Overslaan en naar de inhoud gaan

Amsterdamse corporaties matigen huurverhogingen

Amsterdamse woningcorporaties matigen de huurverhogingen. Lage inkomens met een hogere huur worden extra ontzien. Een andere trend is dat lage huren meer worden verhoogd dan hogere.

Op 1 juli gaan de huren omhoog. Voor het vierde en laatste jaar geldt het regime van het inkomensafhankelijke huurbeleid. Maar omdat in april de wet Doorstroming Huurmarkt is aangenomen werpt de huursombenadering zijn schaduw vooruit. De minister staat per 1 juli een gemiddelde huurstijging van 1 procent (inflatie + 0,4 procent) toe voor huurders met een inkomen tot de EU-inkomensgrens. Voor die groep geldt een maximumverhoging van 2,1 procent. Voor hogere inkomens gelden hogere percentages.

De Amsterdamse corporaties beperken vooral de huurstijgingen voor de laagste inkomens. Ymere varieert de huurverhoging van 0,6 tot 2,1 procent, afhankelijk van de verhouding tussen huur en inkomen. De Key, Eigen Haard, Rochdale en de Alliantie sorteren voor op de huursombenadering met een aanpak waarbij ze de mate van verhoging afhankelijk maken van het verschil tussen de huidige huur en de maximale huur (WWS-punten). Dus wie voor dezelfde woning een lagere huur betaalt, krijgt meer verhoging dan degene met een hogere huur. Ymere kijkt niet naar de punten, maar verhoogt generiek lagere huren meer dan hogere, binnen een bandbreedte van 0,6 tot de maximale 2,1 procent. Ook in regio werken lokale corporaties als ZVH met niet eenvoudig uit te leggen 'aftoppingen'. Bijna geen enkele huurder met een lager inkomen krijgt daardoor de maximale huurverhoging van 2,1 procent, tenzij - zoals bij Ymere- zijn huidige huur nog onder de 401 euro ligt. Bij de Alliantie geldt dat 80 procent van de huurders met lage inkomens een verhoging tussen de 0,6 en 1,1 procent krijgt.

Ymere en Stadgenoot bevriezen de huren boven de aftoppingsgrens (€628) voor de lage inkomens. De Key handhaaft zijn regeling om de huren te bevriezen voor gezinnen met een inkomen lager dan 29.800 euro.

Hogere inkomens

Ook middeninkomens krijgen niet meer vanzelfsprekend de maximale verhoging (dit jaar 2,6%) voor hun kiezen. Ymere en Stadgenoot matigen de verhoging bij de hogere huren, de Alliantie varieert tussen de 1,1 en 2,1 procent, afhankelijk van de huidige huur in relatie tot de maximale huur. De Key en Eigen Haard berekenen middeninkomens wel de maximale verhoging van 2,6 procent door. 
Hogere inkomens boven €44.360 krijgen bij bijna alle corporaties de maximale verhoging van 4,6 procent voor de kiezen. Ymere maakt er melding van dat de verhoging lager kan uitvallen, afhankelijk van locatie en huidige huur. Voor alle huurverhogingen in de sociale sector geldt: de maximale huur mag niet uitstijgen boven het de prijs volgens het WWS puntenstelsel.

*1) Ymere maakt in bepaalde huurprijscategorieën de huurverhogingen afhankelijk van de huidige huur. 
 

*2) De Key maakt de verhoging afhankelijk van het verschil tussen feitelijke huur en maximale huur. Dat gaat met een staffel:  huur hoger dan 90% maximale huurprijs, dan geen verhoging, huur tussen 70-90% dan 1% verhoging, huidige huur minder dan 70% dan 2% verhoging. De gemiddelde huurstijging komt volgens De Key uit op 1 procent.

*3) Eigen Haard, de Alliantie maken de verhoging afhankelijk van het verschil tussen feitelijke huur en maximale huur: is de huur hoger dan 80% maximale huurprijs, dan 0,6%, is de huur nu lager dan 1,1% verhoging. Rochdale past dezelfde systematiek toe, maar dan met lagere verhogingen: 0,6% bij minder dan 80% maximale prijs, anders geen verhoging.

*4) De Alliantie maakt ook de verhoging voor middeninkomens afhankelijk van het verschil tussen feitelijke huur en maximale huur: is de huur hoger dan 80% maximale huurprijs, dan 1,1%, is de huur nu lager dan 2,1% verhoging

Trefwoorden