De Nederlandse woningcorporaties halen bij lange na niet de afspraak met het Rijk om voor 2021 hun woningvoorraad gemiddeld op label B-kwaliteit te krijgen. Deze waarschuwing geeft OTB-promovenda Faidra Filippidou. Omvangrijker ingrepen en betere planning zijn nodig om de achterstand nog enigszins in te lopen, anders blijft de gemiddelde kwaliteit eind 2020 steken op label D.
“De duurzame renovatie van corporatiewoningen loopt flink achter op schema.” Dat stelt Filippidou op basis van haar promotieonderzoek naar de voortgang van het energierenovatieproces in de sociale huursector. Er worden te weinig woningen duurzaam gerenoveerd, per woning worden te weinig verbeteringen aangebracht en deze ingrepen resulteren in te weinig energiebesparing. Bovendien hebben corporaties onvoldoende budget. Door deze combinatie van factoren zal de afspraak die de corporaties en het Rijk onderling hebben gemaakt – gemiddeld label B-kwaliteit in 2020 voor alle corporatiewoningen samen – bij lange na niet worden gehaald. De gemiddelde kwaliteit blijkt steken op label D, aldus de promovenda.
Rond 2050 zullen in het kader van EU-afspraken alle woningen in Nederland zo goed als energieneutraal moeten zijn. Eind 2014 was 28 procent van de corporatiewoningen verbeterd naar een hogere energielabelcategorie, maar slechts 3,5 procent daarvan heeft een ingrijpende renovatie ondergaan. “De gevels en daken zijn niet toereikend geïsoleerd, verwarmingsinstallaties zijn nog traditionele HR-gasketels”, constateerde Filippidou. “De meeste ingrepen betreffen het vervangen van de verwarmingsinstallatie in combinatie met het warmwatersysteem en het plaatsen van HR-glas. Ook blijkt dat subsidies nogal ad hoc worden benut en niet een planmatige aanpak ondersteunen waarmee daadwerkelijk label B-niveau behaald kan worden." Het doel van de sector is volgens haar moeilijk te bereiken als deze strategie wordt voortgezet. "Dat is jammer want met duurzame renovatie kan meer resultaat worden geboekt dan met de huidige nieuwbouwproductie.”
Vervelend genoeg blijft het effect van duurzame renovatie op het werkelijke energieverbruik ook nog eens sterk achter bij de verwachting. Juist wanneer veel maatregelen per woning zijn doorgevoerd blijken de besparingen veel geringer dan voorspeld. Vervanging van gecombineerde verwarmings- en warmwatersystemen leveren samen met meer isolerende beglazing de hoogste gasbesparing op. Het effect van ventilatie-ingrepen valt het moeilijkst te voorspellen. De tegenvallende resultaten worden vaak toegeschreven aan onjuist gebruik van installaties door de bewoners, maar dat is volgens Filippidou nog maar de vraag.
De belangrijkste kanttekening die je bij Filippidous onderzoek kan plaatsen is dat zij zich baseert op de gegevens uit periode 2010-2014. Omdat de financiële positie van de woningcorporatie daarna verbeterde, is het aannemelijk dat de corporaties de laatste jaren het aantal renovaties hebben opgeschroefd.
Maandag 20:00 gaat PakhuisNUL20 over het tempo van de verduurzaming en de energietransitie.
Je kunt nog aanmelden: Programma PakhuisNUL20
Je kunt nog aanmelden: Programma PakhuisNUL20