Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Programma Ouderenhuisvesting

1. Extra woningen?
2. Woningaanpassingen en verhuisindicatie
3. Labelen en voorrangsregels
4. Betaalbaarheid en huurbeleid
5. Maatwerk
6. Vrijkomend zorgvastgoed
7. Programmateam

Ouderenhuisvesting: zo zit het

Seniorenwoning 

Een woning exclusief bestemd voor ouderen. In het verleden zijn er verschillende leeftijdsgrenzen gehanteerd: 55 jaar, 60 jaar of 65 jaar. Dat wordt nu 65. Amsterdam heeft ongeveer 12.000 seniorenwoningen. Een speciale categorie zijn de seniorenwoningen met zorg (voorheen Wibo-woningen). Deze woningen hebben twee of drie kamers, zijn gelijkvloers en - indien nodig - met een lift bereikbaar. De bewoners kunnen elkaar ontmoeten in een aparte ontmoetingsruimte en er is in de directe nabijheid een dienstencentrum met allerlei voorzieningen. 

Aanpasbaar gebouwde woning 

Een ‘aanpasbaar gebouwde’ woning is een woning die zonder veel kosten aangepast kan worden voor mensen met een beperking. Voorheen noemden we dat ‘levensloopbestendig’. Dergelijke woningen zijn gelijkvloers toegankelijk en hebben drempels;  woonkamer, keuken, toilet, badkamer en de hoofdslaapkamer liggen op het entreeniveau. Daarnaast zijn er ruimtelijke eisen om met een rolstoel te kunnen manoeuvreren. Veel nieuwbouw voldoet aan deze eisen. In Amsterdam zijn vanaf 1995 ongeveer 37.000 aanpasbare woningen gebouwd.

Nultredenwoning 

Een nultredenwoning is toegankelijk zonder trap en heeft intern maximaal één trap. Woonkamer, keuken, toilet, badkamer en de hoofdslaapkamer liggen op entreeniveau. In Amsterdam zijn ongeveer 100.000 nultredenwoningen. Dit betreft zowel sociale huur als markthuur en koopwoningen. Onder deze 100.000 nultredenwoningen vallen ook de aanpasbaar gebouwde woningen en de seniorenwoningen.

1. Extra woningen?

Harde productiedoelstellingen ontbreken. Wel is de afspraak dat bijna alle nieuwe sociale huurwoningen die corporaties bouwen (90%) geschikt zijn voor ouderen.

2. Woningaanpassingen en verhuisindicatie

Voor woningaanpassingen kan een vergoeding worden aangevraagd (Wmo) tot een maximum van 6100 euro. Als de kosten te hoog worden, krijgen bewoners een verhuisindicatie. Dit geldt ook voor eigenaar-bewoners. Amsterdam wil ook meedoen aan de ‘blijverslening’ die landelijk wordt ontwikkeld. Die moet minder bemiddelde eigenaren in staat stellen hun huis levensloopbestendig te maken. Het gaat om een goedkope gemeentelijke lening die bij verkoop dient te worden terugbetaald.

3. Labelen en voorrangsregels

Ouderen en medisch geïndiceerden hebben en houden voorrang bij het verkrijgen van een geschikte woning. Per gebied worden daartoe woningen gelabeld op basis van de behoefte.
Voor ‘seniorenwoningen’ geldt straks een minimumleeftijd van 65 jaar.
Landelijke wetgeving zorgt voor een extra voorrangscategorie: voor mantelzorgers dan wel de mantelzorgontvangers. De precieze criteria volgen.

4. Betaalbaarheid en huurbeleid

Betaalbaarheid is een belangrijk thema van de nieuwe prestatieafspraken. Die gelden voor alle huurders die wat inkomen betreft horen bij de doelgroep; voor ouderen worden geen aparte afspraken gemaakt.

5. Maatwerk

Het programma doet een nieuwe poging om van de regelingen ‘Van Hoog naar Laag’ en ‘Van Groot naar Beter’ een succes te maken. Details volgen nog. Punt van aandacht is vooral het beperken van de huursprong bij verhuizing; of liever: stijging van woonlasten.
In ieder geval komt er meer keuze omdat deze verhuisregelingen niet meer gebonden zijn aan het woningbestand van één corporatie. Meer persoonlijke begeleiding, via de corporatie en wooncoaches, moet verder helpen meer ouderen aan geschikte woningen te helpen.

6. Vrijkomend zorgvastgoed

Ivens wil bij vrijkomend zorgvastgoed bij voorkeur transformeren naar ouderenhuisvesting. Voor transformatie van corporatiecomplexen naar ouderenhuisvesting is minimaal 4 miljoen euro beschikbaar uit het transformatiebudget. Bij sloop-nieuwbouw van zorgvastgoed is de inzet om minimaal 30 procent sociale huurwoningen voor ouderen terug te bouwen in gebieden met relatief weinig sociale huurwoningen, ook bij particuliere investeringen.

7. Programmateam

Voor de uitvoering van dit programma ouderenhuisvesting is een team samengesteld, vergelijkbaar met dat voor jongeren- en studentenhuisvesting.

Fred van der Molen