Vanaf de eerste palen die de grond ingingen, timmert Almere aan de weg met bijzondere architectuur. In de eerste wijk, Almere Haven, werden stijlelementen van de Amsterdamse grachtengordel gebruikt, zodat de bewoners die op de golven van de overloop de hoofdstad verlieten zich daar thuis zouden voelen. Daarmee was Haven wellicht trendsetter in historiserende bouw. Maar al snel gooide de stad het over een andere boeg. In 1982 schreef het Comité De Fantasie een prijsvraag uit met als thema ‘Ongewoon Wonen’. Het buurtje aan het Weerwater trok direct al veel bekijks.
Experimentele woonhuisarchitectuur
Vanaf die tijd, schrijven de auteurs van Almere Architectuur Stad, “bouwde Almere een naam op als stad van experimentele woonhuisarchitectuur”. Almere Architectuur Stad is een handzame architectuurgids, de vierde in een reeks, met op de omslag De Rooie Donders, een iconisch project van Liesbeth van der Pol. De beide auteurs zijn kunst- en architectuurhistoricus en goed ingevoerd in de stad. Van Berkum was onder meer directeur van Casa Casla, het Almeerse Centrum voor Architectuur, Stedenbouw en Landschap; Breijinck was Programmamanager Architectuur bij Kunstlinie Almere Flevoland.
Hun teksten zijn compact en prettig leesbaar, zowel met gebruik van vaktermen uit de architectuur als in termen van wat de kijker ervaart: ‘uitnodigend’, ‘betoverend’, ‘kleurenpracht’, ‘weldadige rust’. De auteurs gaan problemen bij bouw of gebruik niet uit de weg, lichten toe waarom sommige gebouwen een andere functie kregen en moedigen en passant een schilderbeurt aan. Een foto van het besproken gebouw beslaat een derde van elke bladzijde, zodat je ondanks het bescheiden formaat van de gids vooraf toch een goede indruk kunt krijgen van wat er te zien is. Onderaan elke pagina staat een blokje met verdiepende informatie, dan wel allerlei andere weetjes over Almere, ook weer met illustraties.
Gefronste wenkbrauwen
De gebouwen zijn overwegend woningen, vaak ontworpen voor specifieke doelgroepen. Verder natuurlijk allerlei utilitaire panden zoals scholen, een brandweerkazerne, schouwburg, winkelcentrum, politiebureau, upcycle centrum. Het nooit afgemaakte kasteel staat er ook in, maar niet als een van de honderd. Dit was vast een van de gebouwen waarvan Van Berkum en Breijinck schrijven “… je vindt er nogal eens een huis dat je de wenkbrauwen doet fronsen.” Dat roept de vraag op welke selectiecriteria zij hanteerden, maar duidelijker dan “bouwprojecten die de wording van de spiksplinternieuwe stad in het lege polderland markeren” wordt het niet.
Het personenregister is omvangrijk, de kaartjes aan de binnenzijde van de boekomslag zijn overzichtelijk, enige notie van de afstanden in deze uitgestrekte stad zou handig zijn geweest.
Landschapsarchitectuur en zelfbouw
Deze gids biedt meer dan alleen gebouwen. In hun inleiding introduceren Van Berkum en Breijinck de stadsdelen Haven, Stad, Buiten, Poort, Hout en Pampus. Ze karakteriseren Almere als “een compositie van kernen van verschillende grootte in een uitgestrekt stadslandschap”, in de geest van de tuinstadgedachte van Ebenezer Howard. Tussen de gebouwen door gaan ze in op de infrastructuur, bruggen, land art en Blauw Groen. De scope van de gids is verder verbreed met landschapsarchitectuur zoals de Esplanade, parkstrook De Evenaar, het Museumbos en het Beatrixpark, want “Almere ontleent haar bijzondere karakter aan de wijze waarop stad en natuur verstrengeld zijn.” Maar wat is natuur nog in dit land? Het Beatrixpark betitelen de schrijvers als “een van de dragers van de binnenstedelijke groenvoorzieningen” – een passender aanduiding.
Wat begon met De Fantasie is met onder andere De Eenvoud en de 4.300 hectare van Oosterwold uitgegroeid tot een handelsmerk van de stad: de zelfbouw. Een beetje paradoxaal voor een architectuurgids, maar de stad heeft daarmee school gemaakt in den lande, wordt terecht gesteld.
Na een bestuurscrisis in 2024 zet de nieuwe coalitie in op versnelling van de woningbouw in Almere. Eén van de vier aangewezen ontwikkellocaties is die van het onvoltooide kasteel, onder voorwaarde dat dit wordt afgebouwd. Wie weet, komt het ooit toch nog als een van de beste gebouwen van Almere in een herdruk van deze boeiende architectuurgids.
Almere Architectuur Stad De 100 beste gebouwen
Ans van Berkum, Odette Breijinck, 2024
Fotografie Hans Jan Dürr, Geert van der Wijk
nai010 uitgevers, 128 blz.