Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Zoeken op postcode
De flat die in geen boek voorkomt

Zomaar een buurt, straat of gebouw - of toch niet? Over de bewoners en de huizen achter iedere postcode valt wel iets te zeggen. Neem nu 1019 KE. Waarom staan er in het flatgebouw de Watertoren aan de Van Eesterenlaan in Zeeburg zoveel huizen te koop?

Op de woontoren is maar een enkel bordje van een makelaar te zien. Bewoners en makelaar reageren verbaasd als ze horen over het grote aanbod. Maar huizenzoekers hebben in gebouw de Watertoren aan de Van Eesterenlaan keus te over. Begin augustus stonden maar liefst elf van de 59 woningen te wachten op nieuwe eigenaars; een daarvan was onder voorbehoud verkocht.
Een appartement op een van de middelste verdiepingen staat al bijna een jaar te koop. De eigenaar is gaan samenwonen, en zijn partner wilde liever een huis met een tuin. “Dat is in Amsterdam niet makkelijk te vinden.” Het werd Uitgeest. Voor de eigenaar is het gissen waarom de verkoop zo slecht loopt. “Over het gebouw ben ik zeer positief. Het is een heerlijke plek om te wonen. Maar er staat hier in de omgeving te veel in de verkoop. Kopers kunnen kieskeurig zijn als ze liever een houten vloer en stucwerk willen hebben, of als ze op een hogere verdieping willen zitten.” Zijn partner vult aan dat er in Zeeburg en in dit segment veel speculatief is gekocht, door mensen die niet van plan waren er lang te wonen. “Die bederven nu de markt.” Verder steekt het dat de Watertoren altijd wat onderbelicht is gebleven. “We hebben boeken over Zeeburg en daar staat dit gebouw niet één keer in. Wel die Oostblok-achtige IJ-toren bij de Albert Heijn, die is kennelijk architectonisch interessanter. Maar goed, dat zal wel onze persoonlijke frustratie zijn.”
Waar deze eigenaar spreekt over een “rotmarkt” is zijn vroegere buurvrouw van enkele verdiepingen hoger een stuk positiever. Maar haar huis staat dan ook pas drie maanden te koop. Ze is met haar man vanwege gezinsuitbreiding naar een ruimer huis met tuin gaan omzien. In Amsterdam hebben ze nog op de Schellingwouderdijk een woning bezichtigd, maar die bood niet de ruimte die ze zochten. Uiteindelijk kochten ze in Almere, maar ze wonen er nog niet. Ze vertelt dat ook de directe buren het “spectaculaire uitzicht” op het Oostelijk Havengebied hebben verruild voor groen en meer leefruimte. Die buren zijn enkele maanden geleden naar IJburg vertrokken. Hun huis staat nog te koop. De bewoonster beaamt dat het gros van de appartementen in de Watertoren eigenlijk starterswoningen zijn. Ze zijn met gemiddeld honderd vierkante meter niet krap, maar tellen slechts twee slaapkamers.
Eveline Keur van De Eilanden Makelaardij vertelt dat ze net een woning in het gebouw heeft verkocht: “Het verloop is hier misschien wat groter. Mensen die kinderen krijgen zullen er niet lang blijven wonen. Die gaan naar nieuwbouw in IJburg of buiten de stad.”
De verkopers zeggen dat er wel belangstellenden zijn, maar dat een serieus bod uitblijft. Voor de driekamerwoningen met balkon en parkeerplaats in de kelder worden prijzen gevraagd van rond de drie ton euro. “Die prijs wordt niet meer gehaald”, aldus Keur. In juli ging een woning voor 247.500 euro van de hand, blijkt uit gegevens van het Kadaster. Dat is zonder de inpandige parkeerplaats die voor 35 duizend euro werd aangeboden. De driekamerwoningen van het in 1997 opgeleverde complex kostten volgens een van de woningaanbieders indertijd rond de 285 duizend gulden.
Een bewoonster heeft geen makelaar in de arm genomen en biedt het huis aan op haar eigen website. De druk om te verkopen blijkt niet erg groot. “We kijken gewoon of het lukt. Het is leuk om weer eens ergens anders te wonen, en wel lekker om iets groters te hebben. Maar we willen wel in de buurt blijven.”
Volgens een schatting van de Nederlandse Vereniging van Makelaars staat in Amsterdam 6 procent van het eigenwoningbezit te koop. Makelaar Keur over het hoge aanbod van tegen de 20 procent in de Watertoren: “Er zijn in de buurt wel meer plekken waar wat meer te koop staat. En er zijn periodes van betere verkoop en periodes waarin het wat minder gaat.”

Johan van der Tol