update
In Amsterdam dalen de grondprijzen gemiddeld tien tot vijftien procent. Zo schrijft het college in de Grondprijzenbrief 2013. Mocht de woningmarkt verder dalen, dan volgt mogelijk later dit jaar nog een prijsverlaging.
Amsterdam baseert de grondprijzen op het verschil tussen marktwaarde en de kosten om het vastgoed te bouwen. Als de waarde van vastgoed daalt, dan dalen de grondprijzen extra hard. Onderzoek laat volgens wethouder Van Poelgeest zien dat de markwaarde van woningen het afgelopen anderhalf jaar met vier tot zes procent is gedaald. Vooral eind 2012 is de situatie op de Amsterdamse woningmarkt snel verslechterd. Naar verwachting zullen in 2013 en 2014 de woningprijzen verder dalen. Voor 2013 is de verwachting van deskundigen - 5 tot - 8 procent. Voor 2014 is de verwachting een verdere daling van rond de 5 procent. De daling van de stichtingskosten is daarentegen heel beperkt. Voor 2012 is de gemiddelde daling van de stichtingskosten voor appartementen 0,2 procent. Voor eengezinswoningen zijn vorig jaar de stichtingskosten gelijk gebleven.
Voor het merendeel van de woninggebieden in de stad is sprake van een grondprijsdaling van 5 procent of meer. In enkele gebieden binnen de Ring is de prijsdaling bescheiden, maar bijvoorbeeld op IJburg is de daling hoger dan 15 procent. In steeds meer gebieden in Noord, Zuidoost en de Nieuw West wordt het minimum bereikt. Voor koop- en markthuurwoningen geldt de minimale grondprijs van 177 euro per vierkante meter gebruiksoppervlakte.
De gemeente stapt voor marktwoningen af van de zogeheten 'cocktailgrondprijs': een prijs voor koop- en huurwoningen. Dat is gunstig voor de bouwers van middeldure huurwoningen. De grondprijs van hun projecten wordt voortaan afzonderlijk berekend op basis van het verwachte rendement van de woning. Daarbij wordt gerekend met een rendement van 5 procent. De grondprijs valt hierdoor extra laag uit. Verder wil de gemeente dat zelfbouw de komende jaren uitgroeit tot een volwaardige tak van de woningproductie. Voor veel zelfbouwers is de periode tussen een optie op een kavel en daadwerkelijke grondafname erg lang. Voortaan kunnen zij er voor kiezen om de grondprijs later vast te leggen. Mocht in die periode de prijs dalen, dan profiteert de zelfbouwer daarvan. Mocht de prijs stijgen dan hoeft de verhoging slechts deels te worden betaald. Voor de grondprijzen voor sociale woningbouw is in 2013 sprake van een indexatie van 2,3 procent. De prijs varieert van 15.000 tot 33.500 euro. Voor studentenwoningen geldt ten minste de minimale prijs van 177 euro.