Overslaan en naar de inhoud gaan

Woonbond brengt het nog eens onder de aandacht: huurders zijn steeds meer kwijt zijn aan wonen

Image

De huurprijzen zijn in de afgelopen 30 jaar harder gestegen dan de inflatie. Terwijl huiseigenaren juist een steeds kleiner deel van hun inkomen kwijt zijn aan woonlasten is dat bij huurders toegenomen. De Woonbond brengt deze op zich bekende feiten nog eens onder de aandacht aan de vooravond van de verkiezingen. 

In 1990 waren huurders gemiddeld nog 19,7 procent van hun inkomen kwijt aan de huur. In 2021 was deze huurquote gestegen naar 25,6 procent. Vooral in de snel gegroeide commerciële huursector kost wonen veel, terwijl het aantal woningen in die sector in zes jaar bijna verdubbelde: van 260.000 naar 509.000 woningen. De woonquote is het hoogst in de dure private sector boven de 1000 euro. Huurders zijn hier maar liefst 43,1 procent van hun inkomen kwijt aan wonen.

Image
Huurstijging inclusief harmonisatie versus inflatie - Woonbond/CBS/bewerking NUL20

De boodschap die Woonbond-directeur Zeno Winkels wil meegeven: “Er moet een meerjarige inzet komen om huren weer betaalbaar te maken. Zo moeten de jaarlijkse huurverhogingen onder de loonontwikkeling liggen, zowel in de sociale als de vrije sector. Ook moeten huurprijzen in de vrije sector gereguleerd worden. En de oneerlijke inkomensafhankelijke huurverhoging moet zo snel mogelijk afgeschaft worden.”

Minister De Jonge liet onlangs weten met welke percentages de huren maximaal omhoog kunnen in juli 2024: voor sociale huurwoningen gaat het om maximaal 5,8 procent en voor vrijesectorwoningen om 4,9 procent. Beide verhogingen zijn afgeleid van de huidige loonontwikkeling in 2023 en daarom nog niet definitief. In 2023 zijn de huren in alle segmenten beperkt gestegen, gemiddeld met 2 procent ten opzichte van 2022. 

De Woonbond heeft een nieuwe analyse gemaakt van cijfers die politici met enige moeite ook terug kunnen in de tweejaarlijkse WoON-onderzoeken. De laatste, WoON2021, dateert van juni 2022.

Trefwoorden