Overslaan en naar de inhoud gaan

Alleenwonende jonge huurders hebben relatief de hoogste woonlasten

Image

Jonge alleenwonende huurders hadden in 2022 de hoogste mediane woonquote, maar ook oudere huurders die alleen wonen hadden een relatief hoge woonquote. De mediane woonquote, de totale woonlasten als percentage van het besteedbaar inkomen, kwam in 2022 voor huishoudens in een huurwoning uit op 25,5 procent. Jonge alleenstaande huurders gaven in Amsterdam 27,5 procent van hun inkomen uit aan wonen. Huishoudens met een eigen woning waren met 16,6 procent een veel kleiner deel van hun inkomen kwijt aan wonen. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Uit het CBS-onderzoek blijkt dat dat de hoogte van de woonquote sterk samenhangt met de levensfase waarin mensen zitten, zoals hun leeftijd. De verklaring laat zich raden: jongeren staan nog aan het begin van hun carrière en verdienen relatief weinig, waardoor de woonlasten in verhouding hoog zijn. Naarmate mensen ouder worden, verbetert hun financiële positie doorgaans sneller dan de woonlasten stijgen en komt de woonquote op een lager niveau te liggen. Bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd vallen huishoudens terug in inkomen en komt de woonquote weer hoger uit. Ook wonen ouderen vaker alleen, wat vaak samengaat met een hogere woonquote.

De jongste huurders hadden in 2022 een mediane woonquote van ruim 30 procent. Bij huurders tussen het 35ste en het 65ste levensjaar lag de mediane woonquote rond de 25 procent. Bij oudere huurders liep de woonquote weer op naarmate de leeftijd hoger was. Verrassend genoeg hebben jonge alleenstaande huurders in de Metropoolregio Amsterdam niet de hoogste woonquote in Amsterdam (27,5%) maar in Diemen (31,4% van besteedbaar inkomen). Ook in sommige andere randgemeenten geeft deze groep een grotere deel van hun inkomen uit aan wonen dan in de hoofdstad: Amstelveen 30,2%, Aalsmeer 30,1%, Landsmeer 30,1% en Haarlemmermeer 30,0%. De percentages zeggen uiteraard niets over het type en kwaliteit van de woonruimte die de huurders bewonen. 

Uit het eerdere onderzoek Wonen in Amsterdam 2023 (WiA) bleek dat er grote verschillen bestaan tussen huurders in een
corporatiewoning en in de particuliere sector. In de particuliere sector betaalt ongeveer 1 op de 3 huishoudens
minstens 35 procent van hun inkomen alleen al aan de huur. Bij corporatiewoningen is dit een stuk minder, namelijk 1 op de 8.
Huiseigenaren zijn een veel kleiner deel van hun inkomen kwijt aan woonlasten.