Overslaan en naar de inhoud gaan

Gemeenten kunnen weer meedingen naar Woningbouwimpuls

Image

Gemeenten kunnen zich vanaf 15 september 2025 inschrijven voor de zevende ronde van de Woningbouwimpuls (WBI). Via deze regeling dekt het Rijk de helft van de financieringskosten van woningbouwprojecten die vanwege geldgebrek moeizaam van de grond komen. Het geld – deze ronde 120 miljoen euro – is bedoeld om woningbouw te versnellen.
Gemeenten kunnen (eventueel samen) vanaf 15 september tot en met 8 oktober 2025 ook een impuls aanvragen voor een project waarvoor ze eerder WBI-subsidie ontvingen, mits het gaat om een uitbreiding van het project met minstens tweehonderd woningen (waarvan de helft betaalbaar) en ook aan de rest van de voorwaarden wordt voldaan. Een cruciale voorwaarde is dat binnen drie jaar na het toekennen van de subsidie de eerste woningen klaar zijn. De bedoeling is immer de bouw te versnellen.
 

Menig gemeente is echter nog niet begonnen met de bouw behorende bij de vorige Woningbouwimpuls die ze kregen, bleek deze zomer uit een inventarisatie van NUL20. Van terugbetalen is voorlopig geen sprake lijkt het; de soep wordt kennelijk niet zo heet gegeten ze wordt opgediend (zie kader). 
Zo gaat Amsterdam op zijn vroegst dit najaar beginnen met bouwen in Sloterdijk-Zuid I, waarvoor ze in de eerste WBI-ronde in 2020 13,1 miljoen euro ophaalde om de bouw van 3.713 woningen te bespoedigen. En in de tweede fase van IJburg Amsterdam (19,8 miljoen euro in 2021 voor 4.147 woningen), is ook nog geen enkele nieuwe woning gebouwd. De gemeente is in gesprek met het ministerie om de subsidies te behouden, zei een woordvoerder afgelopen juli. (ND)
 

WBI-SUBSIDIES IN DE MRA
Tussen 2020 en 2024 zijn er zes WBI-rondes (tranches) georganiseerd waarin gemeenten projecten konden aandragen met een aanzienlijk financieel tekort in de grondexploitatie. Maximaal de helft van dit tekort zou door het Rijk gedekt kunnen worden, de rest moest uit eigen middelen of van andere overheden komen. De rijksoverheid eiste ook dat minimaal de helft van de nieuwbouw uit betaalbare woningen moest bestaan (sociale huur, middenhuur en sociale koop tot NHG-grens). Met de bouw van de eerste woningen moest bovendien binnen drie jaar worden gestart. De laatste huizen mogen maximaal tien jaar na toekenning van de subsidie in aanbouw worden genomen. Bij overschrijding van de deadline moeten gemeenten een wijzigingsverzoek op de subsidiebeschikking indienen bij het ministerie. Is er sprake van verwijtbaar gedrag, dan kan het ministerie het geld eventueel terugvorderen. Voor zover NUL20 kon nagaan, zijn er geen projecten waar dit is gebeurd.