De training ‘Iemand erbij’ in Amsterdam Nieuw-West is ontwikkeld als antwoord op de toename van meldingen van zogenoemd verward gedrag. Buurtbewoners krijgen meer inzicht in hoe ze om kunnen gaan met mensen die in crisis verkeren. Doel is de-escalatie en het voorkomen van schade voor zowel de omgeving als de persoon in nood.
In bepaalde wijken, met name in Amsterdam-Noord en Nieuw-West, wonen te veel kwetsbare mensen. Tenminste, het lijkt erop dat na enkele gewelddadige incidenten de grenzen van de sociale draagkracht in sommige wijken is bereikt. Na een dodelijke steekpartij in Volewijck, Amsterdam-Noord, besloot woningcorporatie Ymere hier tot 2026 geen nieuwe kwetsbare mensen te plaatsen. Eind juni zei directeur Strategie & Wijken Jolanda Donderwinkel van Stadgenoot na een gewelddadige moord: “We zijn overgestapt van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Je ziet de rouwrandjes van dat concept in het feit dat de veerkracht in buurten, wijken en wooncomplexen afneemt.”
Netwerk
Uiteraard is er een grens aan wat bewoners samen kunnen oplossen. Maar de kracht van de samenleving moet niet worden onderschat, vindt Stichting Kringwijs. De stichting heeft enige jaren geleden samen met professionals van GGZ en GGD en ervaringsdeskundigen de gratis training Iemand erbij ontwikkeld. In Amsterdam Nieuw-West is de afgelopen jaren gewerkt aan een netwerk van getrainde buurtbewoners die kunnen ingrijpen als mensen in crisis verkeren. Door rust uit te stralen, te luisteren, aanwezig te zijn zonder een oordeel te vellen en aandacht te geven, lukt het vaak om crisissituaties te de-escaleren. Dat varieert van situaties waarin iemand op straat staat te schreeuwen, ruzie zoekt of dingen kapotmaakt tot mensen die apathisch, angstig of zelfs suïcidaal zijn.
Er wordt al jaren geworsteld met de vraag hoe mensen met verward of onbegrepen gedrag beter geholpen kunnen worden, vertelt Harro Labrujere, bestuurder van Stichting Kringwijs. “Het antwoord is dan altijd méér GGD, méér GGZ, speciale ambulances voor mensen met verward gedrag. Professionele oplossingen.” Volgens Labrujere wordt onderschat hoe schadelijk ingrijpen door de politie of de crisis-GGZ kan zijn. “Als mensen over het hoogtepunt van hun crisis heen zijn en ‘ineens’ in de gevangenis of in een dwangopname zitten, zijn dat traumatische ervaringen.”
Ervaringsdeskundigen
De kennis van burgers wordt volgens Labrujere structureel onderschat. “Daarom worden professionals gezien als dé oplossing. Met deze training kussen we de kennis van bewoners wakker en ook het vertrouwen dat ze die kennis kunnen inzetten en dat het belangrijk is dat ze dat doen. Er zijn mensen bij het netwerk betrokken die zelf crisiservaringen hebben gehad en soms ook minder goede ervaringen met het zorgsysteem.” Zij snappen wat mensen in nood doormaken, maar ook waarom sommigen van hen zorg mijden.
Met deze training kussen we de kennis van bewoners wakker
Kringwijs hoopt zo veel mensen op te leiden dat buurten zoveel mogelijk zelf problemen kunnen signaleren en oplossen. “Dat is ook het model dat we aan woningcorporaties hebben voorgesteld: werf vijf bewoners van een probleemflat om onze training te volgen. Onze ervaring is: die bewoners kunnen dat met elkaar gewoon aan”, aldus Labrujere. “Mobiliseer je eigen oplossingsvermogen. Vanuit de woningcorporaties hebben we ook altijd wel een paar deelnemers, maar dat zijn betaalde krachten. Wij zouden willen dat huismeesters mensen in de flat aansporen om mee te doen.”
Gezien worden
Dit jaar is de frequentie van de trainingen fors verhoogd. Iemand erbij bestaat uit drie sessies waarin de deelnemers handvatten krijgen om beter met crisissituaties om te kunnen gaan. Zo is het belangrijk om niet mee te gaan in de paniek van de ander en af te tasten wat diegene nodig heeft, vertelt Fiona (58). “Soms is het genoeg om even naast iemand te zitten, vaak wordt diegene vanzelf rustiger. Iedereen wil gezien worden, iedereen wil aandacht.”
Een belangrijke vraag die tijdens de training wordt behandeld is: hoe houd ik het veilig voor mij en de ander?
Door de training heeft ze ook geleerd meer afstand te houden. “Doordat mijn hond op straat op iedereen afrent, kom ik vaak mensen tegen die op straat leven of problemen hebben.” Haar valkuil is dat ze meteen wil inspringen, omdat het haar zo raakt. “Soms kom ik daardoor in situaties terecht waar ik helemaal niet in wil zitten.”
Veilig
Een belangrijke vraag die tijdens de training wordt behandeld is: hoe houd ik het veilig voor mij en de ander? “Het is geen verplichting om bij elke crisis iets te doen”, licht Labrujere toe. “Voelt het te onveilig, bel dan 112. Ieder maakt daarin z’n eigen afweging.” Er zijn de afgelopen jaren bijna 200 crisissituaties via Iemand erbij opgepakt zonder dat er ongelukken zijn gebeurd. “Als je jezelf en de situatie maar in acht neemt en de mens als mens blijft zien.”
Door verhalen te delen, voelen deelnemers zich gesterkt om in te grijpen en wordt hun oplossingsvermogen vergroot, is zijn ervaring. “Een taxichauffeur vertelde tijdens de training bijvoorbeeld over een avonddienst waarin een passagier brieste dat hij zijn vriendin ging opzoeken en klappen zou geven. De chauffeur probeerde een gedeelde interesse te vinden; ze hielden allebei veel van koffie. Hij stelde voor eerst samen een espresso te drinken. Aan de bar vertelde de passagier honderduit en werd hij na een tijdje rustiger. Toen de chauffeur voorstelde hem weer naar huis te brengen, zag de man in dat dat het beste was.”
Verschillen
Iedereen heeft verschillende behoeften, heeft Rabab (17) door te luisteren naar persoonlijke ervaringen van mededeelnemers geleerd. “Als jij iets doet, kan iemand dat anders opvatten dan je verwacht.” Tijdens de training vertelden deelnemers wanneer ze wel en niet benaderd willen worden als zij zelf in een crisissituatie zouden zitten. “Sommigen vinden het fijn om getroost te worden, anderen willen juist ruimte. Zo leer je ook van anderen. Er was bijvoorbeeld iemand die soms aanvallen kreeg waarbij ze moeite had met ademhalen. Zij vertelde dat zij dan het liefst wil dat iedereen rustig blijft en haar met rust laat. Terwijl ik als ik haar in zo'n situatie op straat zou tegenkomen meteen een ambulance zou bellen.”
Wat je dan wel kunt doen, is omstanders vragen een beetje naar achteren te gaan, vervolgt Rabab. “Je kunt ook op een afstandje blijven en kijken of het goed gaat. Als het nodig is, kun je alsnog ingrijpen.” De verhalen van de andere deelnemers hebben haar aan het denken gezet. “Er was een man die al kleinkinderen had, waarvan ik dacht: die heeft zijn leven op orde. Maar later vertelde hij dat hij dakloos is geweest. Je kunt niet zomaar conclusies trekken op basis van hoe iemand eruit ziet.”
In haar eigen buurt kwam Rabab, die bezig is met een opleiding tot sociaal werker, tot nu toe niet in aanraking met mensen die voor haar vreemd gedrag vertonen. Fiona heeft tijdens haar wandelingen juist van alles meegemaakt. “Toch heb ik me nooit bedreigd gevoeld. Ik heb vooral medelijden.”