Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Vijfde verdieping
Doorstromingsproject slaat vooral aan bij ouderen
Veel mensen willen best kleiner wonen

Amsterdam heeft een overmaat aan kleine woningen. Grote woningen zijn schaars en komen bovendien zelden vrij. Onder de naam Van Groot Naar Beter hebben Stedelijke Woningdienst en corporaties vorig jaar daarom een project gestart om kleine huishoudens te stimuleren naar kleinere woningen te verhuizen. Dat blijkt nog redelijk te lukken ook. Vooral oudere Amsterdammers willen best kleiner wonen, mits ze er in comfort op vooruitgaan. De verhuispremie is minder doorslaggevend.

Feiten en cijfers

In Amsterdam heet een woning al snel ‘groot’. Volgens de huidige definitie is een woning met een nuttig vloeroppervlak (zonder gang, kasten, badkamer en dergelijke) van 60 m2 al een grote woning.
De SWD is nu van plan de regelgeving aan te passen waardoor de grens gaat van “60 m2 nuttig naar 70 m2 wws” (volgens het Woning waarderings Systeem). Overigens speelt momenteel ook het aantal kamers nog een rol.

De meeste vrijgekomen ‘grote woningen’ zijn tussen de 60 en 70 m2 (45% volgens Bureau Doorstroming). Volgens SWD-cijfers is maar liefst 67 procent van de ‘grote woningen’ die de laatste drie jaar zijn vrijgekomen kleiner dan 70 m2.
De meeste leeggekomen grote woningen liggen in Noord (bijna 40%).

De Amsterdamse woningmarkt is krapper dan ooit en daarmee stijgt de aandrang om met beleidsinspanningen de schaarste iets rechtvaardiger te verdelen. Zo is ook de problematiek van gebrekkige doorstroming naar duurdere of kleinere woningen nadrukkelijker op de agenda gekomen.
Aan dat laatste heeft de gemeente al vaker wat proberen te doen. Zo bedacht Herhuisvesting in 1983 het project Van Groot naar Klein, waarbij kleine huishoudens met een verhuispremie van maar liefst 10.000 gulden werden verleid kleiner te gaan wonen. Daar kwam niet veel van terecht. Van de 105 huishoudens die werden aangeschreven, bleken er een jaar later maar negen herplaatst.
Zonder veel tamtam bleef er in de jaren negentig een vergelijkbare verhuiskostenvergoeding bestaan. Maar van echt stimulerend beleid was daarbij geen sprake, stelt Mireille Dijk, Project Manager van het Bureau Doorstroming. “Je kon zelfs een half jaar na je verhuizing nog aanspraak maken op deze subsidie.”
Dijk is verantwoordelijk voor het project Doorstroming dat de Stedelijke Woningdienst en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties vorig jaar startten. De naam Van Groot naar Klein werd daarbij ingewisseld voor Van Groot naar Beter, dat klonk wat positiever. Een jaar later kan worden vastgesteld dat dit project beter scoort dan in de jaren tachtig. Dat komt volgens Dijk niet zozeer door de verhuiskostenvergoeding van 6000 gulden maar vooral door de voorrangsverklaring die de betrokkenen krijgen. Dijk: “Die vergoeding zien ze als steuntje in de rug. Mensen blijken best kleiner te willen wonen, als ze maar meer comfort krijgen, bijvoorbeeld centrale verwarming, een lift of een benedenwoning. Dan willen ze zelfs meer huur betalen.”
In juni vorig jaar gaf de projectorganisatie de eerste voorrangsverklaring uit. Eind april 2002 zijn volgens Dijk 144 huishoudens via de regeling naar een kleinere woning verhuisd. Het gaat voor het overgrote deel om ouderen. Negen procent is jonger dan vijftig; meer dan 53 procent is 65 jaar of ouder.

Via WoningNet

Met de voorrangsverklaring op zak is het voor ouderen op WoningNet relatief makkelijk scoren, tenminste als ze boven de zestig zijn. Dijk: “Onder de zestig hebben ze weinig aan die verklaring als ze naar een ouderenwoning en benedenwoning willen, want 60plussers of mensen met een medische indicatie hebben voorrang.”

Het gros van de ‘grote woningen’ is overigens kleiner dan 70 m2

Publiciteit is een belangrijke factor voor het succes van de regeling. “Een kleine veertig procent was daarvoor niet eens ingeschreven bij WoningNet. Vaak wist men niet van het bestaan af.” Het mes snijdt vervolgens aan twee kanten. Er komen grote woningen vrij voor kinderrijke gezinnen en ouderen gaan naar een geschiktere woning. En potentieel aanbod is er nog voldoende. Volgens cijfers uit ‘Wonen in Amsterdam’ werden er in 1999 bijna 13.000 grote woningen bewoond door 1 of 2 personen ouder dan vijftig jaar. Dijk: “Maar voor de doorstroming is het vooral belangrijk om per buurt meer ouderenwoningen te bouwen.”

Fred van der Molen
Bronnen:
Evaluatierapport Doorstroming, april 2002, Projectbureau Doorstroming, Mireille Dijk;
Evaluatie Verhuiskostenvergoeding van groot naar klein, SWD april 2002, Heleen Hof