordt alles verwerkt. De gefotografeerde objecten worden gedocumenteerd en gearchiveerd. Dan komt de volgende stap. Wie kan worden aangesproken? Wat moet er gebeuren om de boel weer netjes te krijgen? Wat kan worden gedaan om herhaling te voorkomen? Op iedere ronde houdt hij de ontwikkelingen bij.
Chan is actief in twee van de twaalf Amsterdamse proefwijken waar Buurtmanagement Nederland (BMN) inmiddels het concept ‘Superbuurt’, in opdracht van diverse corporaties, waar wil maken. Buurtbewoners worden er uiteraard bij betrokken. Ze kunnen op een met een wachtwoord afgeschermde site meekijken. Of zelf een melding doen. De Vogelbuurt-site van Buurtmanagement Nederland moet het virtuele marktplein worden waar bewoners en buurtmanager elkaar ontmoeten om dagelijks de stand van zaken door te nemen. Het begint te komen.
Is BMN de – voorheen – missende schakel in de keten gemeente, politie, justitie, jeugdwerk, opbouwwerk, corporaties en bewoners(organisaties)?

Afschuiven

In Zuidoost zetelt BMN-directeur Jaap van der Aa (van huis uit wis- en natuurkundige), die velen nog zullen kennen uit zijn tijd als wethouder en loco-burgemeester van Amsterdam. Hij kan zich het begin van dit opmerkelijke initiatief nog goed voor de geest halen. Het was tijdens een brainstorm over veiligheid en leefbaarheid bij adviesbureau Boer&Croon, waar veel voormalige wethouders hun bestuurlijke diensten aanbieden als interim-manager of anderszins. Niet de minste denkers. “Onze conclusie was dat veel burgers toch de neiging hebben achterover te leunen en hun verantwoordelijkheid afschuiven naar de overheid. Maar ‘de’ overheid kan echt niet alles oplossen. Een burenruzie bijvoorbeeld is meestal gewoon een zaak tussen burgers, waar ze zelf uit moeten komen. Dat kan de politie echt niet voor ze doen. Tenzij het echt uit de hand loopt, maar dat is iets anders.”

Uit het recente WRR-rapport van Winsemius over buurtproblematiek blijkt dat 15 procent van de bewoners relatief actief is voor hun buurt, 70 procent mogelijk is te activeren en dat je op de resterende 15 procent niet hoeft te rekenen. “Wij concluderen dan dat er een ruime meerderheid is die we mogelijk kunnen activeren. Dat is de uitdaging. Het concept van Superbuurt berust daarop. Zelf verantwoordelijkheid nemen, maar met een ondersteunende buurtmanager, een gezamenlijke buurtsite en een callcentre dat 24 uur bereikbaar is.”

Vraag is natuurlijk waarom het prikkelen van buurtbewoners de bestaande partijen tot dusver niet zo gemakkelijk afgaat. Het aantal halverwege afgebroken of mislukte projecten is niet meer op één hand te tellen. Van der Aa heeft een verklaring: “Corporaties hebben vaak versnipperd bezit en hun focus ligt vaak toch primair bij het vastgoed. Sociaal beheer komt er min of meer bij, het is geen kernactiviteit en dat merk je dan ook. Ze staan evenmin boven de materie, ze zijn domweg een partij. Een goedwillende, maar toch. Datzelfde geldt voor bewoners en – mutatis mutandis – voor de politie en de overheden. Wij bieden als onpartijdige BV integraal beheer, dat bovendien tijdelijk kan worden ingehuurd.”

Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Maar volgens Van der Aa presenteert BMN allesbehalve een deus ex machina. Er is gewoon een gericht en doordacht particulier initiatief nodig “om door de schotten heen te breken”, concludeert de rap en zelfbewust pratende Van der Aa. De tijd is er zeker rijp voor en corporaties hebben al – kort voor de formatie – bekendgemaakt miljarden te willen steken in oude wijken in de Randstad die af dreigen te glijden. Precies in lijn met de dramatische oproep van de eerder vermelde Winsemius, als VVD-minister ditmaal. Nu blijft er – daar is iedereen het wel over eens – nog veel te veel liggen, omdat verantwoordelijkheden worden af- en doorgeschoven, en niet alleen door bewoners. Dat argument snijdt hout. Maar wat verandert Buurtmanagement Nederland daadwerkelijk aan de situatie?

“Ok, neem een klein voorbeeld in Kruitberg-Kikkenstein, waar een buurtmanager van ons actief is. Daar loopt een groepje lastige jongeren dat een pannaveldje wil. Het is ze zelfs al zwart op wit toegezegd, maar het veldje is domweg nog niet gerealiseerd. Dat kweekt wrevel. Onze buurtmanager gaat daar dan op af, praat eerst met die jongens en vervolgens met het stadsdeel. Dan blijkt dat er vertraging is door de interne structuur van het stadsdeel. Uitvoerend niveau, beleidsniveau, je kent dat wel. Onze buurtmanager moet daar dan gedecideerd doorheen zien te breken, zodat dat veldje er gewoon komt.”

Grote namen

Het pannaveldje is inderdaad maar een voorbeeld. De jongens zouden het immers ook zelf kunnen regelen, met een paar jassen op de grond. Maar de buurtmanager zorgt voor samenhang en vertrouwen, als intermediair, als stimulator en aanjager. Is de bedoeling.

Toch bekruipt je het gevoel dat er iets niet helemaal klopt. Waarom zouden burgers zich laten inschakelen door een bedrijf dat leefbaarheid als product verkoopt? Wat er ook te kankeren valt op de overheid, de politie of het buurtwerk, dat zijn wel redelijk controleerbare instanties, waar we aan gewend zijn. Een BV is een ander verhaal. Of niet?

Van der Aa: “We leven inmiddels in de 21e eeuw en we zijn nu op weg naar nieuwe verbanden. We zijn toe aan een nieuwe visie op wat de overheid regelt en wat je aan de markt kunt overlaten. Geen van beide, noch de overheid, noch de markt, is in staat onze vraagstukken alleen op te lossen. Dat nieuwe evenwicht moeten we steeds zoeken.”

En: “BMN is er trouwens niet om de sociale controle van de jaren vijftig te herintroduceren. Wat we met Superbuurt willen laten zien is dat bewoners meer tevreden zullen zijn. Liefst meetbaar, bijvoorbeeld aan de hand van het aantal klachten. Onze service is er in de eerste plaats voor de bewoners en gaat trouwens ook verder dan schoon, heel en veilig. Je kunt namelijk ook denken aan comfortpakketten, waarbij onze buurtmanager er voor zorgt dat een bestelde koelkast een woning in kan, als de huurder zelf aan het werk is. En met de thuiszorg en de KPN ontwikkelen we momenteel het concept ‘Buurtcare’, waarbij wonen en zorg worden gecombineerd.” Ook op de kinderziekten en aanloopproblemen bij de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning anticipeert Buurtmanagement Nederland.

De directeur is vol vertrouwen. Het concept stoelt op denkwerk van grote namen. Een blik op de leden van de Adviesraad (zie kader) is voldoende om te begrijpen dat BMN Amsterdam als een eerste stap ziet bij de verovering van de rest van de Randstad en, wellicht, Nederland. Dat niet alleen, bovendien is vanuit bestuurlijk perspectief nagedacht over de samenhang tussen leefbaarheid, politiediensten, jeugdwerk, overheidsorganisaties en zakelijk verkeer. De formule vult ‘een gat in de markt’, de corporaties hebben er geld voor over, het past naadloos in het nieuwe regeerakkoord en kan steunen op bewoners die het zat zijn in vervuilde buurten te wonen, waar het gedrag van menigeen het nodige te wensen overlaat.

Schaap met vijf poten

Buurtmanagement Nederland leunt natuurlijk zwaar op hun eigen mensen in de buurt, de buurtmanagers. Maar waar vind je die schapen met vijf poten? Je hebt stevig gebouwde beveiligers en je hebt opbouwwerkers die goed kunnen overleggen, maar een buurtmanager moet met allerlei soorten mensen om kunnen gaan, en resultaat bereiken, terwijl zijn eigen positie diffuus is. De zin “Ik ben van Buurtmanagement Nederland” zal niet iedereen meteen overtuigen. Daarvoor zijn de naam en het concept nog onvoldoende ingeburgerd.

“Er is inderdaad nog geen opleiding voor buurtmanager”, beaamt Van der Aa, “maar dat betekent niet dat er geen mensen zijn die het zouden kunnen. Het moeten inderdaad doorzetters zijn, die meteen achter zaken aangaan, bewoners en corporaties aanschrijven en voor een vervolg zorgen.”

Als er onverhoopt minder leuke confrontaties ontstaan, is via het callcentrum van BMN binnen twintig minuten een auto van BMN-deelnemer Trigion ter plaatse. Daar zitten dan twee geüniformeerde stevige jongens van het beveiligingsbedrijf in. “Dat maakt je positie wel wat steviger”, vindt Van der Aa.

Sen Chan heeft ze nog niet nodig gehad, evenmin de bewoners uit ‘zijn’ buurten (naast de Vogelbuurt is Chan ook buurtmanager van de Czaar Peterbuurt). Chan: “Je weet hoe het gaat met de politie, die heeft prioriteiten. Bij een dreigende burenruzie komen ze niet meteen met de sirene aanrijden. Dan is het fijn als je als bewoner en lid van Superbuurt eventueel een beroep kunt doen op Trigion.”

Zelf groeide hij op in de Kinkerbuurt en heeft hij ervaring als toezichthouder in de openbare ruimte, maar hij is “nooit uitgeleerd”. En je moet kunnen relativeren. “Als je een paar tieners vraagt om de muziek zachter te zetten, gaat die weer harder als ik de hoek om ben.” Hij neemt iedere tip of melding niettemin serieus en voelt zich de ogen en oren van de opdrachtgever. “Maar ik ben er natuurlijk ook voor de bewoners.”

Dat blijkt tijdens de ronde. Een lekkende regenpijp, die vochtschade veroorzaakt, houdt hij in de gaten. “Dan zorg ik dat de corporatie haar plicht tegenover de bewoners nakomt”, zegt hij.

Met de tweeduizend woningen die in de Vogelbuurt tot zijn gebied behoren is Chan twee uur onderweg tijdens een ronde. Eén dag per week werkt hij op het hoofdkantoor van BMN en legt daar verantwoording af. “Je moet niet alleen met allerlei instanties en bewoners om kunnen gaan, ook intern houden we elkaar scherp.”

Aandeelhouders

Rochdale en Eigen Haard zijn de Amsterdamse corporaties die een aandeel hebben in de nieuwe BV. Tegelijkertijd zijn ze opdrachtgever voor de eerste projecten. Het succes van die projecten bepaalt dus de waarde van hun aandeel. Het lijkt op het eerste gezicht een lastige positie.

“Dat mag zo zijn”, zegt Bert Duhoux, manager bijzondere projecten van Eigen Haard, “maar de initiatiefnemers hadden partners nodig die de problemen kennen en ze zochten financiers. Ze hadden wat grotere spelers nodig.”

Hij bestrijdt dat leefbaarheid door corporaties als een secundaire taak zou worden gezien. “Integendeel, alle corporaties voelen die verantwoordelijkheid, het punt is dat niemand een structureel antwoord op de problemen heeft gevonden, tot dusver.”

De Melkertbanen verdwenen, dat is één. Maar leefbaarheid is ook geen ‘van 9 tot 5’-baan. “Veel problemen spelen juist buiten die kantooruren, in de avonden en weekends”, zegt Duhoux, “Buurtmanagement Nederland heeft daar een passend antwoord op.”

De indertijd beoogde buurtmanager (Sen Chan) begon in 2006 eerst met een buurtonderzoek. Door hem gesignaleerde problemen, zoals zwerfvuil of lawaai van campinggasten uit de buurt, waren Eigen Haard al bekend. “Die scan was wat ons betreft niet nodig”, zegt Duhoux, maar Superbuurt is een product in ontwikkeling. Dat koppelen we terug. Hoe dan ook, we hebben onze targets bepaald en een contract opgesteld.”

Duhoux verwacht dubbel rendement. Financieel, als de aanpak van BMN in heel Nederland aanslaat, maar ook qua leefbaarheid. Minder klachten en minder mutaties zijn heel prettig voor een corporatie. Na een jaar wordt de – dubbele – balans opgemaakt. Operationeel (zijn de huurders tevreden?) en strategisch (financieel, sociaal, reputatie). “We gaan dan ook kijken of we misschien toch een pet teveel op hebben. Zo nodig stoppen we als aandeelhouder of als opdrachtgever.”

Afstemmen

“Buurtmanagement zorgt ook voor praktische afstemming”, zegt Ilse van Andel, projectleider bijzondere projecten voor Eigen Haard, er aan toe. “Onze manager zit met de buurtregisseur in één gebouw. Maar dan heb je nog het stadsdeel en andere partijen. De buurtmanager van BMN zou hierbij de regierol op zich moeten nemen. En je moet korte lijnen hebben.” Regierol, keten, korte lijnen; het idioom doet vertrouwd aan. “Maar”, zegt Van Andel, “een standaardformule is er niet, je zult altijd op maat van de buurt moeten werken.”

Blijven over de buurtbewoners. Wat vinden die ervan?

Anja Snabel is al lange tijd een zeer actieve buurtbewoonster van de Vogelbuurt en tevens voorzitter van het bewonersplatform. Zij wist bij het aantreden van de buurtmanager en de start van het project niet goed wat er te verwachten viel. “Er waren al zoveel vernieuwingen geweest, we stonden er blanco tegenover. Maar het werkt wel. Waarom? Omdat Sennie er bovenop zit en heel goed samenwerkt met de buurtregisseur. Sennie pakt alles op, daar heeft een buurtregisseur echt geen tijd voor. Hij is inmiddels goed bekend in de buurt.”

Maar de politie is een overheidsorganisatie, BMN een particuliere winstbeogende instelling. Merk je dat verschil?

Snabel: “Daar heb ik helemaal geen problemen mee. Een BV is prima. Misschien worden ze wel minder gehinderd door regels. Laat er maar een frisse wind waaien.”

Onverdeeld tevreden dus: “Niet helemaal. Niet alle corporaties hier doen eraan mee. De AWV, Ymere en Het Oosten hebben hier ook de nodige woningen. Als ze allemaal meedoen overstijg je de verspreiding van je bezit, dan wordt je kracht gebundeld.”

BMN zit in de lift. Binnen een jaar is het werkterrein van BMN gegroeid van één buurt (Kruitberg-Kikkenstein in Zuidoost) naar twaalf buurten nu. De werkbezoeken die BMN organiseert trekken veel belangstelling.

Het is nog te vroeg om een beoordeling van de bewonersparticipatie te maken. Chan merkt wel dat de belangstelling toeneemt. “Niet alleen op de site, ook als het gaat om het schoonhouden van tuinen.”

Bas Donker van Heel

 

Thema