Het Duitse vastgoedbedrijf Patrizia zal de pas verworven 180 huurwoningen in Amsterdam-Noord niet ‘uitponden’. De buitenlandse belegger blijft in ieder geval zeven jaar eigenaar. Mocht daarna verkoop aan de orde zijn, dan volgt complexgewijze verkoop. Zo heeft Patrizia Nederland tegenover de gemeente Amsterdam verklaard.
Wethouder Laurens Ivens van Wonen wil binnenkort concrete afspraken maken met de nieuwe eigenaar over de plannen met de huurwoningen aan de IJdoornlaan en de Beemsterstraat. Hij wil niet alleen afspraken maken over de ontwikkeling van de huren in de toekomst. Ook de staat van onderhoud komt dan aan de orde.
Ivens is overigens niet bezorgd over verlies van de sociale huurstatus in de toekomst. Emeritus hoogleraar volkshuisvesting Hugo Priemus waarschuwde daar eerder nadrukkelijk voor, gezien de historie van Patrizia in Duitsland. “Het college vindt deze conclusie voorbarig. Met Patrizia als eigenaar gaan er geen sociale huurwoningen verloren door verkoop.” Huurliberalisatie is de tweede mogelijkheid. “Patrizia moet zich net als elke verhuurder houden aan de regelgeving. Woningen die niet geliberaliseerd kunnen worden, worden niet geliberaliseerd,” aldus de wethouder.
De PvdA stelde Ivens schriftelijke vragen over de overname van de Vestia-portefeuille. PvdA-raadslid Marjolein Moorman vindt dat verkoop van sociale huurwoningen enkel mag plaatsvinden in het kader van de afspraken met de Amsterdamse corporaties en vanuit het belang van stedelijke vernieuwing. De aankoop uit de boedel van de noodlijdende woningcorporatie Vestia omvat 125 tweekamerwoningen aan de IJdoornlaan van 33 m2 tot maximaal 42 m2 en 155 wat grotere woningen aan de Beemsterstraat van 60 m2 tot maximaal 96 m2. De woningen zijn in het verleden ontwikkeld door de woningcorporatie voor bejaarden SGBB.