Vrijwilligers van bemiddelingsorganisatie Beterburen stuiten in de hoofdstad steeds vaker op complexe problemen achter de voordeur. In twee jaar tijd steeg het aantal meldingen waarbij sprake is van multi-problematiek en psychische stoornissen fors. Landelijk is twintig procent van de aanmeldingen complex. De voornaamste oorzaak daarvan is volgens directeur Bente London de extramuralisering.
Bente London, directeur Beterburen:
“Wat bemiddeling steeds lastiger maakt, is de complexiteit van problemen waar vrijwilligers mee worden geconfronteerd.”
Stichting Beterburen bestaat 20 jaar. De organisatie startte in Amsterdam; inmiddels zijn zeven buurgemeenten aangesloten.
|
Klachten over geluidsoverlast staan bij bemiddelingsorganisatie Beterburen al jaren onbetwist op nummer één. Het profiel van de aanmelders verandert wel; bovendien loopt het aantal aanmeldingen nog steeds op, met een kleine dip in 2016. Maar directeur Bente London weet nu al dat dit jaar in Amsterdam het aantal verzoeken voor burenbemiddeling weer stijgt.
London: “Het aantal aanmeldingen stijgt nog steeds. Dat heeft vooral te maken met betere doorverwijzing en naamsbekendheid. Wat het werk echter steeds lastiger maakt, is de complexiteit van de problemen waar de vrijwilligers mee worden geconfronteerd. Steeds meer eenzame ouderen - vaak kampend met dementie, mensen met psychische problemen, getraumatiseerde vluchtelingen en veel mensen met een combinatie van verslavings- en psychische klachten en financiële problemen. Het grootste euvel is dat buren elkaar niet kennen en dus ook niet op de hoogte zijn van eventuele problemen waar een ander mee kampt. Dan kun je ook niet op wederzijds begrip rekenen.”
Meubels gooien
De titel van de meerjarenstrategie 2016-2019 van de stichting luidt niet voor niets ‘Prettig wonen doe je samen’. London legt uit dat het voor buren bijvoorbeeld prettiger zou zijn wanneer een instelling als HVO-Querido hen op de hoogte brengt van de problemen van een bewoner die deze organisatie begeleidt. London: “HVO adviseert zijn cliënten wel om kennis te maken met de buren, maar in het kader van de privacywetgeving worden die buren niet door de organisaties zelf ingelicht wanneer er iemand met psychische problemen naast hen komt wonen. Ik ken een geval waarbij een bewoner tijdens psychotische periodes af en toe met de meubels gooide. De buren wisten niet wat er aan de hand was en belden de politie. Zodra zij echter wisten wat de buurman mankeerde, ontstond er begrip. Nu kunnen ze een contactpersoon inschakelen wanneer het weer misgaat.”
Burenruzies zijn van alle tijden, weet ook London. “Maar de manier waarop mensen nu langs elkaar heen leven, leidt tot onbegrip en onbegrip leidt tot onmin. Het zijn niet alleen de kwetsbare mensen waarover meldingen binnenkomen. Mensen met een psychische aandoening zijn vaak heel gevoelig voor geluid of denken dat buurtbewoners op een bepaalde manier naar ze kijken. Ook dat kan aanleiding geven tot spanningen. Wanneer je elkaar en elkaars gewoonten kent, kom je er onderling wel uit. Woningcorporaties adviseren nieuwe huurders tegenwoordig ook om vooral contact te leggen met hun naaste buren. Maar je kan mensen daar niet toe dwingen.”
Beterburen volgt de weg van de participatiesamenleving; burgers moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen. London: “Niet de overheid maar de bewoners zelf zijn verantwoordelijk wanneer het misgaat in hun woonomgeving. Wat wij tijdens een bemiddeling doen, is de regie weer bij de burger leggen. Uiteindelijk moet dat ertoe leiden dat ze weer in een plezierige omgeving kunnen wonen. Maar soms loop je tegen zaken aan waar wij en ook de corporaties niks mee kunnen. Dan heb je bijvoorbeeld te maken met zorgmijders waar ook de zorginstanties geen grip op hebben. Dat is een groot probleem.”
Wat kan er verbeterd worden? London: “Waar ik in ieder geval voor pleit is dat bepaalde kwetsbare groepen beter door de stad worden verspreid. Nu zie je vaak een concentratie van kwetsbare bewoners in bepaalde – vaak ook al kwetsbare – wijken. Corporaties en instellingen zouden eens moeten kijken of dat anders kan.”
Voortdurend bijgeschoold
Anouk van der Jagt is professioneel mediator maar vindt ook nog tijd om zich op vrijwillige basis in te zetten voor Beterburen. “Ik vind het verrijkend om te zien wat er in mijn eigen stadsdeel – Noord – achter de voordeur speelt en dat ik mijn expertise in kan zetten voor de buurt. Ik doe dit nu twee jaar met veel plezier. Maar wat opvalt tijdens intervisies met andere vrijwilligers die dit werk al langer doen, is dat de problematiek de laatste jaren alleen maar toeneemt.”
Van der Jagt heeft inmiddels al aardig wat ervaring opgedaan. Zo wordt er in Noord tegenwoordig vaak bemiddeld tussen autochtone bewoners en vluchtelingen die in het stadsdeel komen wonen. Van der Jagt: “Er heerst vaak onbegrip tussen de verschillende culturen. Ze storen zich bijvoorbeeld aan elkaars etensluchten en er zijn in het algemeen communicatieproblemen. Onze taak is de communicatie open te gooien. En mijn motto is: als je een burenruzie kunt oplossen, kun je alles oplossen.”
Van der Jagt is vol lof over de begeleiding van de vrijwilligers bij Beterburen. “Er wordt serieus in ons geïnvesteerd door middel van trainingen en bijeenkomsten waar we onder meer leren hoe we op mensen met complexe problemen moeten reageren. Toen ik als vrijwilliger begon, dacht ik dat het vooral ging om het sussen van ruzies over geluidsoverlast. Het blijkt echter vaak veel gecompliceerder. Ik vind dat niet erg, want dat maakt het werk alleen maar interessanter. Ik verkeer zelf in een bevoorrechte positie en ben blij iets te kunnen doen voor de meer kwetsbare bewoners in mijn stadsdeel. En dat zijn er veel meer dan je op het eerste gezicht zou denken.