Wetvoorstel inkomensafhankelijke huurverhoging naar de Kamer
Het wetsvoorstel voor inkomensafhankelijke huurverhoging wordt waarschijnlijk in maart 2012 in de Tweede Kamer behandeld. Het kabinet stelt voor dat verhuurders een inkomensafhankelijke huurverhoging kunnen vragen aan huurders in de sociale huursector met een huishoudinkomen boven 43.000 euro. De huurverhoging is gericht op zogeheten scheefwoners, maar is mede bedoeld om verhuurders een extra inkomstenbron te verschaffen om de gevolgen van een nieuwe heffing te verzachten. Die 'woningbelasting' gaat de corporatiesector vanaf 2014 zo'n 760 miljoen euro kosten.
De maximale jaarlijkse huurverhoging voor deze categorie huishoudens is gelijk aan de inflatie plus 5 procent. Per 1 juli kan aldus de huur worden verhoogd met maximaal 7,3 procent (2,3 procent inflatie plus 5 procent), voorzover het puntenstelsel (WWS) dat toelaat. Ook voor woningen die boven de liberaliseringsgrens komen blijft het puntenstelsel gelden.
Corporaties krijgen van de belastingdienst alleen door of het gezamenlijke inkomen van alle personen in het huishouden boven of beneden de 43.000 euro ligt, dan wel of gegevens ontbreken. Als het inkomen hoger ligt, wordt ook vermeld uit hoeveel personen het huishouden bestaat. De inkomenstoets wordt gebaseerd op de belastinggegevens van 2010. Er komt als het aan het kabinet geen wettelijke grond om bezwaar te maken als nadien het inkomen weer onder de grens is gezakt. Het wordt aan de verhuurder overgelaten daar al dan niet rekening mee te houden.
Huurders moeten uiterlijk 1 mei bericht krijgen over de huurverhoging. Het zal er dan ook om spannen of zowel de Tweede als de Eerste Kamer het voorstel nog tijdig zullen behandelen. Als de wet niet vóór 1 juli in werking treedt, kan deze huurverhoging niet per 1 juli ingaan.