Overslaan en naar de inhoud gaan

Stadsontwikkeling Amsterdam 1975-2025

In de jaren zeventig van de vorige eeuw was de IJ-zijde van het Amsterdamse Centraal Station een onveilige en vervuilde plek, een no-goarea. Nu is het een van de drukste locaties van de stad met een levendig balkon aan het water en frequent varende, volle ponten naar de al even levendige overzijde. Die nieuwe werkelijkheid staat op de omslag van Stadsontwikkeling Amsterdam 1975-2025 en is exemplarisch voor de ruimtelijke veranderingen in de hoofdstad in de afgelopen vijftig jaar. Stedenbouwkundige Maurits de Hoog documenteert en analyseert die jaren, waarvan hij er de helft vanuit de Dienst Ruimtelijke Ordening zelf meemaakte, onder meer werkend aan de Wibautstraat, Panorama-Noord, de IJ-oevers en Haven-Stad.

Kroniek van een roerig feestjaar

Aanleiding is het 750-jarig bestaan van de stad. Het boek, waaraan de gemeente meebetaalde, bestrijkt de volle breedte van stedelijke functies, van infrastructuur tot culturele voorzieningen, bedrijvigheid, wonen en vooral openbare ruimte.  
Het boek opent met de “Kroniek van een roerig feestjaar”, terug in de tijd naar 1975. Deel 1 gaat over maatschappelijke dynamiek, de ‘lange lijnen’ van internationalisering, individualisering en informatisering. Aan de hand van omslagpunten in de bevolkingsontwikkeling onderscheidt De Hoog vier periodes: Keren van verval, Herstel, Groeispurt en Schokken. Voor elke periode een beknopte tekst en een kaart met tientallen projecten. Kers op de taart is de uitklapbare, multidimensionale tijdlijn.

Ruimtelijke dynamiek: bewegingen  

Het hart van het boek is deel 2, over de neerslag van maatschappelijke ontwikkelingen in vijf grote ruimtelijke veranderingen. Daarvoor gebruikt De Hoog het woord bewegingen, in de zin van “…maatschappelijke processen waarin heel veel ruimtelijke beslissingen van individuele personen en organisaties en gemeentelijk beleid en ontwerp over een langere periode samenkomen.” De vijf bewegingen zijn Vernieuwing van de bestaande stad, Laagbouw in de stadsrand, Waterstad, Zuidwaarts en Supercluster Binnenstad. Die zijn niet autonoom, want de gemeente “koos actief positie, intervenieerde, faciliteerde en investeerde op basis van de politieke doelen.” 
Elke beweging trekt in een haast feestelijke parade van woorden en beelden voorbij. De teksten zijn vlot geschreven, zonder onnodig vakjargon, op de rustige en wat afstandelijke toon van iemand die de materie geheel beheerst, met oog voor detail en van tijd tot tijd waarderende opmerkingen. De foto’s zijn prachtig en laten altijd mensen zien die gebruik maken van de ruimte, de mensen voor wie die ruimtes bedoeld waren. De tekeningen zijn fraai, de luchtfoto’s van vóór en na een project verhelderend, de uitklapbare pagina’s met isometrieën een mooie vondst.

Feitelijk stad maken

Het is verrassend hoe allerlei projecten als puzzelstukjes op hun plaats vallen in de vijf bewegingen, alsof het allemaal vooraf bedacht is. Maar er waren de afgelopen vijftig jaar allerlei actoren die een andere inrichting van de stad voor ogen hadden dan het stadsbestuur, daar strijd om leverden en ook successen behaalden. Dat komt wel voorbij in het boek, maar De Hoog geeft aan dat het hem gaat om “het feitelijke maken van de stad”, voor een politieke invalshoek verwijst hij naar andere publicaties. Daardoor laat zijn analyse een erg rationele, door de gemeente c.q. structuurplannen gestuurde werkelijkheid zien, en dat doet soms wat onwerkelijk aan. 
Een breder perspectief, deel 3, gaat over beleid en strategie op stadsniveau, sturingsmodellen en financieringsbronnen. Het ambitieniveau voor de ontwerpkwaliteit van gebouwen en openbare ruimte was aanvankelijk bescheiden, tekent De Hoog aan. Een bredere kritische terugblik was in dit deel op zijn plaats geweest, juist ook vanwege de grote rol van de gemeente.  

Wonderbaarlijk 

Hoe hebben die vijf bewegingen de stad op de kaart gezet in de regio en ten opzichte van andere Europese steden? De Hoog trapt bij de beantwoording van die vraag gelukkig niet in de val van hoofdstedelijke arrogantie.     
In de epiloog een vooruitblik op de komende vijftig jaar. Na bloei komt allicht verval, maar voorshands ziet de auteur de periode van Schokken als een tussenstap naar nieuwe bloei. Met aanstekelijk enthousiasme en schijnbaar moeiteloos schudt hij een bonte reeks projecten uit over “de kleine metropool die meedraait in de subtop van wereldsteden”, ziet hij de kiemen van een zesde beweging en heeft hij nog wat ideeën voor de vigerende Omgevingsvisie.     
Dit boek is verplichte en aangename kost voor een brede waaier aan vakspecialisten, actieve bewoners, investeerders, erfgoedbeschermers en MRA-politici. Iedereen zal het met Maurits de Hoog eens zijn dat Amsterdam een wonderbaarlijke ontwikkeling heeft doorgemaakt.  
 

Joop de Haan

Stadsontwikkeling Amsterdam 1975-2025
Maurits de Hoog
248 p., € 49,95
naio10 Uitgevers
ISBN 978-94-6208-905-1