Overslaan en naar de inhoud gaan

Hervorming Stedelijke vernieuwing

'Hervorming Stedelijke Vernieuwing, een paradox tussen vast en vloeibaar' is een uitgave van het Amsterdamse Projectmanagement Bureau. Het is het schriftelijke residu van een drietal seminars voor de Amsterdamse ambtelijke top over de toekomst van de stedelijke vernieuwing. Hoe moet het daarmee verder nu de planmatige vernieuwing, met grootschalige sloop en nieuwbouw, vastloopt bij gebrek aan middelen? Tegelijkertijd is ook het vertrouwen aan het wegebben dat grootschalige fysieke ingrepen de beste remedie zijn tegen de teloorgang van wijken.
In de publicatie blikken Joop de Haan en André Thomsen terug op de vernieuwing van de Bijlmermeer. Emeritushoogleraar Thomsen: "Het grote misverstand van de Bijlmer was dat door de stad te veranderen, je ook de samenleving kon veranderen." Volgens De Haan (Directeur Projectbureau Zuidoost) is vernieuwing nog steeds maakbaar, maar wel heel anders dan eerst. Hij wijst op Kleiburg, Heesterveld en een studentencomplex in de D-buurt. De nadruk ligt nu veel meer op particuliere initiatieven, en voor de overheid op controleren en handhaven.
Patrick van Beveren (adjunct-directeur Dienst Wonen, Zorg en Samenleven) schetst de dilemma's van de gemeente rond de toekomstige stedelijke vernieuwing. Daarin komt de worsteling tussen 'vast' en 'vloeibaar' naar voren: top-down versus bottom-up; gepland versus ruimte voor experiment; regels versus vrijheid, politiek versus burgerinitiatief. Hoe je dat moet doen, is volgens hem per situatie verschillend. De gemeente heeft volgens hem nu meer aan intelligente spelregels dan aan beleid dat alles dichttimmert. Stedelijke vernieuwing wordt volgens Van Beveren "een oefening in terughoudendheid". Het zal van binnenuit en grotendeels met de bestaande woningvoorraad moeten.
Sako Musterd, hoogleraar sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam, plaats enkele kritische kanttekeningen bij het verhaal van Van Beveren. Verrassend is dat Musterd het sterk teruglopende investeringsvolume niet als een groot probleem ziet: een goed functionerende stad heeft ook wijken nodig waar de woontechnische situatie niet optimaal is, maar de woonlasten laag zijn. Hettie Politiek, programmamanager van de Amsterdamse wijkaanpak, pleit net als Van Beveren voor meer terughoudendheid van het beleid: "Het devies is: laat mensen vooral hun gang gaan en bemoei je er alleen mee als ze ergens vast lopen, bijvoorbeeld omdat ze geen vergunning krijgen of wanneer ze anderen ernstig schade berokkenen natuurlijk." Het beeld van een overheid die probeert om tot in de haarvaten van de samenleving dingen voor elkaar te krijgen, past volgens haar niet meer bij deze tijd en al helemaal niet meer bij de budgetten die beschikbaar zijn.
Politicoloog Imrat Verhoeven is argwanend. Hij ziet een ‘veenbrand’ in het sociale domein waarbij bestuurders en ambtenaren onder het mom van een ‘participatiestaat’ langzaam de sociale zekerheid aan het uithollen zijn. Hij wantrouwt de mantra's van de ‘eigen verantwoordelijkheid’ en ‘eigen kracht’.
De inleiding is van Stan Majoor, het nawoord van Lubbert Hakvoort, beiden werkzaam bij het PMB van Amsterdam en initiator van seminars en publicatie. Hakvoort: "Wat betekent dit nu voor het stedelijk vernieuwingsbeleid voor de gemeente Amsterdam? Dat het simpelweg steeds gaat om maatwerk per gebied en dat het maken van slimme verbindingen tussen nieuwe coalities, tussen opgaves, tussen beleid en uitvoering op verschillende schaalniveaus steeds centraal staat."

‘Hervorming Stedelijke Vernieuwing, een paradox tussen vast en vloeibaar’ (deel vier uit de Leerhuis-reeks). Met bijdragen van Patrick van Beveren, Joop de Haan, Lubbert Hakvoort, Stan Majoor, Sako Musterd, Hettie Politiek, André Thomsen en Imrat Verhoeven. Gratis te downloaden via de link.