De aanvangshuren in de vrije sector zijn in de tweede helft van 2019 gestegen met 4,5 procent ten opzichte van een jaar eerder en in Amsterdam met ruim 10 procent. De spoeling wordt voor middeninkomens steeds dunner en huurders krijgen steeds minder woning voor hun geld, zo blijkt uit de rapportage ‘Transparantie in de verhuurmarkt van VGM NL en NVM. De gemiddelde aanvangshuur is nu 1.104 euro voor een appartement en 1.080 euro voor een woning.
Eric Verwey, voorzitter VGM NL, stelt vast dat steeds meer mensen buiten de boot vallen omdat de huren blijven stijgen en de huur-inkomensnorm niet mee verandert. Betaalbare woningen zijn schaars en worden nog schaarser: “In de grote steden worden kleine appartementen met hoge huurprijzen steeds vaker voor een korte periode verhuurd aan expats en young professionals. Huishoudens wijken in toenemende mate uit naar omliggende gemeenten. Daar is het mogelijk om een grotere woning en/of een lagere huurprijs te krijgen.”
Er zit een groot verschil in de huurprijs van woonhuizen en appartementen. De laatste staan vaak in steden en zijn daardoor gemiddeld veel duurder. In weerwil van de prijsstijgingen wordt de gemiddelde verhuurde woning steeds kleiner. De oppervlakte van nieuw verhuurde woningen is gemiddeld 90 vierkante meter, bijna 20 vierkante meter kleiner dan 5 jaar geleden.
De huren stegen in Amsterdam flink door. De gemiddelde huurprijs per vierkante meter is in de hoofdstad in een jaar tijd met 10,6 procent gestegen naar 20,73 euro, tegenover landelijk 11,92 euro. Recent bleek uit het onderzoek Wonen in Amsterdam 2019 dat de aanvangshuur in de particuliere sector al is gestegen naar zo'n 1.400 euro. Ter vergelijking: in Almere liggen de huurprijzen veel lager, maar stijgen ze sneller. De gemiddelde huurprijs was daar het laatste half jaar 10,51 euro per m2, een stijging met 14,5 procent.
Ongeveer eenvijfde van de woningen die in dit onderzoek zijn meegenomen, zijn gestoffeerde of gemeubileerde woningen. Voor deze woningen liggen de huurprijzen altijd hoger.