De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties heeft van alle verkiezingsprogramma's de standpunten op het gebied van wonen op een rijtje gezet. De toekomst is niet bij iedereen verzekerd, zo blijkt. De VVD wil corporaties omvormen tot gemeentelijke uitvoeringsorganisaties. De PvdA vindt dat grote corporaties moeten worden opgesplitst. GroenLinks, D66 en PVV bepleiten de terugkeer naar de kerntaak.
Gaat het om verkoop van sociale huurwoningen, dan staan VVD en PvdA tegenover elkaar. De liberalen geven huurders recht op koop. Over tien jaar moet de helft van het bezit zijn afgestoten. De PvdA wil het kooprecht juist schrappen. Al moeten huurders wel de kans krijgen hun sociale huurwoning te kopen.
De SP heeft het goed voor met de portemonnee van huurders. Zowel de Donner-punten, als de extra huurverhoging moeten worden teruggedraaid. De huurontwikkeling dient slechts inflatievolgend te zijn. Ook de PVV is die mening toegedaan. Andere partijen bieden meer ruimte voor huurverhoging. VVD kiest voor 3 procent boven inflatie. ChristenUnie gaat voor 2 procent boven inflatie. D66 vindt dat de huurstijging beter afhankelijk kan worden gesteld van het woongenot. CDA wil richting werkelijke huurwaarde. De PvdA is voorstander van gematigde huurontwikkeling, al kan er lokaal sprake zijn van huurverhoging boven inflatie. Scheefwonen is met name een item voor PvdA, D66 en GroenLinks. Hogere inkomens krijgen een extra huurverhoging. D66 streeft daarbij naar marktconforme huren. Tenslotte wil de PvdA de toegang tot de kapitaalmarkt afsluiten. Corporaties moeten hun geld ophalen via het Rijk.
Lees HIER de volledige vergelijking