Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Verslag
Verslag bijeenkomst Arcam en IABR op 30-09-2024
Waarom wordt er nog zoveel gesloopt?

Waarom wordt er nog zoveel gesloopt in tijden van ambities voor duurzame en circulaire steden? Op de bijeenkomst 'Een einde aan sloop?!', georganiseerd door Arcam en IABR, werd een lans gebroken voor meer renoveren en transformeren. En, als er toch wordt gesloopt, om zoveel mogelijk materialen te hergebruiken.

Niet alleen de functie bepaalt de vorm van een gebouw, maar ook de geldstromen die erin worden gematerialiseerd. Sloop is onderdeel van het financiële systeem. De kosten van renovatie en transformatie worden soms overschat, veel sloopkosten - zoals de vernietiging van grondstoffen en sociale structuren – worden niet meegerekend. Dat zijn boodschappen uit de film The Demolition Drama waarbij de door Arcam en IABR georganiseerde bijeenkomst 'Een einde aan sloop?!' start.

Image
Foto Nico Boink

Deze film is onderdeel van een campagne van HouseEurope!, een collectief dat een miljoen handtekeningen wil verzamelen om via het Europees Burgerinitiatief (ECI) Europese wetgeving mogelijk te maken die renovatie stimuleert en betaalbaarder en socialer maakt. Bijvoorbeeld door het belastingtarief voor renovatiewerkzaamheden en hergebruikte materialen te verlagen. Ook wil HouseEurope! dat de CO2 die in gebouwen is opgeslagen en vrijkomt bij sloop wordt meegerekend. 

Nieuwe slooptrend

Architect Marjolein van Eig was geschokt door de grote hoeveelheid sloopplannen die ze onder ogen kreeg toen ze in Rotterdam actief betrokken raakte bij welstandstoezicht. Telkens klonk hetzelfde verhaal: we willen het pand wel behouden, maar het is niet haalbaar. Zolang gebouwen geen beschermde status hebben, zijn ze volgens haar vogelvrij. Ze wijst op het lot van het 'Post 65 erfgoed' (gebouwen uit de periode na 1965). Ook wordt er niet gekeken naar de waarde van het materiaal en de energie die in de gebouwen is opgeslagen. Haar pleidooi luidt daarom: laten we alle gebouwen in Nederland behandelen als monumenten. Wat we vandaag lelijk vinden, vinden we morgen misschien wel mooi.

'Laten we alle gebouwen in Nederland behandelen als monumenten'

Wouter van Elburg en Hanne Ronnes houden al twaalf jaar bij welke panden er in Amsterdam zijn gesloopt of op de nominatie staan om te verdwijnen. (www.amsterdamsloopt.nl). Eind oktober verschijnt hun boek 'Sloop – Utopie en protest in Amsterdam van 1800 tot nu'. Van Elburg ziet de laatste jaren een slooptrend. In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw ging het om enorme stadsvernieuwingsprojecten, tegenwoordig blijkt het vooral om individuele panden te gaan. De optelsom van al die individuele gebouwen draagt bij aan de degradatie van het historische stadsbeeld. Ook in de negentiende-eeuwse ring en zelfs in de historische binnenstad verdwijnen panden. In Amsterdam worden Rijks- en gemeentelijke monumenten goed beschermd, maar andere panden niet. Als een pand geen monument is, kan het ook als het tot beschermd stadsgezicht behoort worden gesloopt. Hij noemt als voorbeelden het Swammerdam Instituut in Oud-West en de afgebroken Post 65 gebouwen, zoals Post CS op het Oosterdokseiland. 

Image
Staalmanpleinbuurt Amsterdam Nieuw-West. Foto Nico Boink

Rotterdam: sloopstad bij uitstek

Niet slopen, maar herstellen. Dat is één van de punten uit de Actieagenda Wonen van Platform Woonopgave. Mede-initiatiefnemer Sanne van Manen benadrukt dat als nu geen onderhoud wordt gepleegd, over tien jaar veel panden rijp zijn voor de sloop. Zij schetst een beeld van Rotterdam als sloopstad, waar na het bombardement van 1940 bewust gekozen is voor een tabula rasa. Verschillende panden hadden best behouden kunnen worden. Maar zelfs al in 1915 moesten zevenhonderd woningen in het centrum van de stad wijken voor de droom van de toenmalige burgemeester: een nieuwe stad met internationale allure. De armlastige bewoners werden zonder herhuisvesting op straat gezet. Ze maakt de vergelijking met de Tweebosbuurt, een wijk met 570 sociale huurwoningen die ondanks veel protesten toch is gesloopt. Er zijn 170 sociale huurwoningen teruggebouwd. De belofte van de gemeente dat in een andere wijk sociale huurwoningen zouden worden bijgebouwd, werd niet nagekomen.

Meer dan financiële afwegingen

In Amsterdam is de situatie anders, blijkt uit het verhaal van Nicole de Vrij, directeur Ontwikkeling en Zakelijk Beheer bij Eigen Haard. Haar corporatie is terughoudend met sloop, stelt zij. Ook al sloopt Eigen Haard de komende tien jaar circa 1.800 woningen, deels buiten Amsterdam. Daar staat tegenover dat er 8.000 tot 9.000 nieuwbouwwoningen bijkomen. Volgens haar worden er veel meer criteria dan alleen de financiële afwegingen meegenomen bij de keuze tussen renoveren of sloop-nieuwbouw. Sterker, soms kiest de corporatie voor renovaties die oplopen tot 400.000 euro per woning. Aan de verkoop van sociale huur zitten restricties en sloop-nieuwbouw gebeurt alleen als er behoorlijk verdicht kan worden. 

Image
Dudokbuurt, Geuzenveld Amsterdam Nieuw-West - Foto Nico Boink

Behalve de financiële zijn er ook volkshuisvestelijke afwegingen. Dan gaat het om differentiatie van woningtypes (doelgroepen, doorstroming, bevolkingssamenstelling), mogelijke verdichting, verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, woonkwaliteit (wat voor plattegronden zijn er, wat voor entree, wat voor ontsluiting), bouwtechnische kwaliteit, wensen van de gemeente of andere stakeholders, impact uitvoeringstijd, draagvlak onder bewoners en natuurlijk duurzaamheid. De sloop van de Dichtersbuurt in Nieuw-West dient als voorbeeld. Eigen Haard ging niet over één nacht ijs. Slopen gebeurt alleen als de technische staat slecht is en er in de buurt verdicht kan worden. Volgens haar wordt het ook heel lastig om draagvlak te vinden voor sloop-nieuwbouw als bewoners ergens prettig wonen. Mocht in een buurt of straat wel worden besloten tot renovatie, dan kijkt haar corporatie naar de mogelijkheden woningen toe te voegen. 

Verlaging CO2-uitstoot

In de toekomst zal duurzaamheid een dominantere rol gaan spelen in de besluitvorming; denk met name aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Ivan Thung, senior consultant bij Metabolic, heeft onderzoek gedaan naar de vraag hoe de woonopgave zich verhoudt tot het klimaatakkoord van Parijs en de opgave om in 2030 50 procent minder materiaal te gebruiken. Metabolic heeft het CO2-budget van de Nederlandse bouwsector berekend. Als we blijven bouwen zoals we nu bouwen, dan wordt al over drie jaar  - bij een opwarming van 1,5 graad - het beschikbare budget overschreden. De woningbouwopgave - landelijk ongeveer een miljoen nieuwe woningen - en de doelstelling op gebied van klimaatbudget en materialengebruik zijn dus niet met elkaar verenigbaar. 

Duurzaamheid gaat dominantere rol spelen in de besluitvorming


Dus ligt de vraag op tafel: hoe kun je anders dan met sloop-nieuwbouw dezelfde woningvoorraad creëren, en dan met minder materialen en minder CO2-uitstoot? Daarvoor zijn verschillende paden onderzocht. Bij een optopwoning wordt bijvoorbeeld ongeveer 80 procent minder materiaal gebruikt per vierkante meter en bij transformatie daalt het materiaalgebruik zelfs met bijna 88 procent. De CO2-impact per vierkante meter is voor een optopwoning bijna 30 procent minder dan voor een nieuwbouwappartement, bij transformatie gaat het om meer dan 50 procent minder CO2-impact. 

Wendy Koops