Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Corporatiesector zorgt voor leerling-bouwplaatsen om opleiding vaklui te bevorderen
Metselaars en timmerlui gevraagd

Op een zonnige bouwplaats, hartje Amsterdamse Wallen, wordt gewerkt aan de restauratie van een aantal monumentale panden. Eigenaar Stadsherstel bracht een extra eis in bij de aanbesteding: het project moest een ‘leerling-bouwplaats’ worden waar aankomende timmerlieden en metselaars het vak in de praktijk kunnen leren. Dergelijke praktijkplaatsen zijn hard nodig, anders horen we over een paar jaar op de steigers alleen nog Pools of Bulgaars.

“De bouwsector heeft zich helemaal verkeerd ontwikkeld. Er is volstrekt onvoldoende geïnvesteerd in opleiding van vakmensen. Dat waren de jongens die vroeger van onze ambachtsscholen afkwamen. Die zijn er nauwelijks meer. Het barst nu van de Polen, Roemenen en Serviërs op onze bouwplaatsen, maar daar los je niet alles mee op.” Aldus Frank Bijdendijk, directeur van Het Oosten.

“Jonge Amsterdammers zijn nog
liever portier bij een bank”

De ambachtsschool en ook zijn opvolger – de LTS - bestaan niet meer. De aanwas van nieuwe leerling-bouwvakkers moet komen uit het vmbo. Dat is met name in deze regio een groot probleem: “Het vak heeft niet zoveel status bij jonge Amsterdammers”, zegt Guus Post, algemeen secretaris van Bouwend Amsterdam, waar zo’n 140 Amsterdamse bouwbedrijven bij zijn aangesloten. “Jongeren zijn liever portier bij een bank”, zegt hij. “Ieder jaar moeten we meer moeite doen om leerlingen voor de bouw te werven.” Amsterdamse vmbo-scholen leveren per jaar gemiddeld minder dan één leerling af bij de SSP (voluit: Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Bouw - Amsterdam), die direct met zijn opleiding kan starten. SSP is de door werkgevers in de bouw georganiseerde vakopleiding. Daar krijgen jongeren – na een sollicitatie - een tweejarig contract volgens de bouw-cao. Vier dagen werken als leerling-bouwvakker onder een leermeester en één dag theorie. Ze heten dan BBL-er, naar de ‘beroepsbegeleidende leerweg’. Na twee jaar krijgen ze een diploma.

“Maar de jongeren die nu van het vmbo afkomen, kunnen soms net een hamer vasthouden”, zegt René Cossé van SSP Amsterdam. “We zijn genoodzaakt ze eerst een paar weken tot zelfs een half jaar bij te spijkeren voordat we ze een contract kunnen aanbieden.” De leerlingen krijgen deze opleiding gratis, inclusief werkkleding en een eigen gereedschapskist. Bovendien beschikt de SSP in Diemen over een moderne en volledig geoutilleerde werkplaats. Voor vmbo-leerlingen is dat vaak de eerste kennismaking daarmee. “Het is peperduur om zo’n werkplaats in te richten”, verklaart Cossé, “geen wonder dat sommige vmbo-scholen voor andere richtingen kiezen dan Bouwkunde. Of ze maken er een afdeling algemene techniek van.” Het resultaat is dat veel leerlingen die van het vmbo afkomen over onvoldoende vakkennis beschikken.

Bouwend Amsterdam en de SSP doen niettemin het nodige om jongeren voor het vak te interesseren. Advertenties, folders, reclame op AT5 en natuurlijk voorlichtingsbijeenkomsten. Maar het blijft lastig. “We merken ook dat de taal een probleem gaat vormen”, zegt Cossé. Toch lukt het om ieder jaar nieuwe leerlingen in te schrijven. Vaak zijn dat overigens naast vmbo-ers ook zij-instromers, werkende jongeren die een ander vak willen leren.

Doorleren

“Als ze eenmaal op de opleiding zitten worden ze enthousiast”, vertelt Post. “Bovendien verdienen ze aardig, meer dan als portier. De geringe belangstelling komt niet alleen door gebrek aan status. Het vak is ook onbekend, zeker bij allochtone vmbo-leerlingen. Vroeger ging dit van vader op zoon, nu niet meer.” Een jaarlijks hoogtepunt vormt de nieuwjaarsborrel van de SSP. “Dan lopen 175 leerling-bouwvakkers door elkaar heen, van alle kleuren en met alle haardrachten die je kunt bedenken. En de sfeer is goed. Deze jongens zijn er trots op dat ze echt met een vak bezig zijn”, vertelt hij.

Veel vmbo-ers kampen met het imagoprobleem van hun opleiding. Maar als BBL-ers merken ze dat ze niet aan een plafond zitten. Je kunt tijdens de praktijk doorleren en op den duur zelfs uitvoerder worden. Maar, zoals gezegd, halen veel jongeren die uit het vmbo komen het basisniveau niet eens. “Daarom hebben we nu ook de opleiding voor bouwplaats-assistent”, gaat Post verder. “Voor veel 16-jarigen moeten we ons eerst richten op competenties als ‘klokvast maken’. Daarna kunnen ze door”.

En ze zijn hard nodig. “Bouwend Amsterdam is er natuurlijk alles aan gelegen voldoende vakmensen op te laten leiden. Maar we hebben ook een maatschappelijke taak. Jongeren krijgen bij ons werk met toekomst. Als je ziet hoeveel jongeren uitvallen of aan de kant staan, dan moeten we er als samenleving alles aan doen om ze erbij te houden.”

Het tij keert

Deze noodzaak zien ook de Amsterdamse corporaties. In 2003 werd daarom een Convenant Leerling-bouwplaatsen afgesloten. Zonder leerling-bouwplaatsen en stages geen praktijkopleiding. Als opdrachtgevers kunnen de corporaties in hun bestek duidelijk maken wat de aannemer bij een bouwklus wacht. Daar valt de leerling-bouwplaats ook onder. Via Fundeon, het kenniscentrum van de bouw, kunnen zij daarvoor samen subsidie aanvragen. De bouwplek moet wel aan regels voldoen. Bovendien moet de leerling er wat kunnen leren. De hele dag stempels verwijderen bij een hoogbouwproject voldoet niet.

“De regeling werkt goed”, vertelt Noek Pouw namens de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. “De SSP is verantwoordelijk voor de leerlingen, dus technisch is het verantwoord. Fundeon en de aannemers nemen veel van de administratieve rompslomp voor hun rekening.”

Toch lukt het niet meer dan een handvol leerling-bouwplaatsen te realiseren?

Pouw: “In het verleden hebben corporaties slechte ervaringen opgedaan. De bouwvakkers werden afgeleid door een teveel aan leerlingen. Dat is nu beter georganiseerd, maar het beeld is hier en daar blijven hangen. Maar het tij is aan het keren.”

Zo begon de Alliantie voor het eerst in tien jaar weer. Jürgen Klaassen van deze corporatie: “Door fusieperikelen zijn sommige zaken bij ons uit het zicht verdwenen. Maar nu is er weer tijd voor, of beter, de wil. We hebben allerlei afspraken en regelingen, maar toch gebeurt het niet vanzelf. Er moet iemand opstaan die zegt: hier ga ik aan trekken. En we hebben er als opdrachtgever echt belang bij, anders moeten we straks, gezien de vergrijzingsgolf, bouwvakkers van buiten de EU gaan werven.”

Bouwelite

Terug naar de Wallen. In zijn uitvoerderskantoor zit Rex Tijs gebogen over tekeningen. Op zijn bouwplaats werken meerdere leerlingen. Zij worden begeleid door de voorman, maar zeker ook door hem. Hij volgde daarvoor de opleiding tot leermeester. “Mijn voornaamste taak is het enthousiasmeren. Wij restaureren hier monumentale panden, dan mag je wel zeggen dat je tot de bouwelite behoort. Dat besef moet doordringen. De jongens leren hier iedere dag nieuwe dingen.”

Amsterdamse vmbo-scholen leveren per jaar minder dan één leerling af

Hij laat een serie foto’s zien van het plaatsen van een houtskelet dat naar oude normen is vervaardigd. De plaatsing gebeurde op een plek waar een monumentaal pand was ingestort. Het skelet was per boot aangevoerd en in een dag in elkaar gezet. “Dat soort werk is uniek. Dat beginnen die jongens langzamerhand te begrijpen.”

Over de leerlingen is Tijs zonder meer enthousiast. Volgens het herenakkoord onder Amsterdamse aannemers moeten ze accepteren wat de SSP aanbiedt. Hij had geluk. Tijs: “We hebben goede jongens. Nederlandse, Surinaamse, Marokkaanse. Dat gaat goed samen, we zijn allemaal bouwvakkers bezig met een klus.”

Hij beoordeelt zelf het werk van de BBL-ers. Soms past hij de officiële opgaven aan, omdat ze niet aansluiten op de praktijk. Tijs neemt zijn taak serieus. “Als ik een tekening van een leerling vraag, moet die er komen, ook al proberen ze al hun excuses op me uit.”

Martin Kuyl (28) is zo’n leerling. Hij stapte over uit de horeca en heeft er geen dag spijt van gehad. “Het werk is hier wel zwaarder”, zegt hij. “En hoewel ik me een echte bouwvakker voel, word ik betaald als leerling. Maar ik leer veel bij deze restauratie, ook al werk je bijna de hele dag zelfstandig. Er is niet iemand die in je nek hijgt. Misschien maar goed ook, want dan moet het wel klikken.” Kuyl heeft zijn draai gevonden en denkt in de bouw te blijven. “Al ga ik op den duur voor uitvoerder.”

Joey Koeleteloeme (22) is zijn kompaan. Ze zitten samen op de opleiding van de SSP. “Ik heb altijd dingen gemaakt met mijn handen, dan is het dus logisch dat je in de bouw gaat werken. Het enige nadeel vind ik de lage temperaturen in de winter. Voor de rest: hier, in de praktijk, leer je veel. Ik heb er lol in. Laat mij maar timmeren.”

“We zien het Rijk niet als pinautomaat”

Waarom heeft u nu al een kwartierm

Bas Donker van Heel