Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Meer aandacht voor economische dimensie woningmarkt!

Hans Zwarts

De Heer Zwarts is voorzitter Kamer van Koophandel Amsterdam
Het rapport ‘Thuis in de Noordvleugel’ dat de KvK recent presenteerde maakte veel los.
Zeker nadat Het Parool de strekking samenvatte onder de kop ‘Rijken erin, armen eruit.

Als ik het voor het zeggen had, dan richt het volkshuisvestingsbeleid zich meer op economische doelstellingen.
Bemoeienis van het bedrijfsleven met het volkshuisvestingsbeleid is niet onomstreden, zo bleek recent in het Parool. Journalisten en brievenschrijvers getuigden van hun zorg voor de positie van lagere inkomensgroepen op de Amsterdamse woningmarkt. Ik begrijp hun zorgen, maar een sterke economie zorgt voor welvaart en werkgelegenheid en is daarmee dé voorwaarde voor een krachtig sociaal beleid en voldoende aanbod van sociale huurwoningen.
Ik zie vier opgaven voor een doelmatiger volkshuisvestingsbeleid. We moeten meer woningen bouwen, op de juiste locaties, in aansprekende kwaliteiten en de verdeling van de huidige woningvoorraad moet beter.

Laat ik met het eerste beginnen: meer woningbouw. De regio heeft in economische zin behoefte aan tenminste 8.000 woningen per jaar. In mijn optiek kunnen deze woningen deels op het zogenaamde oude land worden gerealiseerd. Maar liever niet op bedrijventerreinen en binnen de 20KE-zone van Schiphol. Doen we dat wel, dan stokt de economische groei en zijn die woningen überhaupt niet meer nodig.
Almere is dé oplossing voor het gebrek aan locaties op het oude land. Daar is ruimte om grootschalig en kwalitatief hoogwaardig woningen te bouwen. Hiervoor is dan wel een vergroting van de capaciteit van de huidige toevoerwegen nodig en de IJmeerverbinding: een gecombineerde spoor- en wegverbinding door het IJmeer.

Het tweede verbeterpunt is de samenstelling van de woningvoorraad. De huidige Amsterdamse woningvoorraad weerspiegelt in belangrijke mate haar industriële verleden. Veel woningen zijn klein, zitten in de sociale huursector en zijn afgestemd op de lagere inkomensgroepen. De werkgelegenheid in Amsterdam is inmiddels nogal veranderd. De dienstverlening domineert met een sterke vraag naar middelbaar en hoogopgeleide kenniswerkers. Voor dit personeel zijn weinig geschikte en aantrekkelijke woningen voorradig, zeker als die mensen een gezin willen vormen. De resultaten van dit deficit zijn elke dag zichtbaar: het wegennet staat vol en de treinen puilen uit.
In Hoofddorp is de situatie omgekeerd. Eengezinswoningen maken de dienst uit en sociale huurwoningen zijn een schaars goed. Werkgevers daar hebben vooral problemen met het werven van laaggeschoold personeel. De oplossing ligt voor de hand: Als we op regionaal niveau zorgen voor meer diversiteit, dan is iedereen daarbij gebaat. Werknemers kunnen dichterbij hun werk wonen, werkgevers vinden het personeel waar ze behoefte aan hebben. Een simpel idee en als iedereen meewerkt nog uitvoerbaar ook.

Ook een betere verdeling van de bestaande woningvoorraad kan bijdragen aan een dynamischer economie. In Amsterdam bezetten huishoudens die daar qua inkomen in feite geen recht op hebben veertig procent van alle sociale huurwoningen. Tot voor kort konden deze huishoudens wellicht niet anders, omdat er geen geschikte woningen voorradig waren. Maar de laatste jaren zijn er meer koopwoningen gebouwd en komen er nog genoeg bij. Nu blijkt dat de beschikbaarheid van betaalbare koopwoningen op zich niet voldoende is om deze mensen uit hun te goedkope huurwoning te lokken. Dit probleem moet op twee niveaus worden aangepakt:
De nieuwe koopwoningen moeten meer waar voor hun geld bieden om te concurreren met te goedkope sociale huurwoningen. Dus lagere dichtheden, meer parkeerplaatsen en meer buitenruimte. Dit kan als de gemeente haar grondprijzen matigt.
Deze huishoudens mogen ook wel een duwtje in de rug krijgen. Ze bezetten immers woningen die hard nodig zijn voor jonge werkmigranten van buiten de regio. Willen we de arbeidsmarkt flexibel houden dan moeten we nieuw talent, ook als het nog niet veel verdient een kans geven om in de stad te wonen.

Met ons rapport ‘Thuis in de Noordvleugel’ maken we duidelijk dat er een belangrijke economische dimensie zit aan de woningmarkt. Deze dimensie bleef tot nu toe onderbelicht. Nu de werkloosheid weer hard oploopt is het meer dan ooit nodig alles op alles te zetten om de noodzakelijke 8.000 woningen te realiseren – stimulans voor de regionale economie – en daarmee de grondslagen te leggen voor een volgend economische bloeiperiode. Ik denk dat een ruime, aantrekkelijke en flexibele regionale woningvoorraad daar onlosmakelijk onderdeel van is.