Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Nieuwe kijk op stadsgroen

Amsterdam moet er tussen 2010 en 2030 vijftigduizend woningen bij krijgen. Dat gaat vooral ten koste van de groenstroken en plantsoenen in de naoorlogse wijken. Met groene daken, geveltuinen en ‘floatlands’ wil gemeentelijk groencoördinator Remco Daalder de verstening van de stad tegengaan. “We kunnen nog veel leren van groenprojecten in het buitenland.”

Postzegelparkjes
Nieuw stadsgroen hoeft niet altijd duur en spectaculair te zijn. Vergeten hoekjes van de stad kunnen met simpele middelen worden omgetoverd tot een ‘postzegelparkje’. Uit onderzoek is gebleken dat in Amsterdam zeker tweehonderd plekken voor zo’n verbouwing in aanmerking komen. Een pleintje of plantsoen van tien bij tien meter is al voldoende om er een boom, bankje en speeltoestel te kunnen neerzetten. Andere voorwaarden zijn een beschutte ligging en gebruik van hoogwaardige materialen. Op dit moment wordt op vijf plaatsen in de stad geëxperimenteerd met deze postzegelparkjes. Financieel en bestuurlijk zijn de zaken rond, verklaart Johan van Soest van de Dienst Ruimtelijk Ordening. “Binnenkort kunnen de ontwerpers gaan tekenen.” Of er in de toekomst op meer plaatsen postzegelparkjes komen, hangt af van de aangekondigde bezuinigingen op het Amsterdamse Groenfonds. “Voor dit jaar hebben we nog wel wat geld voor nieuwe projecten kunnen reserveren. Maar daarna is de pot leeg en moeten de stadsdelen zelf aan de slag.”

Twee kassen en een lommerrijke tuin. Groter is de Hortus eigenlijk niet, maar je waant je er buiten de stadsgrenzen. Vogelgeluiden overstemmen met gemak het verkeer achter het theehuis. Wilde houtduiven bedelen om brokjes speculaas op de terrastafels. Het is een toepasselijke plek om met Remco Daalder van gedachten te wisselen over het nieuwe groenbeleid van de stad. Als gemeentelijk coördinator Groen & Stadsecologie pleit Daalder namelijk voor een radicaal andere kijk op plantsoenen en parken. “Bomen en gras worden in Amsterdam nog te vaak heilig verklaard. Maar veel groenstroken in de Westelijke Tuinsteden en Noord hebben absoluut geen kwaliteit. Het zijn snippers die slecht worden onderhouden en niemand iets zeggen. Dan moet je ook niet raar kijken wanneer die als eerste sneuvelen bij nieuwe plannen voor woningbouw.”
Als voormalig beheerder van het Amsterdamse Bos weet Daalder hoe moeilijk het is om de conservatieve Amsterdammer op nieuwe ideeën te brengen. Om in delen van het groengebied de natuur haar gang te laten gaan, moest hij indertijd hemel en aarde bewegen. Bewoners en ambtenaren vonden het in eerste instantie maar niks dat er in hun park “werd aangerommeld”. Ook nu kost het veel energie om mensen ervan te overtuigen dat het groenbeleid over een andere boeg moet worden gegooid. Toch houdt Daalder hen voor dat de stad zich heeft verplicht om tussen 2010 en 2030 vijftigduizend extra woningen te bouwen. “Dat is driemaal IJburg, waar binnen de bestaande stadsgrenzen ruimte voor moet worden gevonden. Anders gaat het ten koste van de groene lobben die stedelingen snel in het buitengebied brengen. Bouw dan maar een paar slecht gebruikte plantsoenen vol. Als er op de daken van de nieuwe gebouwen maar een openbare tuin of park komt.”

Groen moet

We moeten Daalder niet verkeerd begrijpen. Hij is absoluut geen voorstander van een verdere verstening van Amsterdam. Nieuwe woningbouw moet hand in hand gaan met een vergroening van de leefomgeving. “Parken en groene pleinen zijn in een stad onmisbaar. Ze zorgen voor extra zuurstof, vangen stof op en verkoelen de stad, die toch al een paar graden warmer is dan het gebied erbuiten.” Ook moeten we de sponswerking van gras en bomen niet onderschatten. “Neerslag wordt in parken en plantsoenen langer vastgehouden, waardoor de stad toe kan met de bestaande sluizen om overtollig water te spuien.” Verdichting van de stad zonder groencompensatie kost Amsterdam volgens hem dan ook handenvol geld.

Bomen en gras worden in Amsterdam te vaak heilig verklaard

Afgezien van financiële en milieutechnische argumenten zijn er natuurlijk ook de stadsbewoners, die in elk leefbaarheidsonderzoek klagen over te weinig groen. “Je kunt wel zeggen dat al die tuin- en natuurliefhebbers maar naar Almere moeten verhuizen. Maar ik vind dat iedereen het in de stad naar zijn zin moet kunnen hebben. Ook in Amsterdam moeten kinderen het verloop van de seizoenen kunnen ervaren. Een aantrekkelijke stad kan niet zonder groen om de hoek.”

Om de woningbouw en vergroening van de stad hand in hand te laten gaan, moet Amsterdam niet alleen met zijn huizen maar ook met zijn plantsoenen en parken de hoogte in. Parkdaken, geveltuinen en fonteinen hebben in de ogen van Daalder de toekomst. In het buitenland hebben ze al langer ervaring met die aanpak. Zo laat Daalder foto’s zien van wijken in Keulen, waar begroeide gevels doen vergeten dat de dichtheid aan woningen er bijzonder hoog is. In dezelfde stad ligt ook het Mediapark, dat met zijn kantoren en winkels wel iets weg heeft van de Arenaboulevard. In het midden van dit bedrijvenpark ligt een meertje van anderhalve hectare. Sinds de meerkoet en fuut er zijn neergestreken, is het een officieel natuurbeschermingsgebied geworden. Medewerkers van de omliggende bedrijven rusten er tussen de middag graag even uit.

Het geheim achter deze buitenlandse successen ligt vooral in een andere aanpak. “De groenvoorzieningen worden er in samenhang met de gebouwen ontworpen. Wij leggen meestal achteraf een lullig parkje met berkje aan en denken dan dat we klaar zijn.” Ook is er in het buitenland vaak meer geld beschikbaar, omdat bedrijven in de omgeving meebetalen aan het realiseren van een park of meertje. “In Nederland zijn er nog maar weinig van dit soort publiek private groenprojecten van de grond gekomen. Ik ken alleen een voorbeeld in Tilburg dat een succes is geworden.” Verder hebben we volgens Daalder gewoon te weinig lef en wordt creativiteit gesmoord in een woud aan milieu- en veiligheidsregels. “Op IJburg wilden we een manege in een woonwijk aanleggen, maar uit oogpunt van hygiëne mag dat niet.”

Eco-parking

“Wij leggen achteraf een lullig parkje aan en denken dat we klaar zijn”

Ondanks alle hindernissen zijn in Amsterdam toch al enkele voorbeelden van Daalders groenvisie te vinden. Zo gaat aan de Kadijken een parkeergarage schuil onder een park voor omwonenden. Ook met de drijvende tuinen aan de Hobbemakade is Daalder blij. “Ze passen goed in het straatbeeld en worden door buurtbewoners actief onderhouden.” Spectaculair vindt hij verder het dennenbos op de achtste verdieping van het nieuwe ING hoofdkantoor aan de Amstelveenseweg. Sowieso is de Zuidas in zijn ogen een mooi voorbeeld van verstedelijking in combinatie met vergroening. Bij alle nieuwe gebouwen is in het programma van eisen bijvoorbeeld opgenomen dat 30% van de daken groen moet worden. Ook wordt er per vierkante meter afgenomen grond een paar tientjes in het Amsterdamse Groenfonds gestopt.
In de toekomst verwacht Daalder ook veel van het Polderweggebied. Door bodemvervuiling wordt het groen er noodgedwongen naar de daken verbannen. Ook IJburg kan een groene oase in de stad worden. Zelf heeft hij er zich ingespannen voor het ‘vergroenen’ van twee woningblokken. Met een meter grond op de daken kan er een levensecht park ontstaan met acht meter hoge bomen. “Uit berekeningen is gebleken dat de bouwkosten inclusief parkaanleg hooguit vijf procent hoger liggen dan in andere projecten. Je hebt dan wel in één klap in de groenbehoefte van alle bewoners voorzien.” Of het project ook werkelijk doorgaat, hangt af van de toekenning van subsidie uit het Innovatie Programma Stedelijke Vernieuwing van het ministerie van VROM.

Ook in deze verdieping: Groen is nog altijd een sluitpost

Jaco Boer
Thema