Overslaan en naar de inhoud gaan

Amsterdamse raad wil vaart maken met invoering opkoopbescherming

Image

Wie vanaf volgend jaar een huis koopt in Amsterdam, moet er echt in gaan wonen. Coalitiepartijen GroenLinks, D66, PvdA en SP willen dat het stadsbestuur haast maakt met de introductie van de zelfwoonplicht voor bestaande koopwoningen nu de Eerste Kamer deze week een wetswijziging aannam die dit mogelijk maakt. Enkele andere steden hebben al een opkoopbescherming voor bestaande woningen aangekondigd vooruitlopend op de wetswijziging. Per 1 juli is in Amsterdam de zelfwoonplicht voor nieuwbouwwoningen van kracht.

De opkoopbescherming in de aangepaste Woningwet moet ervoor zorgen dat in gewilde gebieden huizen niet zomaar kunnen worden opgekocht voor de verhuur. Op die manier blijven meer koopwoningen beschikbaar voor mensen die er zelf in gaan wonen. Het streven is om de opkoopbescherming per 1 januari 2022 in werking te laten treden. In drie uitzonderingsgevallen moet een gemeente, ondanks de ingevoerde opkoopbescherming, toch een vergunning voor verhuur verlenen. Dit geldt bij woningen die aan familie worden verhuurd;
onderdeel zijn van een winkel-, kantoor- of bedrijfspand - of die tijdelijk worden verhuurd. Voor de tijdelijke verhuur geldt de voorwaarde dat de eigenaar de woning minimaal één jaar zelf heeft bewoond. De opkoopbescherming geldt vooralsnog voor vijf jaar.

De opkoopbescherming kan alleen gelden voor bepaalde wijken. De gemeente moet daar duidelijk maken dat in die buurten schaarste is aan goedkope en middeldure koopwoningen óf de leefbaarheid onder druk door het opkopen van woningen voor de verhuur.

Trefwoorden