Kompier is onderzoeker/adviseur bij het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam. Hij is mede-auteur van ‘Wonen in de wolken, handboek woontorens in Amsterdam’, een publicatie van de gemeentelijke diensten OGA en DRO.
Als ik het voor het zeggen had, dan zouden alle grote, spraakmakende gebouwen in Amsterdam die nu plat staan, rechtop worden gezet. Gebouw Metropool in de Weesperstraat? Hup: op zijn kant en de lucht in! De voormalige ABN AMRO in de Vijzelstraat? Een kwart kantelen en je hebt een pracht van een Bazelplaza! Ook het Paleis op de Dam zou ik niet sparen: gewoon rechtop zetten. Als het Maupoleum niet horizontaal maar verticaal was gebouwd, was het nooit gesloopt en had Amsterdam een sixties-icoon van jewelste, net als Londen Centrepoint heeft, aan de rand van Soho. Maar Amsterdam heeft de potenties van spraakmakende hoge woongebouwen nog niet ontdekt. Want wat stoppen we in deze nieuwe skyline? Woningen en voorzieningen! Naast ruimte en uitzicht zijn er nog veel meer redenen om het hoge wonen in deze stad een kans te geven. Het bouwen van woontorens biedt de mogelijkheid een grotere verscheidenheid in woonmilieus in Amsterdam aan te bieden. De toegenomen individualisering leidt namelijk tot een veel gedifferentieerder vraag naar wonen en woonvormen. Gek genoeg wordt de pluriformiteit van de bevolking van deze stad vaak bezongen, maar sluit de woningproductie daar totaal niet bij aan: het is allemaal méér van hetzelfde, allemaal middenmoot, zodat er ook weinig te kiezen valt. Hoge torens kunnen aan veel groepen ruimte bieden; niet alleen die eeuwige gefortuneerde senioren die in alle publicaties over hoog wonen tevoorschijn worden getoverd, maar ook gezinnen, parttime-woners, studenten en eerste-baners. Het bouwen van torens kan tevens belangrijke beleidsdoelen van de ruimtelijke ordening verenigen: er wordt gelegenheid geschapen voor zeer grote woningen die de strijd kunnen aangaan met het vrijstaande, ruimtevretende huis; een woontoren als ideale combinatie van in- en extensief grondgebruik. Daarmee hoeft de woonwens van de vierkante meters vretende Amsterdammer niet geëxporteerd te worden naar de regio. Tegelijkertijd kan ook veel groen gespaard worden in de stad, want we moeten niet alleen voorkomen dat we woonwensen exporteren maar ook de groenbehoefte van de Amsterdammers binnen de stad tot zijn recht laten komen.
We kunnen leren van de fouten die tot nu toe worden gemaakt bij het bouwen van torens in Amsterdam. De torens van de afgelopen tien jaar zijn steeds losstaande, een beetje verloren gebouwen geweest, alleen maar op hun plaats gezet zijn om stedenbouwkundige reden. Solitair, met op straatniveau een onaantrekkelijke uitstraling. Terwijl het beste voorbeeld allang geleden gebouwd is. Wat ooit spraakmakend was aan de wolkenkrabber van Staal in Zuid, is nu lang en hoog ingehaald door de hoogte van nieuwe torens. Het mooie aan Staals wolkenkrabber is de vanzelfsprekende wijze waarop die is opgenomen in de bebouwing op straat. Je ziet de toren niet als je er langsloopt, maar pas als je op een afstand staat. Het naadloos opnemen van torens in de Amsterdamse ‘laagbouw’ van vijf lagen is tot nu toe een niet te evenaren kunst gebleven voor architecten en stedenbouwkundigen. De onzichtbaarheid van de toren op straat kan wellicht het acceptatievermogen van de Amsterdammer vergroten. Het is net als de relatie van Amsterdammers met hun auto: iedereen heeft er een, maar je mag hem op straat niet zien. Deze nieuwe Amsterdamse skyline kan worden ingezet voor een hoger woongenot. Want rechtop gezette gebouwen én nieuwe torens bieden natuurlijk een schitterend uitzicht, waarbij het eigenlijk niet uitmaakt waar je je in Amsterdam in een toren bevindt. Natuurlijk bieden vele wateroevers fantastische potenties voor het wonen in een toren. Maar ook op andere plekken kan het soms tot verrassende vergezichten leiden. Vanaf de gekste punten in de stad is het lichtpuntje van de Rembrandttoren te zien. Daardoor besef je dat de stad ruimtelijk héél anders in elkaar steekt dan je denkt. Verwarrend maar ook verhelderend. Nog een voordeel van hoogbouw.