Het aantal bestaande koopwoningen dat in het eerste halfjaar van 2022 is gekocht door investeerders ligt onder het gemiddelde van de afgelopen vier jaar. Vooral in de grotere steden, zoals in de regio Amsterdam en Haarlem, daalde dat aandeel flink. Dat meldt het Kadaster, dat de oorzaak van de trendbreuk zoekt in de verhoging van de overdrachtsbelasting voor investeerders in 2021 en de opkoopbescherming in 2022.
Afgaande op de cijfers lijkt het overheidsbeleid om buy-to-let af te remmen succesvol, al zullen marktfactoren als de stijgende rente ook een rol spelen. Lenen is duurder geworden. De nieuwe cijfers betekenen overigens niet dat het aantal particuliere huurwoningen daalt. Er is vooralsnog alleen sprake van een rem op de groei.
Het effect van de overheidsmaatregelen is onmiskenbaar. Voorafgaand aan de verhoging van de overdrachtsbelasting voor beleggers van 2 naar 8 procent kochten investeerders in het laatste kwartaal van 2020 een recordaantal woningen op. En ook in gemeenten waar in 2022 geen opkoopbescherming is ingevoerd is weer sprake van een stijgend aantal aankopen door beleggers, in tegenstelling tot gemeenten met een opkoopbescherming.
Investeerders zoeken vooral in het lagere marktsegment. Daar is bij verhuur het meeste rendement te halen. Nu die weg in steden als Haarlem en Amsterdam is afgesneden wijken meer investeerders uit naar gemeenten als Zaandam en Lelystad, die (nog) geen opkoopbescherming hebben ingevoerd. In deze beide gemeenten nam het aandeel buy-to-let aankopen in het eerste half jaar toe met meer dan 2 procent in vergelijking met de eerste helft van 2018.