Voldoen wijken die vlak na de oorlog zijn gebouwd nog in de eenentwintigste eeuw? Volgens Rijksbouwmeester Floris Alkemade zijn ze aan revisie toe. Niet alleen op technisch, maar ook op sociaal gebied.
Rijksbouwmeester Floris Alkemade, de belangrijkste adviseur van de regering op het gebied van architectuur en stedenbouw, vindt dat naoorlogse wijken aanpassing behoeven. “Technisch weten we wel wat er moet gebeuren, maar de sociale kant is veel lastiger,” liet hij op 12 december weten tijdens een bijeenkomst van PakhuisNul20.
Naoorlogse wijken, zoals Nieuw-West, zijn ooit gebouwd voor gezinnen, terwijl het aandeel alleenstaanden, waaronder veel ouderen, intussen sterk is toegenomen. Zij hebben te maken met portieketageflats waarin liften ontbreken, openbare ruimte die niet altijd als sociaal veilig wordt beschouwd en niet altijd goed ingericht op fysieke ongemakken. Die beperkingen in het ontwerp van naoorlogse wijken kunnen sociale consequenties hebben en bijvoorbeeld eenzaamheid in de hand werken: “Het kan het verschil zijn tussen wel of niet de deur uitgaan.”
Met zijn prijsvraag Who Cares? wil Alkemade ontwerpers uitdagen. “Om met oplossingen te komen die bij deze tijd passen.” De Rijksbouwmeester hoopt op nieuw elan voor naoorlogse wijken, in de positieve geest van de wederopbouwperiode. “Destijds zijn die wijken ontworpen rond instituties die toen belangrijk waren: de kerk en het verenigingsleven. En dat in de context van de verzorgingsstaat. Nu dat allemaal veranderd is, is het van belang dat daar iets nieuws voor in de plaats komt. We moeten opnieuw gaan nadenken wat het betekent om in deze tijd samen te leven en daar onze wijken op aanpassen. Dat is overigens voor iedere buurt wel maatwerk.”
Alkemade pleit overigens niet voor grootschalige sloop in wijken als Nieuw-West. “Met respect voor Van Eesteren is zorgvuldige verdichting ook goed mogelijk.” Daarmee kunnen volgens de Rijksbouwmeester nieuwe woonmilieus worden toegevoegd zonder dat de huidige bewoners – veelal met een kleine beurs – simpelweg vervangen worden door meer draagkrachtige nieuwkomers. Daarmee pleit Alkemade voor vernieuwing vanuit de bestaande fysieke en sociale structuren.
"Weinig geleerd"
Wouter Veldhuis van MUST wijst er echter op dat in de afgelopen decennia al veel geprobeerd is om stadsdelen als Nieuw-West te vernieuwen maar dat niet alleen te weinig geleerd is van eerdere experimenten, maar dat ook dat 'de geleefde stad' stelselmatig onderschat wordt. Hij noemt onder andere nieuwe sociale structuren zoals een Turkse en Marokkaanse middenklasse die in Nieuw-West zijn opgekomen. Daarnaast hekelt hij het sluiten van allerlei voorzieningen door (rijks)bezuinigingen, waardoor ontmoetingsplekken voor kwetsbaren verdwenen zijn.
Eigen Haard, Stadgenoot en de Alliantie zijn in Nieuw-West de woningcorporaties met veel bezit. Zij lijken niet voor te sorteren op meer sloop dan de 7000 woningen die sinds de aanvang van de vernieuwing van de Westelijke Tuinsteden al tegen de vlakte zijn gegaan. Zo heeft de Alliantie in de Staalmanpleinbuurt bijvoorbeeld besloten niet nog meer te slopen. Voor de laatste fase wordt ingezet op renovatie met sociale huur en vrijesectorhuurwoningen. “In deze buurt bestaat al een goede mix van verschillende soorten woningen voor verschillende doelgroepen. Van alleenstaanden tot gezinnen en senioren,” aldus Lisette Langerwerf, gebiedsmanager van de Alliantie.
Ook corporatiebestuurders Bert Halm van Eigen Haard en Marien de Langen van Stadgenoot lijken net als stadsdeelbestuurder Ronald Mauer vooral in te zetten op verdichting bij de stations Sloterdijk, Lelylaan en de zone A10 West. Naast die gebieden is het volgens Halm wel de vraag waar gebouwd kan worden. “De middelen zijn het probleem niet.” Halm ziet voor zijn corporatie ook een taak om oudere bewoners actief te helpen meer geschikte woonruimte in de buurt te vinden.
De Langen mist in de discussie het element van de enorme behoefte aan extra woningen in de regio Amsterdam. Verdichting kan volgens hem ook bijdragen aan het verminderen van de sociale problemen die Alkemade wil adresseren. De Langen ziet mogelijkheden voor verdichting bij de 'entree van Slotermeer', het deel dat het dichtste tegen de Ring A10 aanligt. En Mauer vindt intensivering van verschillende stadsstraten in zijn stadsdeel voor de hand liggen.
Dergelijke oplossingen zullen gezien de groeiambities van Amsterdam ook nodig zijn. De Langen wijst er op dat de stad, en ook de corporaties, niet alleen naar de huidige bewoners moet kijken, maar ook mensen moeten accommoderen die op zoek zijn naar een plek in de stad. Een aanzienlijk deel van de duizenden woningen die Amsterdam in de komende jaren wil bouwen zal dan ook in Nieuw-West gerealiseerd moeten worden.
LEES OOK: Column Wouter Veldhuis: hoe gezond is de naoorlogse stad?