De huur van een sociale huurwoning dreigt volgend jaar fors duurder te worden. De verhoging per 1 juli volgend jaar kan oplopen tot 5,3 procent. Zo meldt demissionair minister De Jonge in een brief aan de Tweede Kamer.
De prijsstijging hangt samen met de sterke groei van de CAO-lonen. Het CPB raamt de stijging van de lonen gedurende een jaar op 5,8 procent. Volgens afspraak met corporaties, Woonbond en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten bestaat de maximale huurstijging uit de groei van de CAO-lonen, minus een half procent. Dat komt neer op een maximale verhoging van 5,3 procent.
Voorheen werden de toegestane huurverhogingspercentages, zoals die worden vastgesteld bij ministeriële regeling, afgeleid van de inflatie. In 2022 is bij het maken van de Nationale prestatieafspraken gekozen voor een koppeling met de lonen voor de jaren 2023, 2024 en 2025.
Minister de Jonge zegt zich te beseffen dat de voorziene huurverhoging in het gereguleerde segment een forse verhoging is. Maar hij is ervan overtuigd dat met de in de Nationale prestatieafspraken afgesproken systematiek de huren betaalbaar blijven. “Ook voor 2024 geldt dat er gestuurd wordt op de huurquote, en de gekozen systematiek er voor zorgt dat deze gemiddeld niet verslechtert en voor huurders bij een woningcorporatie gemiddeld iets verbetert. Een hogere huur leidt in de regel ook tot een hogere huurtoeslag”, aldus de minister.
Voor de vrije sector geldt dat per januari volgend jaar de huren met maximaal 4,9 procent kunnen worden verhoogd.