Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Professionals zorgen in probleemwijken voor extra sociale controle
Wijkmeester brengt corporatie dichter bij huurder
Ze worden wijkmeesters, complexbeheerders of omgevingsbeheerders genoemd. Anders dan bij de ‘interieurverzorgster’ gaat het niet om een louter cosmetische opwaardering van de aloude huismeester of buurtbeheerder. “Het is heel ander werk en het zijn heel andere mensen.” Corporaties zijn tevreden over hun nieuwe ‘ogen en oren in de buurt’. Wijkmeesters betalen zich terug, maar wie betaalt de wijkmeester?
Voor het kantoortje van An en Aart staan zes in elkaar geschoven winkelwagentjes klaar om te worden teruggebracht naar de supermarkt. De zwerfexemplaren, zo tekenend voor verloederende wijken, vormen de oogst van enkele dagen die bij buurthuis ’t Spinnewiel in Venserpolder is binnengebracht. En dit zijn nog enkel de Albert Heijn-karretjes, die van Super De Boer worden later opgehaald.
An van Gelder en Aart Roos zijn gespecialiseerd in het signaleren en bestrijden van overlast in de semi-openbare ruimte: vuil, stank, lawaai en rommel, zoals achteloos achtergelaten winkelwagentjes. Ze zijn anderhalf jaar geleden aangesteld in het kader van een convenant waarin zes betrokken corporaties en partijen als het stadsdeel en de GG&GD afspraken maakten over verbetering van de leefbaarheid in de wijk Venserpolder
Met de wijkmeester krijgen de corporaties sociaal meer greep op hun bezit. “Ik denk dat we heel lang te ver hebben afgestaan van wat er speelde in onze complexen”, aldus Jan Willem Kluit, hoofd sociaal beheer van de AWV en oud-beleidsadviseur van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. “Eigenlijk grijpen we hiermee deels terug op het woonmaatschappelijk werk dat woningbouwverenigingen vroeger verzorgden”, zegt Marieke Top van Dageraad, die het project in de Venserpolder onder haar hoede heeft. Maar anders dan vroeger beperkt de bemoeienis zich vooralsnog tot de semi-openbare ruimte: de portieken, trapportalen en binnentuinen. Wat achter de voordeur gebeurt blijft buiten beeld. Tenzij het Home Cinema-systeem iets te vaak voluit staat.
Maar we hadden toch al de buurtbeheerders en –conciërges? Kluit: “Die werden in de jaren negentig veel aangesteld als Melkertbaners en later id-ers. Dat gebeurde vooral in het kader van werkgelegenheidsprojecten, en minder met het oog op de leefbaarheid. De corporaties betaalden er ook aan mee, maar hadden vaak weinig over de buurtbeheerders te vertellen. Verder kennen woningbouwstichtingen natuurlijk de huismeester, maar dat is meer een klusjesman.”

Overlastbestrijding

Waar de buurtconciërge vooral overlast signaleert, treedt de wijkmeester ook zelf op om er een eind aan te maken. De taken van An en Aart staan op een handzaam A4-tje dat nieuwe bewoners bij welkomstgesprekken krijgen uitgereikt. Naast overlastbestrijding en het voeren van welkomstgesprekken, wijzen ze bewoners met vragen en klachten gericht door, controleren ze het schoonmaakprogramma en ondersteunen ze bewoners bij initiatieven ten behoeve van de leefbaarheid.
Tijdens een inspectieronde met An zien we het voorlopige resultaat van zo’n initiatief. Samen met buurtkinderen heeft ze de graffiti op de muren van een boxgang overgeschilderd. Ook de grond is bedekt met dikke klodders witsel. “Het werd een flinke chaos, waarbij kinderen elkaar likken verf over hun gezicht gaven. We moeten de randen nog bijwerken, maar dat doe ik met een kleinere groep kinderen. Het is al aardig opgeknapt, maar belangrijk is ook dat bewoners zelf iets doen, zich verantwoordelijk voelen, en dat je op deze manier in contact met ze staat.”
Hoezeer de kelder is opgeknapt blijkt als we een volgende spelonk bezoeken. Hier is elk plekje beklad, onder meer met steunbetuigingen aan de F-side en cyrillische teksten. “Van een Servische jongen”, weet An. “Hij is nu zestien, dus hij zal er binnenkort wel mee ophouden.” Verderop vinden we een handtasje en wat persoonlijke spullen in een boxgang. Waarschijnlijk de versmade buit van een overval. An neemt er alleen een ring en een make-up-tasje van mee om aan de politie over te dragen. De rest laat ze liggen voor de schoonmakers.

“Hij is nu zestien, dus hij zal
er binnenkort wel mee ophouden”
In een andere kelder zijn we niet alleen de oren en ogen, maar ook de neus van de corporatie. Hier heeft het door An en Aart gemaakte aanplakbiljet met de tekst ‘WILT U HIER NIET URINEREN!’ nog weinig effect gesorteerd. De twee hebben inmiddels een hele verzameling van dergelijke biljetten in hun computer zitten. Maar het zijn niet allemaal vermaningen. Er zijn ook in vrolijke kleuren opgemaakte teksten waarmee de bewoners juist worden geprezen omdat ze de boel zo netjes houden.
Het belangrijkste gereedschap van de wijkmeester is zijn sociale vaardigheid. Dat is gelijk ook het belangrijkste selectiecriterium bij het zoeken van kandidaten. Duidelijke opleidingseisen zijn er niet. “Maar je gaat toch gauw aan minimaal mbo denken”, aldus Kluit. An en Aart zijn de afgelopen anderhalf jaar geleidelijk aan in de nieuwe functie gecoacht. “In het begin was het vooral signaleren, maar we zijn steeds meer gaan doen.” Een speciale cursus voor het wijkmeesterschap is er niet. “Maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat je de bewoners in jargon gaat toespreken. Daarbij is het denk ik ook belangrijk dat we op ons eigen gezonde verstand en eigen morele kompas varen, en in elke situatie een afweging maken.”
Waar de buurtconciërge meer een klusjesman en rapporteur is, stappen wijkmeesters op bewoners af om problemen op te lossen. Ze onderhouden een eigen netwerk met corporatie, hulpinstellingen, politie en buurtregisseur.
An en Aart hebben de semi-openbare ruimten van bijna vierduizend woningen onder hun hoede. En het lukt ze alle portieken en boxgangen eens in de anderhalve maand te inspecteren. Daarnaast hebben ze met 60 procent van de nieuwe bewoners een welkomstgesprek gevoerd. Maar er kan altijd meer worden gedaan in de wijk, en daarom betreurt het Aart het dat de stadswachten door bezuinigingen uit Venserpolder zijn verdwenen. “Er was veel kritiek op, maar ik vond dat ze goed werk deden.”
Echt bedreigende situaties hebben ze nog niet meegemaakt. Aart is wel eens geconfronteerd met een agressieve bewoner. “Maar ik ben gewoon rustig gebleven, heb anderhalf uur met hem gepraat, waardoor hij zelf ook rustig werd.”
In Venserpolder lukt het veel bewoners niet zelf hun buren aan te spreken op overlast, legt An uit. “Het zijn mensen met uiteenlopende achtergronden en problemen. En ook hier is de samenleving sterk geïndividualiseerd. De bewoners hebben geen gemeenschappelijke noemer. En het is vaak moeilijk de juiste toon te vinden als je je buren aanspreekt, vooral ’s avonds na een dag hard werken. Dan verlies je gauw je zelfbeheersing. Wij zorgen ervoor dat het niet uit de hand loopt.”

Wie betaalt?

De twee wijkmeesters krijgen nu nog hun salaris van de vijf corporaties in de wijk, maar over een halfjaar wordt mogelijk overgegaan op een andere financiering. Dan draaien de huurders mogelijk geheel of gedeeltelijk op voor de kosten middels een extra bijdrage in de servicekosten. Bij de AWV van Kluit betalen de huurders 60 procent en de corporatie de resterende 40 procent. Voor de huurders betekent dat een verhoging van de maandelijkse servicekosten met drie à vier euro. “We houden dan een enquête onder de huurders en als 70 procent niet tegen is, dan is de regeling erdoor.” Het komt voor dat zo’n voorstel wordt weggestemd, zoals in de Wildemanbuurt in Osdorp. De bewoners vonden het teveel geld. Om ze te laten zien dat ze waar voor hun geld krijgen, is het daarom goed de wijkmeesters eerst een of twee jaar op kosten van de corporatie te laten draaien in de wijk, net als in Venserpolder gebeurt.
Volgens Kluit zouden meebetalende bewoners en huiseigenaren via bewonerscommissies en verenigingen van eigenaren uiteindelijk kunnen meepraten over het takenpakket van de wijkmeester. “Maar dat kan pas als de rol van de wijkmeester goed verankerd is. En het is denk ik het beste als de corporatie opdrachtgever blijft.”
De wijkmeester heeft de toekomst. AWV heeft er afgelopen jaar zes aangesteld, in vernieuwingsgebieden, waar tijdelijk extra beheer nodig is, maar ook permanent in wijken waar zich problemen voordoen. De AWV, die van ‘complexbeheerders’ spreekt, wil er komende jaar nog eens zeven in dienst nemen. Molenwijk in Noord krijgt straks ‘Molenmeesters’, die net als in Venserpolder in dienst zijn van meerdere corporaties. Ook stadsdelen als Bos en Lommer en Geuzenveld/Slotermeer zijn bezig met professionalisering van het buurtbeheer. Geuzenveld telt nu vier wijkmeesters en binnenkort wellicht zes of zeven.
An en Aart hebben het ondertussen druk. “De laatste dagen is het een gekkenhuis”, zegt Aart. “Er zijn veel klachten over geluidsoverlast nu veel bewoners met het warme weer de ramen opengooien.”

Johan van der Tol