Minister Kajsa Ollongren steekt - als onderdeel van de Nationale Woonagenda - 38 miljoen euro in een potje voor moeilijke woninglocaties. Dat klinkt als een fooi in vergelijking met de miljarden die de rijksoverheid eens in de stedelijke vernieuwing en de Vinex-locaties stak. Maar het goede nieuws is dat we weer een minister hebben die de verantwoordelijkheid voor de 'volkshuisvesting' niet meer volledig afschuift naar lagere overheden en de markt.
Na jaren van decentralisering is duidelijk dat meer landelijke bemoeienis broodnodig is. Bijvoorbeeld om het beleid rond woningbouw en dat rond infrastructuur beter op elkaar af te stemmen; om regie te voeren op die vage discussie over 'bouwen in het groen'; om slepende projecten een zetje te geven en om maatregelen te nemen om wonen betaalbaar te houden.
De 'woningmarkt' is geen normale markt. Nooit echt geweest, maar momenteel is de verhouding tussen vraag en aanbod volledig zoek. Dus wat de nieuwe coalities in de Metropoolregio Amsterdam ook allemaal willen gaan bijbouwen aan betaalbare woningen (zie dit nummer), dat is dweilen met de kraan open zolang de landelijke overheid geen maatregelen neemt om huurprijzen in de bestaande voorraad te reguleren en speculatie tegen te gaan. 'Zelfs' de Rabobank roept inmiddels om - vooralsnog tijdelijke - maatregelen om opportunistische beleggers af te schrikken en maatregelen om de betaalbaarheid te garanderen.
Redactioneel #95
Woonagenda