Getuigt het nu van moed of grote naïviteit om in deze tijd van woningnood een pleidooi te houden tegen ‘nodeloos bouwen’? Volgens de auteurs van Zwerfruimte/Wanderspace wordt er meer gebouwd dan nodig is. ‘Terwijl onze open ruimte schaarser wordt hebben we nauwelijks oog voor de mogelijkheden die er zijn met wat al gebouwd is’.
Maar aah, de auteurs komen uit België, dat verandert de zaak. Het zijn architecten van de Vlaamse architectuur- en onderzoekspraktijk RE-ST die hun bevindingen delen van tien jaar onderzoek in dit kloeke boek. Vlaanderen is hun ijkpunt, maar hun voorbeelden en data zijn interessant genoeg voor Nederlandse stedenbouwers.
In deze in de vorm van een baksteen uitgevoerde publicatie wordt aan de hand van praktijkvoorbeelden inzichtelijk gemaakt hoeveel onbenutte ruimte er is - zwerfruimte genoemd - en vooral wat er mee gedaan zou kunnen worden. Het is vooral een kritische kijk op de taak van architecten: ‘eerst kijken naar de onbenutte ruimtelijke ordening in plaats van huisjes morsen’. De publicisten geven hun collega’s de raad om ‘ontwerpen te maken in herbestemming en pas nieuw te bouwen als het niet anders kan’.
Deze zwerfruimte is volgens RE-ST onder meer ontstaan door te groot en op verkeerde plaatsen te bouwen. Het is moeilijk te meten hoeveel nodeloze ruimte er is volgens de architecten. Maar de cijfers die in het boekje worden genoemd maken wel wat duidelijk. Zo ligt in Vlaanderen het gemiddelde ruimtebeslag vijftig procent hoger dan de omringende landen. De federale overheid gebruikt bijvoorbeeld een kwart van de ruimte die ze huurt niet: gesubsidieerde leegstand volgens de auteurs. Zestig procent van de ruimte in woningen wordt niet benut omdat kamers zijn verlaten nadat kinderen het huis uit zijn.
Scholen die voor de helft leeg staan kunnen in Vlaanderen overheidsgeld krijgen om de vrije ruimte aan te bieden aan andere gebruikers. Maar dat nog lastig genoeg, blijkt aan de hand van voorbeelden die vaak humoristisch worden beschreven.
Nog een goede raad van de architecten van RE-ST: ‘We hebben bouwen altijd als vooruitgang beschouwd. In tijden waarin biodiversiteit, de luchtkwaliteit en het klimaat erop achteruit gaan, is een overconsumptie van nog beschikbare ruimte niet meer verantwoord’. En zonder valse bescheidenheid laten de samenstellers van Zwerfruimte weten dat hun bevindingen een kleine regio als Vlaanderen overstijgt. Deze kunnen volgens hen heel goed vertaald worden naar wereldschaal. ‘Doelbewust omgaan met ruimte is bij uitstek een kans en uitdaging voor alle welvarende delen van de wereld. Het ruimtelijk stoppen met groeien en terugplooien op het huidige ruimtebeslag is een internationale opdracht. De transitie van een lineaire naar een circulaire bouwcultuur bepaalt de agenda van iedereen die de komende decennia met ruimte bezig is’. Deze publicatie is volgens de samenstellers een uitnodiging om via een internationaal netwerk kennis op te bouwen en te delen over omgaan met het teveel aan gebouwde ruimte. Wie neemt de handschoen op?
Zwerfruimte/Wanderspace. Uitgeverij nai010. ISBN 978-94-6208-589-3. Hardcover. Nederlands/Engels. Auteurs/samenstellers: Tine Hens, Roel De Ridder, Leo Van Broeck en Jee Kast onder curatorschap van RE-ST (Dimitri Minten, Tim Vekemans, Bob Van Abbenyen) | design: Sarah Schrauwen. 336 pagina’s met illustraties. €29,95.