Huren werd in juli 2025 gemiddeld 4,9 procent duurder dan in juli 2024, blijkt uit cijfers van het CBS. Toen vielen de huren 5,4 procent hoger uit dan een jaar eerder – de grootste stijging in dertig jaar. Woningcorporaties bezitten ongeveer twee derde van het aantal huurwoningen. Corporaties, die daarbij gebonden zijn aan afspraken met de overheid, verhoogden de huren van sociale huurwoningen met gemiddeld 5,1 procent. Dat is minder dan in 2024 (gemiddeld 5,6 procent). Bij andere verhuurders, zoals institutionele beleggers, steeg de sociale huur met 4,7 procent.
De huren van vrijesectorwoningen stegen dit jaar met 4,4 procent. Ook dit is lager dan in 2024, toen deze huren met 5,0 procent stegen.
In de provincies Flevoland en Drenthe stegen de huren het snelst. Hier is de gemiddelde huurstijging 5,2 procent. In Limburg stegen de huren het minst van alle provincies, met 4,5 procent.
Van de vier grote steden sprong Rotterdam er net als vorig jaar uit met 5,3 procent. In Amsterdam bleef de gemiddelde huurstijging met 4,1 procent onder het landelijk gemiddelde.
Het CBS berekent ook de invloed van de zogenoemde bewonerswisseling: als er een nieuwe huurder in de woning trekt, mag de huur meer stijgen dan de maximaal toegestane reguliere huurverhoging. Zonder dat effect komt de gemiddelde huurstijging uit op 4,1 procent. Het effect van bewonerswisselingen is met 0,8 procentpunt vergelijkbaar met 2024. (ND)
Lees ook: Huurcommissie krijgt straks ook iets te zeggen over indexeringsclausules