Woningcorporaties gaan vanaf 2019 jaarlijks driehonderd tot vierhonderd miljoen euro extra aan vennootschapsbelasting betalen. Een Amsterdamse corporatie zal de opbrengst van twee weekhuren moeten betalen, zo heeft Leon Bobbe, bestuurder van De Key, uitgerekend.
De extra vennootschapsbelasting is het gevolg van de keuze van het nieuwe kabinet om de winstbelasting met miljarden te verlagen. Verlies aan inkomsten wordt voor 1,35 miljard euro gecompenseerd door twee fiscaal-technische maatregelen. Verliezen mogen voortaan nog maar over een periode van zes jaar worden verrekend. En bedrijven mogen vanaf 2019 hun rente slechts aftrekken tot dertig procent van hun fiscale winst. Corporaties zijn bij uitstek organisaties met veel leningen en weinig winst. Woningcorporaties zullen, zo verwacht Aedes, dus een flink deel van die compensatie moeten opbrengen. Waarschijnlijk gaat het om enkele honderden miljoenen.
Beperking van verrekening van verliezen en renteaftrek is onderdeel van de Europese aanpak om belastingontwijking door internationale bedrijven te voorkomen. "Op de manier die het kabinet nu voorstelt, moeten vooral organisaties als woningcorporaties extra belasting betalen. Maar woningcorporaties ontwijken geen belasting. Ze sluizen ook geen geld door naar buitenlandse bedrijfsonderdelen. Het zou wrang zijn dat juist corporaties dan worden getroffen door een wetswijziging", aldus Aedes. Het kabinet wordt daarom opgeroepen te voorkomen dat huurders meebetalen aan verbetering van het vestigingsklimaat voor grote bedrijven.
De corporatiewereld maakt al langer bezwaar tegen de hoogte van de vennootschapsbelasting. De VPB-verplichting geldt ook voor de DAEB-activiteiten van corporaties, terwijl volgens Aedes de overheid geen belasting zou moeten willen heffen op het uitvoeren van een maatschappelijke taak.