Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Domweg gelukkig
Domweg gelukkig
... op de op de Nicolaas Witsenkade.

Loop of fiets door alle stadse drukte en hectiek vanaf het Muntplein via de Vijzelstraat, de Vijzelgracht en het Weteringcircuit naar het Weteringplantsoen. Erger je even niet aan de drinkende daklozen met hun honden, kijk niet waar één van hen het bier uit de halve liters staat te lozen in de bosjes. Ga op de hoek, bij het Heinekenkantoor linksaf (na er even aan gedacht te hebben dat vanaf dit punt Freddy Heineken en zijn chauffeur werden ontvoerd) en je komt op de Nicolaas Witsenkade, een onverwachte oase van weldadige rust, vooral als je het drukke verkeer van de Stadhouderskade aan de overkant van het water weet te negeren. In onze straat is het volgens mijn vrouw altijd zondag.
De kade is een bijzonder stukje binnenstad, enigszins geïsoleerd, stil en zo vredig dat alle toeristen – al of niet verdwaald en vaak zoekend naar het Rijksmuseum, omdat ze vanaf het Weteringcircuit de verkeerde richting hebben gekozen – midden op straat lopen. Aan de ene kant mooie, grote huizen en in het water van de Singelgracht de woonboten. Het centrum is dichtbij, Centraal en Amstelstation op tien minuten fietsen afstand, veel tramlijnen in de buurt, aan de overkant van het water ligt De Pijp met onder meer de Albert Cuypmarkt, die trouwens wel besmet is door het virus van het binnen- en buitenlands toerisme. Op sommige dagen hoor je meer Limburgs, Gronings en Engels dan de Amsterdamse tongval.
De helft van het jaar zie ik vanuit mijn werkkamer de woonboten en iets verder de Stadhouderskade en de ernaast gelegen parkeerplaatsen, waar het een komen en gaan is van mensen die naar de markt willen. Vooral als er weer eens een wielklem is uitgedeeld, kan dat prachtige stukjes stomme film opleveren. Grofweg de andere helft van het jaar kijk ik tegen het bladerdek van de platanen aan. ‘O, je woont op die kade met die mooie bomen,’ zeggen mensen wel eens, en dan voel ik me trots alsof ik ze daar zelf heb geplant.
Nog een voordeel: de speeltuin U.J. Klaren (de naam alleen al!) op het Weteringplantsoen, de oudste van Amsterdam. Mijn dochter en zoon waren nooit van die echte speeltuinkinderen, maar elke keer als ik er langs fiets, word ik weer een beetje vrolijk als ik op dat bijzondere ‘eilandje’ in de binnenstad ploegjes jongens zie voetballen en de opgewonden stemmetjes hoor van kinderen die zand scheppen of van de glijbaan roetsjen. Zelfs het gehuil van dat ene jongetje dat van de wip is gevallen, klinkt me als muziek in de oren.
Enkele jaren geleden bedreigde een ondergrondse parkeergarage het voortbestaan van deze prachtige voorziening. Na alle bouwactiviteiten zou de oude speeltuin op dezelfde plaats terugkomen, maar dat geloofde niemand. Toenmalig verkeerswethouder Bakker, die verantwoordelijk was voor het plan, is gelukkig weggepromoveerd naar Hilversum, waar hij als dank geconfronteerd werd met de Leefbaren van Jan Nagel. Zo vergaat het mensen met kwalijke ideeën. Laat het een les zijn voor elke verkeerswethouder.
Onze straat is zo rustig dat je er altijd je auto kwijt kunt. Daarom hebben we de onze laatst ook verkocht, en dat is net zo onlogisch bedoeld als het is klinkt. We zijn aangesloten bij Greenwheels, waarvan ik de naam ook niet heb verzonnen. Onlangs maakte ik weer gebruik van zo’n huurauto, die keurig om de hoek op de Weteringschans kan worden geparkeerd. Toen ik terugkwam, was de gereserveerde plaats bezet door een andere auto.

René Appel.
Appel is Bijzonder hoogleraar 'Nederlands als tweede taal' en thrillerschrijver.
Zie www.reneappel.nl