Overslaan en naar de inhoud gaan

Stadsdeel Zuid ziet veel ruimte voor extra woningbouw in Buitenveldert

Image

In de wijk Buitenveldert in Amsterdam Zuid is ruimte voor toevoeging van honderden, misschien wel duizenden woningen en nieuwe voorzieningen, zo blijkt uit een ruimtelijke en stedenbouwkundige verkenning in opdracht van het stadsdeel. 
Buitenveldert bestaat dit jaar 65 jaar. “Dat is een goed moment om naar de toekomst van deze tuinstad te kijken”, zegt Bart Vink, voorzitter van het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid. “We willen de wijk nieuw leven inblazen, met extra woningen en voorzieningen als winkels en horeca. Ook zetten we in op levendige stadsstraten richting de Parnassusweg en Beethovenstraat in Oud-Zuid en een betere link tussen Gelderlandplein en Zuidas.” 

Hij benadrukt daarbij de groene, stedenbouwkundige structuur zoals bedacht door Cornelis van Eesteren in het Algemeen Uitbreidingsplan te willen behouden. “De brede, rechtlijnige verkeersaders en watergangen zijn ons dierbaar en zorgen voor veel licht en ruimte.” Toevoeging van woningen is volgens Vink goed voor de doorstroming. In Buitenveldert wonen relatief veel ouderen die op zoek zijn naar kleinere woonruimte in de buurt. Zo kan weer ruimte ontstaan voor nieuwe doelgroepen. Ook is het belangrijk de woningvoorraad in Buitenveldert beter te isoleren. 

In de verkenning is gekeken naar locaties voor verdichting van Buitenveldert op korte-, middellange- en lange termijn. Kansen bevinden zich vooral aan de noordzijde van Buitenveldert. Daar zou een betere aansluiting op de Zuidas kunnen worden gerealiseerd. De verdichtingsplannen moeten onderdeel gaan uitmaken van de in voorbereiding zijnde stedelijke Ontwikkelstrategie 2035. “De vraag naar woningen in Amsterdam is groot. Deze groei moet binnen de bestaande stadsgrenzen plaatsvinden. We moeten de beschikbare ruimte dus goed benutten. Sinds de jaren zestig en zeventig is er in Buitenveldert weinig veranderd. De laatste jaren zijn er wel losse initiatieven ontstaan en uitgevoerd. De verkenning die nu is gedaan, maakt het mogelijk meer samenhang in de vernieuwing te realiseren.”