Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Gemeente stelt investeringsprioriteiten definitief vast
Meer aandacht voor minder plannen
In Noord wel het Shell-terrein, maar niet het centrumgebied en de rest van de Noordelijke IJ-oever. IJburg moet het voorlopig doen zonder Strandeiland en Buiteneiland, en de vernieuwing van de Westelijke Tuinsteden wordt flink uitgesmeerd. Dat zijn enkele consequenties van de Nota Investeringsprioriteiten die de gemeente in september heeft vastgesteld. Onder het motto ‘Meer aandacht voor minder plannen’ wordt vooral meer realisme gebracht in de planvorming tot 2010.
Na een intensieve consultatieronde langs stadsdelen en projectgroepen heeft het college de definitieve ‘investeringsprioriteiten’ op het gebied van stedelijke ontwikkeling tot 2010 vastgesteld. Bouwplannen voor 35 duizend woningen gaan in de ijskast, of beter: schuiven door tot na 2010. Tenzij marktpartijen kans zien ze te bouwen zonder financiële steun van de centrale stad. De bedoeling van het college is overigens om niet minder, maar juist meer woningen te bouwen: ‘meer aandacht voor minder plannen’ is het leitmotiv. De nu geplande productie van veertigduizend woningen is overigens - gelet op de huidige productiecijfers - nog altijd zeer ambitieus. Daarbij worden er nog bouwplannen voor twaalfduizend woningen extra in reserve gehouden, om tegenvallers, zoals die zich nu al aftekenen bij de Houthavens, op te vangen. Voor al die plannen geldt dat de centrale stad de stadsdelen en projectorganisaties zal aanspreken op tijdige uitwerking en uitvoering.
Woningbouwprojecten die snel productie kunnen opleveren gaan voor. Zo is er extra aandacht voor de ontwikkeling van het Zeeburgereiland. Op IJburg verschuift de aanleg van Strandeiland en Buiteneiland en wordt de ontwikkeling van het Midden- en Centrumeiland vertraagd. Ook in stadsdeel Noord verschuift de aandacht. Op het Shell-terrein kunnen tot 2010 twaalfhonderd woningen verrijzen en dat gaat ten koste van de rest van de Noordelijke IJ-oever en het centrumgebied. In Noord verschuift de helft van de voorgenomen productie van zesduizend woningen naar een later moment.

Bouw van nog 1 miljoen vierkante meter kantoor niet meer te stoppen

Ook over de stadsvernieuwingsgebieden daalt een nieuw realisme neer. De vernieuwing van de Westelijke Tuinsteden wordt uitgesmeerd. De voorgenomen productie wordt met dertig procent neerwaarts bijgesteld naar ruim achtduizend woningen. De resterende vierduizend woningen komen pas na 2010. Naast uitstel, is er ook sprake van versnelling. In Parkstad maakt het project Jan van Galensportpark kans op vervroegde realisering. Het college heeft bedacht dat niet alleen kantoren maar ook studentenflats als lawaaischerm voor de achterliggende woningen kunnen dienen. Die zijn momenteel beter te verhuren dan kantoren.
De gewijzigde planning heeft geen gevolgen voor het college-akkoord. Wethouder Stadig acht de bouw van zestienduizend woningen tot en met 2006 nog steeds mogelijk. Voor grote en kleine projecten met in totaal 18.500 woningen is het ‘point of no return’ inmiddels gepasseerd.

Rijdende trein

Het college toont zich bezorgd over het blijvende overschot aan plannen voor kantoren. Er is weliswaar sprake van uitstel van kantoorbouw aan de Oude Haagseweg en de tweede fase Riekerpolder, maar in het basis- en middensegment is een uitbreiding met een kleine miljoen vierkante meter niet meer te keren, terwijl er al een overschot van 276 duizend vierkante meter kantoorvloer is. In het topsegment wordt bovendien nog eens 185.500 vierkante meter gerealiseerd. Aanscherping van het huidige uitgiftebeleid is daarom noodzakelijk. Bij alle plannen voor kantoorontwikkeling waarover nog geen definitieve afspraken zijn gemaakt met klanten of ontwikkelaars, wordt terughoudend gereageerd. De gemeente verleent geen medewerking aan bouwen voor de markt. En er worden alleen uitwerkingsplannen gemaakt, wanneer er klanten komen die zich nergens anders in de Amsterdamse regio willen vestigen.
Het aangepaste investeringsprogramma maakt ook duidelijk dat de centrale stad voor een groot aantal infrastructurele projecten nog de nodige dekking moet zien te vinden. In het bijzonder voor IJburg. In de financiering van de tweede fase van de IJ-tram, de aansluiting van het eilandenrijk op A1/A9 en de doortrekking van de Zuidtangent is nog niet voorzien.
De vertraging van de gronduitgifte en dalende grondopbrengsten hebben ingrijpende gevolgen voor de financiële positie van het Ontwikkelingsbedrijf. De opbrengsten kunnen 278 miljoen euro lager uitvallen dan eerder aangenomen. Dat zal gemeentebreed voelbaar zijn.

Bert Pots