Steeds meer woningcorporaties zien voor zichzelf een rol in het middeldure segment. Er is sprake van een significante heroriëntatie, zo blijkt uit onderzoek van RIGO in opdracht van Platform31. Tweederde van de onderzochte corporaties wil een actieve of een op groei gerichte strategie hanteren, terwijl in 2018 de meeste corporaties hierin nog zeer terughoudend waren en vooral dacht aan afbouw van hun geliberaliseerde (niet-Daeb) woningvoorraad. De belangrijkste reden voor deze koerswijziging is de constatering dat marktpartijen het grote tekort aan middeldure huurwoningen niet oplossen. Er zijn inmiddels gemeenten waar het middensegment een prominent onderdeel is van de woonvisie en prestatieafspraken.
Met de inwerkingtreding van de Herzieningswet op 1 januari 2018 hebben corporaties hun commerciële (niet-DAEB) activiteiten gescheiden van hun sociale werkzaamheden (DAEB). Minister Ollongren heeft recentelijk weer de mogelijkheden voor corporaties verruimd om in het middeldure huursegment te opereren, als een van de maatregelen om het tekort aan te pakken. Zo is 1 januari voor 3 jaar de eerder verplichte marktverkenning bij nieuwbouwprojecten buiten werking gesteld. Dat betekent overigens nog niet dat corporaties daadwerkelijk meer middenhuurwoningen gaan bouwen. Er zijn ook nog belemmeringen op het gebied van financiering en daarnaast blijft de huidige regelgeving het lastig maken om flexibel in te spelen op verschuivende woningbehoeften.
Maar er is wel een kanteling in het denken. Waar na de parlementaire enquête de boodschap was dat de corporatiesector zich niet meer moest inlaten met commerciële activiteiten en zich moest beperken tot het bouwen en beheren van sociale huurwoningen, wordt er weer een steeds sterker appèl gedaan op corporaties om meer taken op zich te nemen. Dat resoneert ook binnen de directies van corporaties. In 2018 stond niet-DAEB voor veel corporaties synoniem voor ‘niet doen’. Uit dit onderzoek blijkt dat dit beeld is gekanteld.