De Amsterdamse corporaties bezaten op 1 januari 165.568 zelfstandige sociale huurwoningen, enkele duizenden woningen meer dan de minimale ‘dynamische voorraad’ die in Samenwerkingsafspraken met gemeente en huurders is afgesproken. De corporatievoorraad zakte de afgelopen twee decennia met ruim 22.000. Nu streven de corporaties weer naar groei, zo staat in het Jaarbericht 2019 van de Amsterdamse Federatie van woningcorporaties. Het aandeel corporatiewoningen blijft overigens zakken in de hoofdstad vanwege de grote nieuwbouwproductie in de vrije sector.
Tussen het topjaar 1999 en 2019 nam het aantal corporatiewoningen door verkoop, sloop en samenvoeging met ruim 22.000 af. De Huurdersvereniging Amsterdam, de Amsterdamse corporaties en de gemeente Amsterdam spraken in 2015 af om de voorraad sociale huurwoningen niet verder te laten dalen na 1 januari 2019. En dat er op die datum tenminste 162.000 sociale huurwoningen over zijn. Bij die afspraak kan dus een vinkje.
Sinds 2016 neemt de corporatievoorraad - een stevige administratieve correctie meegerekend - al niet verder af. De verkoop is sterk teruggebracht en sinds sinds twee jaar maken de corporaties weer vaart met nieuwbouw. In 2017 namen ze 2.216 woningen in aanbouw en vorig jaar 2.809 woningen. Daarvan zijn er 2.146 reguliere sociale huurwoningen, waarvan 681 in tijdelijke projecten (veelal voor jongeren).
Corporaties voldoen aan afspraken rond betaalbaarheid (NUL20, 1 juli 2019)
Corporaties: 'Gemeente moet minder eisen stellen aan sociale huur' (Parool, 1 juli 2019)