Bron: CBS
In 2023 lag de mediane woonquote – de woonlasten als percentage van het huishoudinkomen – lager dan in 2018. Dat gold voor zowel huurders als woningeigenaren. De grootste daling deed zich voor bij huurders van corporatiewoningen: van 31,0 procent in 2018 naar 25,4 procent in 2023. Ook voor eigenwoningbezitters en huurders in de commerciële sector nam de woonquote af. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS op basis van Woonbase.
De totale woonlasten stegen overigens wel, dus hoewel de woonquote daalde, waren huishoudens steeds meer geld kwijt aan wonen. Huurders van een niet-woningcorporatie betaalden 23 procent meer, eigenaren 6 procent en huurders van een woningcorporatie 11 procent. Dat de stijging bij corporatiehuurders relatief meeviel, komt volgens het CBS doordat zij in 2022 van de overheid een tegemoetkoming kregen voor energiekosten en in 2021 de kale huur van sociale huurwoningen werd bevroren.
Dat huishoudens toch een kleiner deel van hun inkomen betaalden aan wonen, komt doordat inkomens in deze periode harder zijn gestegen dan de woonlasten. Huurders in de private sector verdienden in 2023 27 procent meer dan in 2018, huurders van corporatiewoningen zagen hun inkomen in die periode met 25 procent stijgen.
Het Nibud concludeerde begin dit jaar iets vergelijkbaars toen het ging over de destijds voorgenomen huurstijging in 2025 van 4,5 procent. Volgens het Nibud konden de meeste huurders die hogere huurlast dragen, omdat de inkomens met meer dan 5 procent waren gestegen. Die huurstijging ligt wellicht weer op tafel, nu demissionair minister Keijzer het wetsvoorstel voor de huurbevriezing naar de prullenbak heeft verwezen. (ND)