De gemeente mag strenge eisen stellen aan eigenaar-bewoners met een bed & breakfast, zo heeft de Raad van State uitgemaakt. De rest van het huis mag dan niet voor vakantieverhuur worden gebruikt.
Afgelopen zomer troffen handhavers in een Amsterdamse woning niet alleen buitenlandse b&b-gasten aan, maar ook buitenlandse Airbnb-huurders. Alle gasten verklaarden dat de eigenaar hen de sleutels had overhandigd, maar niet zelf in het huis verbleef. Reden voor de gemeente een boete van twintigduizend euro op te leggen voor het ’hotelmatig’ verhuren van de woning.
In eerste aanleg stelde de Rechtbank Amsterdam de woningeigenaar in het gelijk. De rechter oordeelde dat een eigenaar niet altijd aanwezig hoeft te zijn. De Raad van State oordeelt nu anders. De gemeente heeft het recht strenge eisen te stellen aan een bed & breakfast. Zo mag de b&b slechts een klein oppervlakte van de eigen woning beslaan, moeten pandeigenaar en gasten door dezelfde voordeur naar binnen en moet de eigenaar het pand zelf bewonen. Wel halveerde de Raad van State de boete, omdat de gemeente te weinig rekening had gehouden met de financiële draagkracht van de bewoner.