Overslaan en naar de inhoud gaan

Wet betaalbare huur aangenomen door de Tweede Kamer

Image

De Tweede Kamer heeft ingestemd met het Wetsvoorstel betaalbare huur. Deze wet legt excessieve huren aan banden en versterkt de positie van de huurders. De wet combineert het reguleren van middeldure huren met het dwingend maken van het WWS. Minister de Jonge schat dat daardoor op termijn de huur van ruim 300.000 woningen met gemiddeld 190 euro omlaag gaat en er 113.000 huurwoningen bijkomen in het betaalbare segment. Als ook de Eerste Kamer instemt gaat de wet waarschijnlijk per 1 juli 2024 in.

Het wetsvoorstel heeft een roerige voorgeschiedenis. Op de internetconsultatie reageerden meer dan 1800 mensen en organisaties. Vooral particuliere beleggers hadden felle kritiek op het wetsvoorstel omdat het verhuur onrendabel zou maken, zeker in combinatie met al genomen fiscale wijzigingen. Ook de Raad van State sprak de vrees uit dat de wet tot minder investeringen in nieuwbouw zou kunnen leiden. Een andere voorspeld effect is dat particuliere beleggers woningen gaan verkopen omdat verhuur minder rendabel wordt. Die zorg werd gedeeld in de Kamer. 

Zo is het uiteindelijke wetsvoorstel een balanceeract voor de minister geworden: middeninkomens een vorm van huurprijsbescherming geven én (institutionele) beleggers genoeg perspectief bieden om in deze woningen te investeren. Om beleggers tegemoet te komen heeft De Jonge het wetsvoorstel eerder op een aantal punten aangepast. Zo is de opslag op de maximale huur voor nieuwbouwwoningen verhoogd van 5 naar 10 procent en een jaar verlengd. Om verhuurders tegemoet te komen is ook de werking van de zogeheten WOZ-cap verzacht. In het geval een woning door de WOZ-cap in het middensegment terecht komt, wordt een maximum van 187 punten aangehouden. De verhuurder kan daar dus de maximale gereguleerde huur van 1.123 euro voor vragen. Alsnog werden er vele amendementen ingediend, waarvan de meeste werden weggestemd.

Amendementen

Aangenomen is het amendement van de SGP dat regelt dat de termijn waarop de nieuwbouwopslag van 10 procent geldt nog twee jaar extra wordt doorgetrokken tot 1 januari 2028. In aanvulling daarop is een subamendement van CU en D66 aangenomen dat deze opslag begrensd tot twintig jaar.

Er zijn twee amendementen aangenomen rond verduurzaming. Het amendement van GL-PvdA'er Habtamu de Hoop geeft extra minpunten binnen het WWS voor woningen met een E-, F- of G-energielabel. Deze ‘tochtkorting’ bedraagt -4, -6 en -15 punten voor respectievelijk E-, F- en G-labels. Ook een ander door de Kamer gedragen amendement richt zich op verduurzaming. Een D66-amendement geeft verhuurders de mogelijkheid tussentijds de huurprijs te verhogen voorbij de maximale huurgrens (187 punten) als de huurwoning energiezuiniger wordt gemaakt. Huurder en verhuurder moeten het wel eens zijn over de aanpassingen.

Hier zijn alle amendementen en de uitslagen terug te vinden.

Wat regelt de Wet betaalbare huur

  1. Regulering: de wet begrenst de huren door het woningwaarderingssysteem (WWS of puntenstelsel) bindend te maken tot 187 punten (nu 142 punten). Dat correspondeert met een maximale huur van 1.123 euro (prijspeil 2023). De regulering van de middenhuur gaat gelden voor nieuwe huurcontracten.
     
  2. Betere huurbescherming. Het WWS wordt afdwingbaar. Een te hoge huur vragen wordt een overtreding. Gemeenten moeten daar op gaan toezien. Tot dusver gaat de huurbescherming uit van het initiatief van huurders: een bewerkelijke en tijdrovende gang naar de Huurcommissie. Bovendien kan de verhuurder bij de volgende huurder het zonder sanctie opnieuw proberen. Straks worden verhuurders verplicht om bij het aangaan van een nieuw huurcontract een puntentelling van de huurwoning te overleggen aan de huurder. Ze kunnen een boete krijgen als ze teveel huur vragen.
     
  3. Puntenstelsel: in samenhang met het wetsvoorstel wordt ook het puntenstelsel (WWS) gemoderniseerd. Zo worden er extra punten gegeven voor goed geïsoleerde woningen en aftrek voor tochtige woningen. Hoe hoger het label hoe meer pluspunten. Grotere buitenruimtes krijgen ook meer punten. Op dit moment is de norm 2 punten per 25m2; dat wordt 2 punten + 0,35 punt per m2. Daar staat tegenover dat woningen zonder privé- of gemeenschappelijke buitenruimte 5 punten aftrek krijgen. En zo zijn er nog tal van aanpassingen. 

    WOZ-cap: een ingewikkeld aspect in het WWS is de WOZ-cap, ingevoerd op 1 mei 2022 voor woningen vanaf 142 punten: die cap betekent dat de WOZ-waarde maar voor maximaal 33 procent mag meetellen voor het totaal aantal punten. Dit om te voorkomen dat kleine woninkjes in populaire wijken toch voor hoge bedragen kunnen worden verhuurd. Toepassing van die WOZ-cap wordt nu verlegd van 142 naar 187 punten. Dat kan dus tot hogere huren leiden van woningen uit het sociale segment. En in het geval een woning door de WOZ-cap van de vrije sector in het middensegment terecht komt, wordt het maximum van 186 punten aangehouden. De verhuurder kan daar dus de maximale gereguleerde huur van 1.123 euro (prijspeil 2023) voor vragen.

Fred van der Molen