Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Bouwen in de MRA
Theo Baart fotografeert ‘Groot-Amsterdam’
Visuele zoektocht naar de grenzen van de metropool

Theo BaartVoor zijn boek ‘Groot-Amsterdam - Metropool in ontwikkeling’ ging landschapsfotograaf Theo Baart op zoek naar de verwevenheid tussen de hoofdstad en zijn ‘ommelanden’. Waar begint de invloed van de stad? Tegelijk archiveert hij via honderden foto’s landschappen in transitie. Want er verandert veel, heel veel. En wie voert daar eigenlijk de regie over, vraagt hij zich in toenemende mate af.

Met de aanleg van vuilstort Het Groene Schip stak de gemeente Haarlemmerliede volgens Baart de middelvinger op richting Amsterdam. Daarmee werd een lastig te slechten barrière opgeworpen tegen de geplande uitbreiding van het Westelijk Havengebied. Inmiddels is Haarlemmerliede ingelijfd door Haarlemmermeer.
 
Station Amsterdam-Zuid. Het ‘daily urban system’ in beeld gebracht. Zuidas-forensen op weg naar huis, buiten de stad. Baart: “Als je inzoomt, zie je dat bijna iedereen op zijn mobieltje tuurt.”
 
Koog aan de Zaan. Menging van wonen en werken is in Zaanstad een historisch gegeven. Ook hoogspanningsleidingen lopen dwars door de bebouwde omgeving.
 
Amsteldorp - bij de oplevering in 1950 een buitenwijk. Inmiddels is de vraag hoe lang deze woninkjes nog blijven staan. Alles schreeuwt om verdichting: de nabijheid van het station, de druk van de woningmarkt en - daardoor - de waarde van de grond.
 
Je gebruikt termen als ‘Groot-Amsterdam’ en metropoolregio door elkaar heen. Hoe heb je dat afgebakend? Waar lagen de grenzen?
Baart: “Voor mij was het criterium: waar begint de invloed van Amsterdam op zijn omgeving. Waar zie je ontwikkelingen in het ommeland die alleen maar kunnen plaatsvinden door de nabijheid van de kernstad. De grenzen vallen grotendeels samen met wat nu de MRA - de Metropoolregio Amsterdam - is, maar niet helemaal. 
Ik heb eerst bij mezelf vastgesteld dat ik een metropoolbewoner ben. Ik woon in Hoofddorp. Maar veel van wat ik wil doen, doe ik liever of makkelijker in Amsterdam, Haarlem of IJmuiden. Die metropool is bovendien enorm in beweging. Alles verandert hier. Dat wilde ik vastleggen. Maar ik ging me ook afvragen: wie draait er eigenlijk aan de knoppen hier? Wie beslissen mee. Aanleiding genoeg dus voor een expeditie.
En over die afbakening: die is altijd enigszins arbitrair natuurlijk. Ik heb lang getwijfeld over Lelystad, tot me duidelijk werd dat belangrijke distributiecentra zich daar vestigen vanwege de nabijheid van Schiphol in combinatie met goedkope grond. Anderzijds heb ik plaatsen als Alkmaar en Leiden niet opgenomen, terwijl daar wel veel mensen wonen die werken in Amsterdam.”
 
En, wie draait er aan de knoppen? In je boek en nog sterker in een NRC-bijdrage spreek je over ‘bestuurlijk onvermogen’ als het over de regionale aansturing gaat. 
‘Regiovorming kun je niet tegenhouden, maar bestuurlijk bestaat de Metropoolregio niet. Daar heeft Thorbecke destijds niet aan gedacht. Maar die regio kampt met gemeente-overstijgende problemen, met een enorme woningnood, met vervoersproblemen, milieuhinder, verzilting en een dalende bodem. Kennis is het probleem niet, besluitvorming wel. Regie en aansturing ontbreekt. We moeten het doen met een vrijblijvend samenwerkingsverband van 32 gemeenten, twee provincies en de Vervoerregio Amsterdam. De bizarre paradox van ons bestel is dat de dorpsraad van Lisserbroek meer invloed heeft dan die hele MRA-organisatie. De gemeentepolitiek is leidend.”
 
En waar leidt dat toe? Wat ben je tegengekomen?
“Enerzijds dat op deelterreinen - bodemdaling, woningbouw, datacenters, waterhuishouding, luchtkwaliteit, geluidshinder, mobiliteit, verduurzaming - heel veel kennis is. Over elk onderwerp worden studies gedaan, nota’s geschreven en congressen gehouden, maar men is als de dood dat bij elkaar te brengen. Je stuit dan namelijk al gauw op de noodzaak van regionale aansturing. Men blijft dus in vrijblijvendheid hangen.
Daarnaast  zijn er legio voorbeelden waarbij lokale keuzes ongunstig uitpakken voor veel inwoners van Groot-Amsterdam. Ga maar eens uitleggen waarom Haarlem geen onderdeel is van de Vervoerregio Amsterdam. Of waarom er bij een uitbreidingsplan van Lisserbroek maar geen brug wordt aangelegd, omdat de vaart daar een provinciegrens is. 
En wie bewaakt de kwaliteit van de Amstelscheg, een steeds belangrijker recreatiegebied voor Amsterdammers? Ouder-Amstel doet dat best goed, maar Amstelveen probeert er steeds weer wat vanaf te knabbelen.
Een ander voorbeeld. Op het vrijgekomen tracé van de oude A9 in Badhoevedorp wordt nu een groene wijk gebouwd met twee-onder-een-kapwoningen. Maar dit wijkje ligt op spuugafstand van Schiphol, vlak langs een geplande metrobaan van de veelbesproken Schiphol corridor. Dé plek voor hotels, congresruimte of woningbouw in dichte eenheden lijkt me. Ik ken de achtergronden en begrijp alle keuzes van destijds, maar het is wel een gemiste kans. Je ziet nu gelukkig met de transformatie van Hyde Park dat Haarlemmermeer het door heeft. Dat wordt de eerste hoogstedelijke zone in Hoofddorp.
Gemeenten gedragen zich in de MRA toch een beetje als landen in de EU. Sommige partijen doen actief mee, andere kijken uitsluitend naar wat er in hun kraam te pas komt. Ik heb ook geen oplossing en pleit ook niet voor nog een bestuurslaag. Dat is mijn expertise ook helemaal niet. Het is meer een oproep voor mentaliteitsverandering. Als het zo door kabbelt gaan er ongelukken gebeuren.”
 
Je kruist via acht routes door het gebied, waarbij je steeds in Amsterdam eindigt. Vanwaar die aanpak?  
“Je zoekt naar een structuur om je verhaal te vertellen. Ik had de foto’s ook op thema’s of gebied kunnen rubriceren, maar dan was het veel saaier geworden. Nu kom je bij elk van de acht routes van alles tegen. En zo komt die verwevenheid tussen stad en ommeland goed tot uiting. Voor mij was de meest verrassende route die van de Westeinderplassen naar Schiphol Oost. Daar liggen zoveel overgebleven stukjes land, soms met een waanzinnige potentie. Rond Aalsmeer bijvoorbeeld de oude kassenterreinen en voormalige legakkers. Sommige daarvan zijn opgekocht door vrijwilligers die er nieuwe natuur van maken.  Dat is ook een belangrijke ontdekking geweest. Er zijn veel bewoners die zich organiseren en een bijdrage leveren. Deskundigheid is al lang niet meer een privilege van ambtenaren en professionals. Bovendien worden die na zes uur ook burger. 
 

Tekst en foto’s: Theo Baart. Met bijdragen van Ton Bossink en Jurjen Tjarks.
Uitgever: nai010, 384 pagina’s, €49,95.
Fred van der Molen