Vestia en ABN Amro hebben een schikking getroffen in de afwikkeling van het derivatenschandaal. De bank betaalt de woningcorporatie 55 miljoen euro voor de afwikkeling van alle tussen Vestia en ABN Amro gesloten derivatentransacties.
Vestia ging in 2012 bijna ten onder aan een miljardenspeculatie met derivaten. De corporatie kon de negatieve marktwaarde van de derivatenportefeuille niet meer stutten. Om een faillissement af te wenden kocht Vestia op 18 juni 2012 de contracten met tien banken voor een bedrag van bijna 2 miljard euro af. Een deel van dit bedrag - 674 miljoen euro - kwam als lening van het voormalige Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, dat hiervoor een saneringsheffing oplegde aan de andere Nederlandse woningcorporaties.
Bij het afkopen van de derivaten heeft Vestia zich voorbehouden later eventueel vorderingen aan te spannen tegen de betrokken financiële instellingen. In april 2015 heeft de corporatie een kort geding tegen ABN AMRO aangespannen. In vervolg daarop zijn besprekingen gestart met als oogmerk een schikking te bereiken. Deze schikking is nu gerealiseerd. Over juridische trajecten tegen de andere - veelal buitenlandse - banken is nog niets bekend. Maar "Vestia voelt het als haar maatschappelijke verantwoordelijkheid om schade te verhalen op diegenen die naar haar mening direct of indirect hebben bijgedragen aan dit derivatendebacle." Vestia hoopt ook met hen schikkingen te treffen.
De college-corporaties zien vooralsnog niets terug van hun saneringsbijdrage. Pas in 2017 wordt bepaald of Vestia een deel hiervan kan terugbetalen.