Wie in de toekomst een nieuwbouwwoning in Amsterdam koopt, moet er ook zelf gaan wonen. De hoofdstad wil zo een rem zetten op de trend dat huizen worden gekocht om daarna te verhuren (buy-to-let). De al eerder aangekondigde maatregel wordt op 20 januari vrijgegeven voor inspraak.
De zelfwoonplicht wordt opgenomen in de erfpachtvoorwaarden en geldt ook voor de volgende koper, zodat die een langdurige werking heeft. Wel zijn er uitzonderingen: het blijft mogelijk te verhuren aan een eerstegraads familielid (partner, kinderen en hun partners, ouders) en bij tijdelijk verblijf in het buitenland. Het blijft ook mogelijk om een woning te verhuren als middeldure of sociale huurwoning (tot 1027 euro).
De maatregel geldt alleen voor woningen die nog gebouwd moeten worden en zowel voor nieuwbouw als voor ‘transformatie’ van bijvoorbeeld kantoren naar woningen. De eerste woningen waar deze maatregel voor geldt, zullen dus pas over enkele jaren worden opgeleverd. Bij nieuwbouw kan de gemeente via de erfpachtvoorwaarden ingrijpen - voorzover de nieuwbouw op erfpachtgrond wordt gerealiseerd - maar in de bestaande woningvoorraad kan dat niet. Om kopers te verplichten zelf in een bestaande woning te gaan wonen, moet de landelijke wetgeving aangepast worden.
Volgens allerlei onderzoeken moeten woningzoekenden op de koopmarkt in toenemende mate concurreren met kleine en wat grotere beleggers. Bouwwethouder Laurens Ivens: “Ik wil alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat Amsterdam een stad blijft waar iedereen kan wonen (...). Daarom moeten we zorgen dat woningen worden gekocht om in te wonen en niet om er zoveel mogelijk aan te verdienen, zodat de huur- én koopprijzen alleen maar sneller stijgen. Door te zorgen dat nieuwe woningen alleen worden verkocht aan mensen die daar zelf willen wonen, zorgen we dat deze woningen koopwoningen blijven en dat ze niet terecht komen in het dure huursegment.”