Overslaan en naar de inhoud gaan
Amsterdam gaat voor 80 procent betaalbare woningen bouwen
Laurens Ivens: "Dit is echt een trendbreuk"

De gemeente Amsterdam wil vooral nog woningen voor lage en middeninkomens realiseren. Het stedelijke uitgangspunt wordt 40 procent sociale huurwoningen, 40 procent middeldure huur- en koopwoningen en 20 procent dure huur- en koopwoningen (40-40-20). Dit staat in de Woonagenda 2025 die 20 juni is vastgesteld in het college van B&W. NUL20 in gesprek met wethouder Laurens Ivens over de details van deze koerswijziging.

22 juni 2017

40-40-20.

Hoe wordt dat uitgangspunt geoperationaliseerd. Is het een norm per project, per gebied of stadsbreed?
Ivens: "Het is een uitgangspunt. Het doel is tweezijdig. De Woonagenda 2025 constateert tekorten in de sociale huur en in de middeldure huur. Daar willen we wat aan doen. Boven willen we dat Amsterdam een gemengde stad blijft. Voor grote nieuwbouwgebieden zoals de Sluisbuurt en Haven-Stad kunnen we die verhouding vrij eenvoudig vastleggen. In de bestaande stad moeten we per project kijken wat mogelijk is."

40 Procent sociale huur 

Dat betekent tot 2025 de bouw van 20.000 extra sociale huurwoningen. Kunnen de corporaties dat wel financieren?
"Daar maak ik me wel zorgen om. Er is bij hen veel enthousiasme, maar de afgelopen jaren zijn er weinig palen de grond in gegaan. Ze moeten ook flink investeren in verduurzaming en het betaalbaar houden van hun huidige voorraad. En dat gaat er uit Amsterdam nog 200 miljoen verhuurderheffing per jaar naar Amsterdam. Het zou veel schelen als dat bedrag in de stad zou kunnen worden geïnvesteerd.
Daarbij: waar wij zelf grond uitgeven kijken we voor de sociale woningbouw eerst naar de corporaties. Maar bijna de helft van de ontwikkellocaties is niet van ons. Daar hebben we wel invloed op het programma, maar niet wie gaat bouwen. kunnen we wel het programma vaststellen, maar niet wie bouwt. Ook commerciële ontwikkelaars kunnen sociale woningen bouwen. Dat heeft niet mijn voorkeur, want die woningen zijn veelal kleiner. Bovendien zijn de corporaties ook maatschappelijk betrokken bij een buurt."

40 Procent middeldure huur én koop 
De gemeente heeft nu via de erfpacht een instrumentarium om vrijesector huren voor 25 jaar te reguleren. Maar kan zoiets ook voor koop?
"Nee, we kunnen alleen de aanvangskoopprijs vaststellen. Het gros van de 40 procent middensegment zal huur zijn, maar omdat we gemengde wijken willen bouwen zal daar ook wat koop bij zitten. We gaan nog onderzoeken of we ook de huizenprijzen van die woningen bij doorverkoop kunnen begrenzen, maar de mogelijkheden lijken beperkt." 

20 Procent vrije markt

Koopwoningen en zelfbouw worden met deze verhouding een schaars goed?
"Ons uitgangspunt is een ongedeelde stad. Bovendien willen we verdichten omdat zoveel mensen in Amsterdam willen wonen. De grootste behoefte zit in sociale huur en middeldure huur. Bij de grote nieuwbouwlocaties houden we inderdaad nog maar 20 procent voor het dure segment beschikbaar. Omdat we willen verdichten blijft er minder ruimte voor individuele zelfbouw. Wel voor collectieve projecten waaronder die voor coöperaties - die kunnen vallen onder die 80 procent betaalbare woningen. We zijn bezig met een nieuwe visie op zelfbouw. Overigens zal het vrijesectorsegment in de bestaande stad nog flink doorgroeien de komende jaren."

Deze trendbreuk kost de gemeente veel geld?
"Zeker. We hebben lang een 30-70 scenario gehad in de stad. Als we dat vergelijken met de nieuwe verhouding met 80 procent prijsregulering kost dat ons grofweg 100 miljoen per jaar. Als de gemeente zich als grondboer zou opstellen zouden we tot 2025 een miljard euro meer kunnen ontvangen."

 
Wijzigingen Woonagenda 2025 tov concept

VERVALLEN

  • Inkomensgrens voor gereguleerde huurwoningen van particuliere verhuurders gelijkstellen aan de grens voor gereguleerde huurwoningen van corporaties.  (D66 heeft zich hier sterk voor gemaakt)

 

NIEUW

  • Lobby om het woningwaarderingstelsel aan te passen ter voorkoming van het wegstromen van de gereguleerde huur én het verkleinen van het gat tussen gereguleerde huur en vrije sector huur.
     
  • Het stedelijke uitgangspunt voor de woningbouwprogrammering is 40% gereguleerde huur, 40% middelduur (huur en koop) en 20% dure huur en koop. Per plangebied bepalen we welk programma wordt gerealiseerd. Op korte termijn worden spelregels voor de uitvoering opgesteld en ter bestuurlijke besluitvorming voorgelegd.
     
  • Een onderzoek starten naar een voorrangsregeling voor middeldure huur voor woningzoekenden uit de zorg, het onderwijs en de politie.

 

GEWIJZIGD

  • Nu met percentage 35%:
    Met de corporaties en de huurders een nieuwe afspraak maken over de verkoop en liberalisatie van gereguleerde huurwoningen in de gebieden waar het aandeel gereguleerde huurwoningen lager of gelijk is aan 35%.

     
  • Uitgebreid: Introduceren van de mogelijkheid om zorghuisvesting te labellen met een zorglabel en actief stimuleren dat seniorencomplexen en zorghuisvestingslocaties, die daarvoor geschikt zijn, verbreed worden naar complexen met zorg en zelfstandig wonen.

 

Fred van der Molen