Image
Een krimpend woningaanbod dat niet aan de grote vraag kan voldoen en aanhoudende prijsstijgingen, met name in de steden en de Randstad-regio’s. Dat is de belangrijkste conclusie van de de NVM-woningmarktcijfers over het derde kwartaal 2017. Een aantal gemeenten, waaronder Amsterdam, zag het aantal transacties het afgelopen kwartaal met ongeveer 15 procent dalen. In veel delen van de Randstad stegen de transactieprijzen met meer dan 15 procent ten opzichte van een jaar eerder: Leiden (18,8%), Den Haag eo (18,0%), Almere (17,5%), Amsterdam (17,1%), Haarlemmermeer (16,7%) en het Gooi (15,5%).
In Amsterdam staat nauwelijks nog een woning te koop, in het derde kwartaal slechts 1244, tegen 1747 huizen in het kwartaal ervoor. In de crisisjaren 2012 en 2013 stonden er meer dan 8.000 woningen te koop. In de hoofdstad lag de gemiddelde verkoopprijs in het afgelopen kwartaal op 378 duizend euro, maar aan verdere prijsstijgingen kwam dit kwartaal een einde. Het landelijk beeld gaat meer op Amsterdam lijken. Dat geldt niet alleen voor de randstad, maar ook voor andere populaire steden als Groningen. Ook daar stagneren de verkopen.
Een ongunstig vooruitzicht voor de koopmarkt is dat het Amsterdams college heeft besloten de nieuwbouwproductie vooral te richten op betaalbare huurwoningen. Slechts 20 procent van de nieuwbouw van nieuwe projecten is bestemd voor koopwoningen. 