Mona Keijzer wil de duur van short-stayverhuur verkorten naar dertig dagen en tijdelijke verhuur aan arbeidsmigranten onder voorwaarden weer mogelijk maken. De minister wil met de aanpassingen onder andere een einde maken aan het oneigenlijk gebruik van een uitzondering op de Wet vaste huurcontracten, zo schrijft zij in een Kamerbrief.
Sinds het ingaan van die wet blijken verhuurders in toenemende mate het 'short stay contract’ in te zetten om woningen tijdelijk voor veel geld te kunnen blijven verhuren aan expats en (internationale) studenten. Keijzer concludeert dat oneigenlijk gebruik leidt tot een bredere ontwrichting van de huurmarkt. "Er ontstaat een ongelijk speelveld, omdat een deel van de verhuurders zich niet gebonden voelt aan de huurregelgeving.“ Dat moet stoppen, aldus de minister. Zij stelt een maximale termijn voor deze vorm van verhuur voor van 30 dagen in plaats van een half jaar.
Arbeidsmigranten
Deze herziening is onderdeel van bredere aanpassing van verhuur "die naar aard van korte duur is”, tijdelijke verhuur als uitzondering op de Wet vaste huurcontracten. Keijzer wil namelijk een oudere wens vervullen om de praktijk van tijdelijke maar fatsoenlijke huisvesting van arbeidsmigranten door werkgevers een wettelijke basis te geven. Tijdelijke verhuur was onder de nieuwe wetgeving namelijk eigenlijk niet meer mogelijk, waardoor het hele programma van huisvesting door werkgevers, een aanbeveling van de commissie Roemer, in gevaar dreigde te komen.
Keijzer wil verhurende werkgevers de ruimte bieden om huurcontracten te gebruiken “die passen bij de behoefte van arbeidsmigranten”. Arbeidsmigranten worden voor de wet een specifieke 'doelgroep', vergelijkbaar met studenten (het campuscontract) of jongeren (het jongerencontract). De huurovereenkomst is dan een regulier contract voor onbepaalde tijd zolang de huurder tot de doelgroep behoort. Dit betekent dat werkgevers die huisvesting aanbieden op eigen terrein, ook in de toekomst een vast huurcontract kunnen opzeggen als de arbeidsovereenkomst afloopt en de woning nodig is voor een nieuwe medewerker. De huisvesting moet wel aan kwaliteitsnormen voldoen. Daarmee hoopt de minister de beschikbaarheid van fatsoenlijke huisvesting voor werknemers te vergroten.
De minister wil het ook mogelijk maken een tijdelijk contract eenmalig te verlengen, tot een maximum van twee jaar. Hiermee zegt Keijzer tegemoet te komen aan signalen van gemeenten en woningcorporaties over het ontbreken van flexibele contractvormen op tijdelijke woonlocaties.
Overzicht van de voorgestelde wijzigingen: