In de eerste drie kwartalen zijn er in Amsterdam 5.333 woningen in aanbouw genomen, waarvan 1.787 middeldure huurwoningen. Naar verwachting komt het totaal in dit segment dit jaar flink boven de 2.000 uit. Met de sociale bouw gaat het daarentegen een stuk beroerder: slechts 1.111 zelfstandige huurwoningen tot dusver. De doelstelling om jaarlijks 2.500 sociale huurwoningen in aanbouw te nemen wordt daarmee voor het vierde jaar niet gehaald.
In het hoofdstedelijke woningbouwplan 2018-2025 heeft - in combinatie met de 40-40-20 verdeling - de bouw van middenhuurwoningen een prominente plek gekregen: een ambitie van 11.690 woningen, oftewel 1.670 per jaar. In de afgelopen drie jaar is de teller blijven steken op in totaal 2.955 woningen, een forse achterstand dus. Om de doelstelling nog te halen moeten er in de resterende periode 2021-2024 nog 8.735 woningen in aanbouw worden genomen, gemiddeld 2.183 woningen per jaar. Dat lijkt dit jaar te lukken, gezien het aantal projecten dat in het laatste kwartaal nog op stapel staat.
Wethouder Jakob Wedemeijer constateert dan ook tevreden dat de beleidswijzigingen van 2020 hebben gewerkt. Begin 2020 sloot zijn voorganger Laurens Ivens een akkoord met beleggers voor de bouw van duizenden middeldure huurwoningen. In aanvulling daarop liet de gemeente de 40-40-20 norm voor transformatieprojecten schieten indien de gebouweigenaar volledig voor middenhuur zou kiezen. Die afspraken betalen zich nu kennelijk uit.
De bouw van sociale huurwoningen blijft daarentegen structureel achterlopen, ondanks een wat beter derde kwartaal (593 woningen) dan de eerste twee van 2021. De doelstelling van gemiddeld 2.500 woningen per jaar verdwijnt steeds verder uit beeld. Van 2018-2020 namen de corporaties 5.672 sociale huurwoningen in aanbouw, gemiddeld nog geen 1.900. Dit jaar staat de teller na drie kwartalen op 1.111. Corporaties klagen over de stapeling van gemeentelijke eisen en een gebrek aan bouwlocaties. Wedemeijer bevestigt dat de 'planvoorraad' inderdaad tekort schiet. Bouwlocaties verwerven blijft een moeizaam traject zeker nu bij een groeiend aantal projecten commerciële ontwikkelaars 'in the lead' of/en grondeigenaar zijn. Corporaties en gemeente gaan wederom om de tafel zitten om de knelpunten te bespreken.