Nieuwbouw van vrijstaande woningen zorgt per woning voor de meeste doorstroming op de woningmarkt, zo blijkt uit het dashboard Verhuisketen in Nederland van het CBS. In 2019 werden 62.500 nieuwbouwwoningen opgeleverd en vervolgens bewoond. In de daaropvolgende verhuisketens kwamen tot en met 2022 nog eens 140.000 extra woningen vrij.
Als een nieuwbouwwoning wordt opgeleverd en bewoond, leidt dit meestal tot een serie verhuizingen: een verhuisketen. Nieuwe bewoners laten vaak een woning achter die beschikbaar komt voor anderen. Een verhuisketen eindigt als er na een verhuizing geen woning meer vrijkomt, bijvoorbeeld als iemand het ouderlijk huis verlaat of een van de partners na een scheiding in het huis blijft wonen.
Hoeveel extra woningen er vrijkomen als een nieuwbouwwoning wordt opgeleverd en bewoond, verschilt per type woning. Vrijstaande woningen hebben gemiddeld de langste verhuisketens. Voor elke vrijstaande nieuwbouwwoning die in 2019 opgeleverd werd, kwamen tot en met 2022 gemiddeld nog 2,8 extra woningen vrij in de verhuisketen die daarop volgde. Meergezinswoningen zoals flats, appartementen of portiekwoningen, hebben gemiddeld de kortste verhuisketens. In aantallen leverde de nieuwbouw van appartementen wel de meeste woningen op: er werden in dat jaar 23.000 appartementen opgeleverd en bewoond, waarna er nog 47.000 woningen vrijkwamen in de daardoor ontstane verhuisketens. Bij vrijstaande nieuwbouwwoningen ging het om 8.000 nieuwbouwwoningen, plus 22.000 woningen in de verhuisketens.
De eerste bewoners van nieuwbouwappartementen zijn vaak relatief jong. Zij zetten aan het begin van hun wooncarrière gemiddeld kortere verhuisketens in gang. Dat komt omdat ze bijvoorbeeld vaker weggaan uit een woning waar andere mensen achterblijven, zoals een studentenhuis, of een kleine woning achterlaten die wordt betrokken door iemand die net uit huis is gegaan.