Overslaan en naar de inhoud gaan

Afschaffing verhuurderheffing levert veel minder op dan gedacht

Image

Vanaf volgend jaar vervalt de verhuurderheffing helemaal. Daarmee krijgt de Nederlandse corporatiesector 1,7 miljard euro extra investeringsruimte en de Amsterdamse corporaties zo'n 200 miljoen. Althans, zo lijkt het. De heffing vervalt weliswaar, maar het kabinet voert andere belastingen juist op. In de praktijk blijkt de netto bestedingsruimte daardoor veel minder toe te nemen. In Amsterdam bijvoorbeeld geen 200 miljoen maar 'slechts' 85 miljoen over 2022 én 2023. Dat blijkt uit een brief van de Amsterdamse wethouders Zita Pels en Reinier van Dantzig aan de gemeenteraad. 

In september hebben de Nederlandse woningcorporaties voor het laatst de gehate 'belasting op sociale huurwoningen' overgemaakt. Dit jaar is de heffing met 500 miljoen verlaagd en vanaf 2023 afgeschaft. Landelijk zijn er afspraken gemaakt hoe die vrijkomende middelen moeten worden besteed. Corporaties moeten die inzetten voor woningbouw, verduurzaming en verbetering van de woningkwaliteit en de betaalbaarheid. Hoe, dat moet per gemeente worden vastgesteld in prestatieafspraken.

In de praktijk blijken de corporaties netto veel minder investeringsruimte over te houden dan die 1,7 miljard. Dat leert tenminste de Amsterdamse doorrekening die de wethouders Pels en Van Dantzig aan de raad stuurde. De heffing vervalt weliswaar, maar het kabinet weet de corporaties voor andere belastingen goed te vinden. De afdrachten aan vennootschapsbelasting (VPB) en Anti Tax Avoidance Directive (ATAD) - beide heffingen waarover discussie bestaat waarom semi-publieke organisaties voor sociale volkshuisvesting die zouden moeten betalen - nemen flink toe. Bovendien vervallen nu logischerwijze ook allerlei kortingen op de heffing, zoals die werden gegeven voor nieuwbouw, flexwoningen en transformatieprojecten. Voor 2022 en 2023 hebben de Amsterdamse corporaties daardoor geen 200 miljoen maar 'slechts' zo’n 85 miljoen euro extra te besteden, aldus de rekensom van de wethouders. 

De gesprekken over de besteding van dat extra geld zijn gestart, maar de wethouders hebben de raad al laten weten dat dit voor 2022 en 2023 geen extra woningbouw gaat opleveren "gezien het tijdpad dat nieuwbouw vereist." 
Gezien alle ambities is het extra geld sowieso snel uitgegeven. Zo blijkt het volledige extra budget al nodig om alleen de landelijke verduurzamingsambities uit te voeren. Dan gaat het om het laten verdwijnen van alle E, F en G-labels voor 2029. Daarnaast zijn er nog andere (lokale) verduurzamingsdoelen, zoals een investering tot en met 2025 in totaal 500 miljoen euro extra in zonnepanelen en hybride warmtepompen in woningen met een D-label of hoger en/of aansluiting op een warmtenet of een ander duurzaam alternatief. Om over versnelling van het woningonderhoud maar te zwijgen.
Al deze thema's worden ongetwijfeld onderwerp van de vernieuwing van de Samenwerkingsafspraken. De huidige afspraken lopen tot en met 2023. Op dit moment werkt het college aan de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV). Die wordt de gemeentelijke inzet voor de nieuwe Samenwerkingsafspraken.


Vennootschapsbelasting (VPB): corporaties zijn sinds 2008 belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Maar tot 2015 hebben corporaties weinig VPB betaald. Dat werd anders toen de vastgoedprijzen sterk gingen stijgen. Naar verwachting betalen nagenoeg alle woningcorporaties vanaf 2022 VPB gaan betalen over hun fiscale winst. Als gevolg van de afschaffing van de verhuurderheffing is de verwachting dat de uitgaven aan VPB zullen toenemen.
 
Anti Tax Avoidance Directive (ATAD): in 2019 is in de vVPB een nieuwe algemene renteaftrekbeperking ingevoerd. Deze zogenoemde earningsstrippingregeling vloeit voort uit de implementatie van de Europese richtlijn ATAD1. Deze maatregel is bedoeld voor het tegengaan van belastingontwijking door multinationals, maar het kabinet heeft geen uitzondering willen maken voor woningcorporaties. Bovendien heeft het kabinet met deze regeling ook een meer gelijke fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen willen bereiken. Om die reden is de maatregel aanzienlijk strenger vormgegeven dan de minimumstandaard. De corporaties zijn daarvoor de klos: Woningcorporaties zijn als kapitaalintensieve organisaties zonder aandeelhouders nagenoeg geheel aangewezen op vreemd vermogen om hun opgaven te realiseren. Daardoor worden woningcorporaties fors geraakt door de earningsstrippingmaatregel. Te meer dat in het Belastingplan 2022 deze maatregel, naar aanleiding van financiële dekking voor de motie Hermans, verder is aangescherpt. Het kabinet heeft daarvoor compensatie geboden door aftrek van de verhuurderheffing vanaf 2019 en vanaf 2023 door de afschaffing van de heffing. 

Trefwoorden